Als predikant te Eindhoven wordt genoemd JOHANNES VAN DER HAGEN die een verhandeling heeft ingestuurd over de kwestie van de handhaving van de Meierij van Den Bosch. het geschrift wordt doorgestuurd naar de HOOGSCHOUT VAN DEN BOSCH om het nader te onderzoeken en daarover advies uit te brengen; de PREDIKANT VAN TILBURG PAULUS ARLEBOUTIUS beklaagt er zich over dat hij heeft moet wonen in een huurhuis waarvoor andere predikanten in de meierij 50 gulden huur voor aangeboden wordt en hij ontvangt dat niet.
JOHANNES VAN DER HAGEN predikant te Eindhoven verklaart dat de 'PAPEN hare diensten inde kercke huysen ende cloosters aldaer ende daer rontsomme sijn doende openbaerlick, versoeckende alsoo daer mede de gereformeerde gemeynte niet en wort gesticht, dat men hem van gelijcken vrijdom wil vergunnen om de voors. sijne gemeynte contentement te mogen doen, waerop gelet ende naegesien sijnde, de resolutie vanden 28e october aenden hoochschout BERGAIGNE geschreven, is goetgevonden den suppliant daervan extract te geven om sich daernae te reguleren bij provisie ende sal voorts met sijn Excellentie gecommuniceert worden op het voorder verhael vande voors. requesten'.
Gouverneur BREDERODE verzoekt om reparatie van het kasteel te Eindhoven 'twelck aen verscheyden canten seer is ontramponeert ende de mueren ingevallen'. Hij verzoekt om het te brengen 'in sijnen ouden stant'. Het verzoekschrift wordt overhandigd aan opzichter BILDERBEECK om te zaak te gaan onderzoeken.