Notaris-, schepen- en andere akten

60 Johannes Cornelis van den Elzen en zijn vrouw Maria stellen zich borg voor een bedrag van ƒ 300 voor Geraerdus Verhaegen en Aart Jan Welten uit Dinther. (Akte is doorgehaald)

16 Jacobus van der Velden stelt zich borg voor Johannes Hendrik Hoefs, wonende te Rosmalen, voor de kosten van de procedure tegen de weduwe Hendrik van de Loop.

659 Wir endts unterschriebene verklären vor ahngenähm und gutt zu halten alsölche caution, als unsern hochgeehrter Hr. Vatter Hooghmogende Heeren Baronen von Horion am 6 ten Aprilis 1717 in sache und proces, welches er sontenirtt gegen die wohledelen: fraw von Limbricht, dem dritten theil denen zehenden zu Boekel im landt von Ravenstein betreffend, gegeben hatt, verklährendt authorisirt zu haben, gleich wir kraftt dieses authorisiren dem wohleerwurden Hr. J. Snijckers achterdeken und pfarher zu Horn undt allen anteren zeigeren dieses umb zu laessen reäliseren obbesagte caution und alle nöhtige versicherungen zur validität derselbige, so undt gleich mir selbsten solten konnen thun zu procurinaer urkund unsere eijgener handt Unterschrifft, und aufftruckung unsers hochadlichen ahngebohrner pittschafft gegeben auff unseren resident ersloss Asten am zweiten tag monats Martij 1721.
landtschr.
war unterschriben Baron de Colonster de Horion Loco sigilli im pswarten waessz
De weleerwaarde heer Judocus Snijkers, deken en pastoor te Horn, heeft een derde gedeelte van de Grote Korentiende van Boekel, behorende aan de vrijheer van Horion, uijt cragte van de voorstaende approbatie en respectieve constitutie, die sig refereert op eene gestelde cautie de dato den 16 April 1717, en dewelcke hier onder van woort tot woort geinsereert staet, heeft den weledele Eerwaarde Heere Judocus Snijkers Hinterdechen, en pastoir tot Horn vor ons de samtlijcke schepenen der dingbancke van Uden, Boekel en Zeelant lande van Ravenstein in eijge persoon comparerende, gehijpothequeert verbonden en daergestelt, gelijck hij doet cragte deses, een derde part van de groote koornthiende op Boekel aen sijnen Heer principael den vrij Heer van Horion competerende, en sulx ten behoeve van de vrij vrouwe van Limbricht, breder volgens de bovengemelte cautie hier volgende.

380 Wouter Jansen en Jenneke zijn vrouw, Steven Sijmon van Boxmeer en Marie Jansen, stellen zich borg voor een schuld van 189 gulden, 17 stuivers en 10 penningen, die Henrik Peter Jan de Mulder schuldig is aan de heer van Oijen. Afgelost bij de heer van Oijen op 07-05-1734.