Notaris-, schepen- en andere akten

152 Op verzoek van Gerardus van Kol, landbouwer te Uden; Cornelius Petrus Jacobus Schoenmakers, pastoor te Leeuwen; Adrianus Verwegen, landbouwer te Uden; Willem van der Locht, landbouwer te Uden; Johannes Verkuijlen, landbouwer te Uden en Petrus van Duijnhoven, landbouwer te Uden; openbaar verhuren van weiland te Uden en Zeeland, voor een bedrag van f 75,50.

291 termijnen van thoon den eisser en aanlegger geen regt meer had om te toonen, maar daarvan mogt worden verstoken, waarom den gedaagde en verweerder, mits den eisser en aanlegger aan de decreeten om te dienen van thoon, niet heeft voldaan, in tegens den eisser en aanlegger verstek van thoon, versoekt en voorts op grond van art. 42 der landcaart of art 27 van voorseide landtwet van Philip van Cleve dag tot inventarisatie of fournissement van stukken (also er in deeze zaak word gesloten en regt versogt wijl geene reproches of salvatien of verdere procedure te pas kan komen) met behoorlijke tussen tijd om te kunnen voegen deductie, of alles soo als na regt en stijl cum expensis aut alias salutanter?
Scheepenen ordonneeren partijen om ten naaste te dienen van haaren laatste en 3e toon of daarvan te renuntieeren op paene van versteck, zullende ingevalle van non voldoening aan de eene of andere zijde dag bepaalt worden tot het voege van deductie.
Arrete le present registre le 12 juillet 1811. (getekend) de Villere?

290 Scheepenen versteeken de gedaagdesse van het dienen van replicq.
In zake van P.H. Stieger, eisser en aanlegger ter eenre, tegens, Jacobus van Bakel, wonende te Boekel, gedaagde ter andere zijde. Alsoo volgens de landcaart alhier en observantie art. 46, sijnde art. 31 van de ’s lands wet van Philip van Cleve, heer van Ravenstein etc. etc .etc. van 9 april 1522 en volgens constant gebruik en stijl twee regtdagen eerst voor den aanlegger zijn, om conden te beleiden of van thoon te dienen, en dan twee voor den verweerder. en aangesien den eisser en aanlegger reeds lang sijne twee termijnen of dag en van thoon genoten heeft, en tog geene konden belijt, nog van thoon gedient heeft, relaas ter rolle en ook den gedaagde en verweerder bij voorraad reeds van thoon gerenuntieerd had gelijk nog doet , zo is ’t notoir, dat in deese geen thoon meer kan vallen, alsoo na twee de eerste

289 In zake Johannis Jacobus Brox, procureur wonende te Geffen, eisser ter eenre, tegens, Hendrik Adriaan Gijsbert Verbossen, wonende te Uden, gedaagde ter andere zijde. De gedaagde en verweerder in judicio present, dient van schrifture van duplicq en persisteerd als bij dezelve, renuntieerd van verdere productie en versoekt regt. J.J. Brox, eijsser en aanlegger versoekt copij van de ingediende schrifture van duplicq en dag en sluit mede in zake en versoekt dat de gedaagde mede in zake sluit en prefixie van dag tot het dienen van deductien en ’t sluiten der stukken. Scheepenen houden de zaak voor gesloten en ordonneeren partijen om ten naaste te dienen van deductien op paene regtens.
In zake van Jacobus van Bakel, verweerder, tegens, de weduwe Stieger op Stiegershof. Terwijl de eijssersse en aanleggersse niet heeft voldaan aan het decreet van deese regtbank om te dienen van replicq op paene van verstek, en daarom in februarij reeds had moeten repliceeren, dog zulkx tot nog toe niet heeft gedaan, zo versoekt den gedaagde en verweerder verstek van replicq en voorts als na regten cum expensis aut alias salutantis?