De inkomsten bestaan uit: op 09-04-1678 'verkogten huijsraet', op 16-07-1768 'verkogten schaere', 'verkogte eijcken boomen ende schaerhout', 'vant verpagte huijs' en 'van lanthuur'.
Onder de uitgaven worden vermeld: 'broot', 'rogh ende boeckweijt'voor de minderjarigen en hun moeder, aan borgemeesters, 'voor montkost van Teunis en onmondigen soon', rente, 'voor eenen hoet voor Tonis den soon' en 'een par schoen voor den soon Tonis'.
Getuigen: H, Bijmans, substituut-secretaris, en Aert Gorts, Jan Tonis van Eert en Lambert van der Straten, schepenen
Onder de inkomsten worden vermeld: 'de pagt vant huijs, hoff ende schuur gelegen op Heselaer', 'pagt vant lant gelegen als boven', 'van den hoijbuunder gelegen in de Geerbuunders eenen pagt' en 'van verkogt eijck en popelen hout'.
En onder de uitgaven: rente, 'voor een geinsinueert protest van mevrou van Erp' en het dekken van het dak van het huis.
De rekening wordt gesloten met bijwezen van 'Gerrit Aart Aertz meerderjarige soon'.
Getuigen: J. Boor, stadhouder, en C. van der Hagen, Aert Goyaerts, Jan van Gestel en Lambert van der Straten, schepenen
Onder de inkomsten worden vermeld: het slot van de vorige rekening van 20-01-1676 en rente.
En onder de uitgaven: 'voor Peter Hendrickx onmondigen soon voor montcost', 'aen Maria Hendrickx van wegens een koets', 'aen Goort Hendrickx den onmondigen soon dat hij naer Den Grave ginck', 'voor Goort Handrickx van montcost aen Gerrit Jan Goossens int leger van sijn hoogheijt den heere prince van Orangie', 'aen Peter Hendrickx den onmondigen soon seven gulden en tien stuijvers om den berbier te betaelen, dat hij sijnen aerm hadde verstuckt ende dat in dato den 6 meert 1677', 'aen Heijlken Hendrickx onmondige dochter', 'voor Goort Hendrickx aen sijn luijtenant van de companie daer hij onder lagh', 'tot een hooft eijsserken te koopen voor Heijlken de dochter',
Getuigen: H. Bijmans, en Aert Clesen en Jan van Helvort, schepenen
Onder de inkomsten worden vermeld: de koopsom, de wijnkoop, 'huijs ende lant huuer', 'verkochte schaerhout', 'voor appelen en peeren' en 'van rogh ende boeckweijt'.
En onder de uitgaven: renten, verponding, 'voor een par schoen voor Jan Aerts, den eenen onmondigen', 'reperatie aent huijs gedaen', 'voor de deuren te repareren' en 'voor linnen laecken tot een broeck en hoosen voor Jan Aerts, onmondig'.
'Aldus ten overstaen van den officier, schepenen ende secretaris opgenomen ende geteeckent, mede ter presentie van Gerrit, Laurens ende Willem Aartz, tegenwoordich meerderjarige kinderen'.
Getuigen: J. Boor, officier, Jan Aertsen van der Mee, Arij Smits en Wouter van der Santvort, schepenen
De laatste bladzijde is een ander handschrift. Bijschrift: 'alsoo het slot van de voorgaende reeckening ter quader trouwe door imant is uijtgescheurt, waarbij dese post moeste blijcken, soo wort die alhier bij provisie aengenomen ende aen den rendant goet gedaen, behoudens correctie indien hier van naeder beduijdinge wort gevonden'.