Notaris-, schepen- en andere akten

110 Faes Tijssen en zijn vrouw Mechel, wonende te Erp, verklaren in huur te hebben aangenomen van Tijs Aerts, Jan Corsten en Jan Janssen van Kool, momboirs over de kinderen van Peter Willems zaliger, een wel gelegen erfenis van een huis en hof, landerijen en weiden te Uden op Tuijftis en een hooiveld te Mill.

31 Missive van Robbert van Heeckeren in absentie van zijn broer aangesteld tor het waarnemen van het hoog- en laag schoutambt te ’s-Hertogenbosch inhoudende dat dagelijks de doodslagen en andere kwade feiten in de Meierij van ’s-Hertogenbosch kwamen te vermeerderen en dat gedurende de korte tijd van hij het hoog- en laag schoutambt heeft waargenomen een dood gestoken en twee dodelijk gewond zijn geraakt en verder door vagebonden of zwartmakers verscheiden huisinbraken zijn gepleegd en dat ofschoon door de Heer van Heeckeren ijverig heeft geprobeerd die delinquenten te arresteren zulks tevergeefs is geweest vermits die delinquenten zich meteen retireerden naar territoria van vreemde heren die rondom de Meierij lagen als enclaves en dat hij bovendien was geïnformeerd dat de voornoemde doodslager [moordenaar] zich ophield in het klooster te Uden; voorts maakte hij bekend dat hij de vorster van Erp Jan Dexsel van Teylingen provisioneel had gesuspendeerd omdat hij in ’t beleggen der kondschappen over de voornoemde moord hen Heer van Heeckeren duidelijk bleek dat de voornoemde vorster zich eerst met de doodgestokene had geslagen en tegenwoordig was als de doodsteek werd gegeven en nochtans de doodslager had laten ontsnappen of zijn devoir gedaan om dezelfde te arresteren; dat hij, Heer van Heeckeren, orders was afwachtende hoe hij verder tegen hem zou procederen; notificerende de Heer van Heeckeren verder dat verscheiden vorsters door hun hoge leeftijd onbekwaam waren om die functie naar behoren uit te oefenen en dat er ook werden gevonden die per definitie onbekwaam waren of door drankgebruik daartoe kwamen en er was juist veel aan gelegen dat de vorsters bekwaam en vigilant [waakzaam] waren vermits zij alle delicten zouden moeten aanbrengen en ook alle delinquenten in flagranti delicto bevonden werdende te apprehenderen; dat hij Heer van Heeckeren verders considerende als een grote reden,

181 Missive van rentmeester Johan van Leefdael op een rekest van de pachters van verschillende ’s lands hoeven die onder zijn administratie vallen die om de nodige reparaties hebben verzocht. Men vraagt om een visitatieverslag en een begroting. Het betreft de volgende hoeven: Sint Oedenrode de hoeve die wordt in gebruik door Willem Kerkhof ca. 100 gl. reparatie, te Rosmalen de hoeve in gebruik door Tomas Corrier ca. 200 gl., de hoeve te Nistelrode in gebruik door Lambert Claasz. ca. 525 gl., de hoeve te Middelrode in gebruik door Hendrik Claasz. ca. 145 gl., de hoeve te Udenhout in gebruik door Corstiaen Witlock ca. 380 gl., de hoeve te Schijndel in gebruik door Eimbert Hendrik Claasz. ca. 170 gl., nog een hoeve onder Schijndel in gebruik door Anneken Thomas van der Heijden ca. 250 gl., nog een hoeve onder Schijndel in gebruik door Willem Michielsz. ca. 300 gl., hoeve te Uden in gebruik doorj Adriaan Willems ca. 260 gl., een hoeve te Sint Michielsgestel in gebruik door Wouter Gerrits ca. 140 gl., nog een onder Sint Michielsgestel in gebruik door Peter de Hoevenaar ca. 180 gl., een hoeve te Erp in gebruik door Jan Booren ca. 246 gl. en ten slotte nog een te Erp die wordt gebruikt door Jan Theunisz. ca. 180 gl. aan reparatie.

242 Rekest van Willem Adriaensz. van Kerkhof wonende te Sint Oedenrode, Adriaen Willem Ariensz. te Uden, Huijbert Gijsbertss. te Rosmalen, Thomas Courier ook te Rosmalen, Lambert Claesz. te Nistelrode, Hendrik Claesz. van der Aa te Middelrode, Bastiaan Willem Witlox in den Udenhout, Eijmbert Hendrik Claesz., Anneke Thomas van der Heijden en Willem Michielss. alle drie te Schijndel, Adriaan Willems te Uden, Wouter Gerrit[s] te Sint Michielsgestel, en Adriaen de Verkammen ook aldaar, Jan boeren en Jan Teunis beiden te Erp en allen pachters van ’s lands hoeven gelegen in de genoemde dorpen en vallende onder de administratie van rentmeester Johan van Leefdael i.v.m. noodzakelijke reparaties.