door Jan Pashouwers te Schaijk.
ten verzoeke van: 1. Helena Claassen te Escharen; 2. Cornelis van den Broek te Grave voor zich en als langstlevende ouder over zijn minderjarige kinderen a. Johannes Franciscus, b. Cornelia, c. Alberta Johanna en d. Augustinus Henricus; 3. Johannes Cuppen te Zeeland; 4. Jhannes Claassen te Escharen voor zich en als toeziend voogd over de genoemde minderjarigen; 5. Willem Josephs te Schaijk; 6. Hermanus Claassen; 7. Cornelia Claassen; 8, Johanna Claassen en 9. Albertus Johannes Claassen; allen te Escharen, van de volgende onroerende goederen onder Escharen:
Huis met erf en bouwland sectie F nr 263 en 264 groot 98 aren: koper Martinus van Erp te Escharen voor f 990,-
Weiland sectie F nr 297 groot 14A 30 C, kopers Hermanus, Johannes, Albertus, Johannes, Helena, Cornelia en Johanna Claassen te Escharen voor f 148,-
Bouw- en weiland sectie F gedeelte van nr 447 groot 65 A 49 C koper Gerardus Opsteeg te Escharen voor f 390,-
Huis, erf, wei- en bouwland sectie D nr 477 groot 4 A, bouwland D 508 groot 1 H 13 A 60 C, bouwland en heide D 619 groot 58 A 10 C en weiland D 625 grot 40 A 90 C : koper Willem Josephs te Schaijk voor f 1198,-