Notaris-, schepen- en andere akten

63 Willem Paulssen (59) en Handrick zijn zoon (24) te Gemonde onder Sint Michielsgestel, de tweede een broer van Paulus Willemssen, wonende te Volkel in het land van Ravenstein met een verklaring t.b.v. Peter Aertssen van Overbeeck, namelijk, dat Paulus Willemssen op 5-12-1655 bij een grondruil aan Peter Aertssen van Overbeeck heeft verhuurd twee percelen akkerland te Gemonde onder Boxtel voor een periode met drie jaren te scheiden met een voorafgaande opzegging, voorts wordt verklaard dat Willem Paulssen en Paulus Willemssen op basis van een procuratie de huur gecontinueerd hebben, maar dat Aert Zegers van Overbeeck de genoemde uit de huur trachtte te stoten en het gebruik van dit land en Paulus Willemssen verklaarde, dat Aert Zegers bij hem in huis geweest te Volkel, zeggende dat Peter Aertss hetzelfde land liet liggen en niet langer wenste te gebruiken, war een valse verklaring bleek te zijn; Paulus heeft ondanks dat goedgekeurd, dat Aert het land zou gaan gebruiken en niet ledig zou laten liggen, wat hij op een briefke had geschreven; dat riep discussie op. Getuigen Jan Janssen Spierincx en Jan Ariens van den Biechelaer.

62 Adriaen Janssen Scellen (72) en Meriken zijn dochter (42) te Gemonde onder de baronie van Boxtel met een verklaring t.b.v. Jan Handrickx de Bever, namelijk, dat genoemde Jan tegenwoordig proprietaris is van een stuk akkerland genoempt “die Hoochbraecke” in Gemonde onder Boxtel, dat eertijds is verkocht door de kinderen of erfgenamen van Jasper de Bresser, namelijk in maart 1658, beschreven door de rentmeester der domeinen en de deurwaarder van deze rentmeester heeft melding gemaakt van enige verzwegen gewincijnzen, die rusten op deze akker. In het huis van de requirant Jan Handrickx de Bever zijn vervolgens bijeen geweest Anthonie en Wouter, kinderen van Jasper de Bresser; Hendrick de zoon van Jan Jaspers de Bresser; Jan de zoon van Dirck Huijberts, mulder verwekt bij Agneesken Jaspers de Bresser en Peter, zoon van Everdt Jaspers de Bresser en toen is een akkoord bereikt m.b.t. een bepaalde restitutie aan Jan Handrickx de Bever, waarover de nodige details volgden. Getuigen: Jan Dircx en Peter Jan Aertssen.

52 Willem Paulssen Gemonde verklarend uit kracht van procuratie van zijn zoon Paulus, wonend Uden in land van Ravenstein voor schepenen van Uden d.d. 9-6-1657 heeft verpacht aan Peter Aertssen van Overbeeck twee percelen akkerland, die Paulus 5-12-1655 geruild had, te betalen 16 gld. Getuigen: Jan Ariens van den Biechelaer, smid en Jan Janssen van Hees.

51 Arien Ariens van Roij te Erp (63) met een verklaring t.b.v. de heer Cornelius Lemannus, predikant; Jan Claes Spierincx en Jan Rutten van den Bersselaer tegenwoordige kerkmeesters te Gemonde, namelijk, dat de gebruikers of huurders van “seeckere parceel ackerlants toebehoirende de kercke van Gemonde genoempt het Cloetken te Gemonde onder de baronie van Boxtel omtrent den Diresbeempt, zolang als ze zich herinneren, maar zeker meer dan 50 jaar, dat perceel ongehinderd hebben geweegd tussen “seeckere stuck ackerlants genoemt den Grootenacker nu toebehoirende Jan Willem Peters en tussen het erf eertijts jonker Bever ende later jonker Roeloff van Eijck en nu de heer Thomas van Rooije in zijn leven gasthuismeester te ’s-Hertogenbosch en dat tussen deze twee proprietarissen erven was liggende eene vaerwech sulcx dat het een radt van de karre ginck door de voorse vanden eenen geerffden ende dander radt door de voorsc vanden anderen geerffden ende midden eenen begroeiden padt, daer het perdt gemackelijck conde gaen; naeder hier toe noch buegende seer goede kennisse te hebben, dat ter tijt doen Jan Handrick Spierincx kerkmeester was er een dispuut of meningesverschil was ontstaan tussen Lucas Roeloefs in die tijd tochtenaar van den Grootacker, nu van Jan Willems Peters en jonker van Eijck en dat toen Jan Handrixk Spierincx vanwege jonker van Eijck is gemachtigd geweest om de paal tussen beiden te steken, die ter selver tijt oock ten overstaan van veele naergebueren van Gemonden inne sijne arrestants presentie is gesteken geweest in sulcker vuegen dat het lant, dat Lucas Roeloeffs ter tochte was besittende, met den selven vaerwech niet te doen en hadde uijt redenen, dat jonker van Eijckaldaer verscheijden stucken had liggende eijndelingh aenschietende op erffe van Lucas Roeloffs, nu Jan Willem Peters, welcke stucken malkanderen moste wegen, maer dat de Clootkens van de Schellens daer noijt sijn gheweecht met gedooch.”