Notaris-, schepen- en andere akten

162 Rekest van Johan MALEVESEIJ die verklaart dat aan het gemene land het recht van de wind toekomt over de gehuchten BERLICUM en MIDDELRODE en hij daar graag een windmolen zou willen oprichten ten behoeve van de inwoners ter plaatse.

127 Molens
Gelezen is een schrijven van rentmr. PIECK van 17 juli jl. op een rekest van commandeur THIENEN als pandheer van de dorpen Berlicum en Mideelrode waarin hij voorstelt Thienen toe te staan en hem octrooi te verlenen tot ‘het herstellen van eenen nyeuwen rade in plaetse van het oude, eertijts gedient hebbende tot eenen oliemolen neffens het tegenwoordighe verchijnsde coornradt tot alsulcken gebruyck als den zuppliant tot der gemeynte ende nabuyren oorboirlick ende dienstich sal achten, als oock boven de twee oude raderen alnoch te mogen stellen een ander derde radt tot het gebruyck van eenen laeck volmoolen, alles tot meerdere dienst van den ingesetenen van de stadt van den Bosch ende omgelegen plaetsen op de riviere de AA tot Middelrode voornt. neffens of aende voors. coornwatermolen, om byden zuppliant synen oiren, erffgenaemen ende nacomelingen tot allen tyden gebruyckt te worden, op eenen recognitiechijns van vier ouden grooten tournoysen van Vranckrijck aen de domeynen te vergelden, den eersten op den eerstcomende chijnsdach van Berlicum ende Middelrode.
Oock in dien verstande ende met expresse conditie dat de besitteren ende gebruyckeren van de voors. molen ende der drije raderen van dien, de wateren van de riviere de Aa int bemalen soodanich sullen moeten laten affloop hebben, dat de ordinarise opcomende beempden, weijden, landen ende broecken daerdoor egeensints en werden geinundeert, beschadicht oft vruchteloos gemaeckt, oock de arke, schutplaete, pegel, overslach ende moolendijcken te houden ende te doen onderhouden volgens d’oude placcaeten’.

33 Rekest van Johannes Jacobus Rupertus secretaris der heerlijkheid Berlicum Middelrode en Kaathoven hoogbejaard die vraagt hem te permitteren om in plaats van de onlangs overleden Willem Molhuysen die daar dd. 25 januari 1790 was aangesteld tot gezworen klerk een andere te mogen aanstellen en stelt voor de persoon van Nicolaas Sopheus Middelkoop lidmaat van de gereformeerde religie; een kopie gaat naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie folio 717

8 Onderzoek van een rekest van Johannes Jacobus Rupertus secretaris der heerlijkheid Berlicum Middelrode en Kaathoven over de aanstelling van Wilhelmus Molhuysen als gezworen klerk te Berlicum [zie ook inv.nr.128].