Notaris-, schepen- en andere akten

119 Cathalijna Goijerts weduwe van Johannes van de Wouw en Elisabeth Goijerts weduwe van Johannes Poulus van Besouw, wonend te Moergestel bezitten samen onverdeeld ieder vijfde part (benevens Jan Goijerts, hun broer; Hendrik van Veghel gehuwd met Hendrien Goijerts en Hendrina weduwe Peter Goijerts, wonend te Schijndel) in akker teulland omtrent Weijbosch in den Onderstal; idem een groesveldje aldaar genaamd de Drie Seegt; voorschreven perceeltjes zijn niet deelbaar en ze hebben besloten ze te verkopen. Zij bezitten de tocht en hun minderjarige kinderen het erfrecht en verzoeken daarom permissie om het te mogen verkopen en te beleggen, waarbij Goijert van de Wou, meerderjarige zoon van eerste comparant en Hendrik Jan van Besouw als naaste van zijn minderjarige neef en nicht van vaders zijde toezicht zullen houden; de officier en schepenen van Moergestel geven toestemming ten raadhuize. [Zie ook scans 318-320]. Copie voor Schijndel.

102 Jan van Dinther, wonend te Schijndel verklaart van een perceel land onder Lutteleijnde ter plaatse genaamd het Kuijkx velt, hem aangekomen bij versterf van Willem Verhagen zijn schoonouders te zullen blijven gelden door hem, zijn kinderen en erfgenamen nu en ten eeuwigen dagen een cijns van 3 duiten jaarlijks uit gemelde goederen aan het Boek van heer van Helmont verschuldigd is.

100 Marcelis Thonie Celen en Peter Martens, momboirs van de minderjarige kinderen van Peter Lamert Rommen en zijn vrouw Marie brengen verslag uit aan de richterbode en schepenen van de inkomsten en uitgaven van de verkochte huisraad op 28 juni 1720.

92 Claes Aert Wouters en Jan Andrias Corstens als momboirs van de minderjarige kinderen van Wouter Aerts zaliger brengen verslag uit bij de richterbode en schepenen over de inkomsten en uitgaven van de verkoop van huisraad en verpachting van de schaar en erfgoederen en twee gebonte Timmer. Gepasseerd in bijzijn van Maria weduwe van Wouter Aerts en Andries Wouters.