Notaris-, schepen- en andere akten

218 Rekest van Lambertus VAN DE WATERLAET predikant te ALEM en MAREN verklarende dat rentmeester SCHUIJL hem het supplement van de huishuur niet geeft boven datgene wat hij ont vangt voor de pastoriewoning te maren, zoals dat 2 april 1654 was verordonneerd.

210 Agent VAN DER VEKEN verklaart dat de predikant en secretaris te MAREN in september aan het DOMKAPITTEL te LUIK hebben verzocht dat die uit de tienden van Maren gelden zouden willen furneren tot een som van 388 gulden tot reparatie van de KERK aldaar en mochten ze dit niet doen, dan zou men zich hierover beklagen. Het kapittel heeft laten weten dat genoemde kerk nooit uit die tienden is gerepareerd dan ongeveer 40 jaren geleden, de TOREN door gebrek aan reparatie door de gemeente is omgevallen waardoor het schip van de kerk is beschadigd en dat de gemeente sindsdien het koor heef t’onderhouden, wat groot genoeg is voor hun kerkdienst. Ook verklaart het kapittel dat de tienden voor 1/3 door het land worden verpacht en zijn van het andere 2/3 deel weinig inkomsten genieten omdat daaruit rentmeester SCHUIJL ook nog eens 100 gulden trekt, die eigenlijk voor de pastoor van maren waren bedoeld. Bovendien heeft men bij de tiensverpachting een maaltijd afgedwongen ten bedrage van 91 gulden.

76 Rekest van borgemeesters en gemene naburen van GEWANDE onder EMPEL die verklaren dat ze 60 kinderen hebben bekwaam om lezen en schrijven te leren en dat ze een uur gaans van Empel en MAREN af liggen en de wegen in de winter onbegaanbaar zijn. Ze verzoeken als schoolmeester Jan VERMEULEN aan te stellen en de inkomsten te halen uit landerijen behorende aan de KAPEL aldaar waar degene die de kiinderen leerde uit betaald werd of anders een tractement te geven war de Raad goed vindt. De Raad verzoekt de gedeputeerden voor de meierij zich hier over nader te informeren.

244 Rekest namens het KAPITTEL van LUIK inzake de maaltijd en andere onbehoorlijke onkosten bij het verpachten der tienden onder MAREN en KESSEL.