Notaris-, schepen- en andere akten

225 Jan Janssen den Jonge verklaart tegenwoording te pachten 'eenen acker genoemt den Blommenhoff' voor 28 gulden per jaar. Hij belooft dit bedrag te zullen betalen aan Goort Jansen van Dinter en Henrick Janssen Kerckhoff. Getuigen: G. Roeffs en Peter van Valderen, schepenen.

191 Meester Nicolaes Thonissen, 'smit ende orlogie maker, residerende tot Os' belooft aan Bartholomeeus Willemssen, 'borgemeester des dorps Vechell, dat hij de orlogie aldaer sal hebben te onderhouden der tijt van dry jaeren', en op zijn kosten zal repareren. Getuige: G. Roeffs, schepen.

137 Aert Everts, Jan Everts, Lysken weduwe van Dirck Aert Donckers, geassisteerd door Arien Aert Gerlings, Frederick Everts, Willem Everts, Steven Gerijts als man van Jenneken, Jasper Aerts en Aert Jaspers als voogden over Hilleken en Jan Everts, beloven dat 'soo wie van hennen erffgenamen is vallende bij lootinge de Hossett, dat de gelycke erffgenamen alsulcken huys als tot Erp is gecocht ende op den selven acker is liggende, bij hen gelyckelyck sal moeten wordden opgericht ende getimmert, soo ende gelyck als volcht, te weten dack dicht, want dicht, dennen vensteren ende gelase, den hert int vyercant affgeschoren met een middelwant, boven vuyt met een schouwe in den hert, boven vuyt met een steene pyp, ende drij eyken boomen staende ende gelegen int eussel opt selve lodtt, tot de solderinghe, welcke solderinghe sal wesen tot laste des selfs loote, ende tgeen mochte voorcomen soo int hogen ende vaeren effenen tot de huysplaets als andersints, mits ten behoeve van desen loote alle gesmet houdt, alwaer het selve is vuyt gemeten, soo tot Erp als aen de Vechelse heye, geruymt te wordden van nu maij over een jaer anno 1657, ende oyck als boven noch dry eyken boven int oude huys aen de heye'. Getuigen: Arijaen Wouters en Hendrick Dirck Jacobs, schepenen.

314 Dierck Anthonissen van Boxtell heeft beloofd een erfcijns van 12 gulden te betalen aan Jan Ariens van Boerdonck uit 'huijs, hoff, bomgaert metten voorschreven lande'. Als Jan Ariens of zijn vrouw Jenneken 'sieck oft bedvast quamen liggen', zal Dierck 25 gulden moeten betalen, welk geld in mindering gebracht zal worden op het te betalen bedrag.
Getuigen: Marten Meus Janssen, Gherit Janssen van Dyeperbeeck en Eijmbert Willemssen