Notaris-, schepen- en andere akten

151 Latijnse akte waarin genoemd worden: Andoricus [dubieus] de Bourbon, bisdom Luik, Henrick de Beerwinckel de Zeelst, Joannes de Horst de Meerfelt, parochiekerk, rector en investiet Philippus zoon van wijlen Jacobus Cobbeeck alias de Aelst, Arnldus zoon van wijlen Wolterus Peetersoen, testament, Godefridus zoon van wijlen Joannes de ….[vouw in het document], parochie Zeelst, in het jaar 1473 op 18 oktober, een altaar in de parochiekerk van Zeelst, vier missen celebreren, provisoren en meesters, 14 mud rogge, de armen van de Tafel van de H.Geest, Philippus zoon van wijlen Jacobus de Cobbeeck alias de Aelst clericus, Gestelse maat, parochie van Woensel, in Strijp, kinderen Roeffs, Walterus Bonaers, de Mortel ter plaatse de Welsput in de parochie Strijp, Walterus zoon van wijlen Walterus Peetersoen, Woenselse maat, een beemd genaamd Dungelen in Strijp, Christianus Arnoldi, Acht, Oerlese maat, Elias van Hoerenvenne, de beemd dat Schoenbroeck in de parochie Sonderwijck, Johannes Hogardi Kelders notarius publicus, Raad van Brabant, bisdom ‘s-Hertogenbosch

144 De schepenen van Helmond verklaren dat voor hen is verschenen de eerzame Mr. Lucas van Loemel oud omtrent 66 jaar en Mr. Guiliam van Bousdoncq afgegane schepen der stad oud omtrent 53 jaar en affirmeren waarachtig te zijn hoe dat de Eerw: Heer en Mr. Johannes Huberti de Loemel licenciaat in beide rechten en kanunnik te Luik zijn testament heeft laten opmaken op 28 augustus 1529 en diverse beurzen heeft gesticht tot alimentatie van studenten binnen de stad ’s-Hertogenbosch in welke akte wordt genoemd pater Cornelius van Bousdoncq en Henrick de zoon van Guiliam van Bousdoncq en het college van Standoncq te Leuven en het fraterhuis te ’s-Hertogenbosch en Mr. Laurens de Loemel.

139 De eerwaarde Heer en Broeder Johannes Ryderus prior van het Convent der Predikheren te ’s-Hertogenbosch mede namens alle andere broeders en conventualen verklaart dat hij is gemachtigd namens de Weledele en Erentfeste Vrouwe Margareta van Bouholt achtergelaten weduwe van zaliger Jonker Balthazar van Rossum in zijn leven kolonel van een regiment hoogduitse soldaten in dienst van hoogloffelijke memorie de Koninklijke Majesteit van Spanje en hun doorluchtige hoogheden Hertogen van Brabant ter andere zijde, met de momboir van genoemde Jouffrouwe Margareta hebben openlijk beleden en bekend dat ze met elkaar een akkoord of conventie zijn aangegaan nl. dat de huidige prior en die na hem volgen dat ze Juffrouw Margareta haar leven lang en niet langer zullen betalen een lijfpensie van 300 Carolusguldens in vier termijnen van 75 gl. ‘’ soo lange de voors. Jouffrouwe Margareta inder menselicheyt leven sal’ en tevens jaarlijks drie tonnen bier van het gemene convent en tonnen van het beste bier en ontslagen te wezen van de zorgvuldigheid van tijdelijke middelen en zo Godt Almachtig gerust te mogen dienen goedwilliglijk bij gift die men noemt donates inter vivos t.b.v. het convent. Ze geeft haar pensioenpenningen over die haar toekomen vanwege het huwelijk met haar mans huwelijkse voorwaarden, morgengift van uitvaart.
Ook aan de Edele en Erentfeste Jonker Johan van Bocholt domheer te Ludick die de betaling was schande makende van haar veri…. staande in de stad Doesborch 2000 gl. Makende alzo de prior van het convent van alle voorschreven penningen actien etc. volkomen eigenaar die gevorderd mogen worden door de procurator rentmeester of een gemachtigde namens hem als hun eigen goed en dat de vrienden van Juffrouw Margareta in toekomende tijden daarvan niets mogen eigen of pretenderen op de prior of het convent.

125 Testament van Mr. Wouter van Beeck doctor in der rechten tot Loven!
“Inden naem der heijliger Drievuldicheijt ende de reijner maget ende Moeder Maria” verklaart Wouter van Beeck bij Aerlen in beide rechten die begeert te gebruiken de macht die hem van rechtswegen is toebehorende om op basis van huwelijkse voorwaarden met Juffrouwe Luijtgaert zijn vrouw zijnde de dochter van wijlen Gerardts van Berkel waarbij hij noemt wijlen Mr. Marcelis van Weerdt officiaal te Luik tijdens zijn leven, om te disponeren of testament te maken van mijn goederen die mij God verleend heeft. “Soo bevele ick inden iersten mijn siele mijn sinnen ende alle mijn wercken den almachtigen Gogd, dre onbevlekter maget ende moeder Maria ende den geheelen hemelschen heire”. Van zijn executeurs verlangt hij een deugdelijke administratie en benoemt daartoe Mr. Cornelis van Weerdt licenciaat in de godheid [= theologie] en Jan van Berckel de broer van zijn vrouw refererend aan zijn roerende en onroerende goederen, rechten, schulden en wederschulden.
Hij verzoekt om een ‘sepulture’ in de kerk van de Bogarden te Leuven en hij wil begraven worden in de kapel die hij aan de kerk heeft laten maken en dat in die kapel worden gesticht en gefundeerd een altaar ter ere van de allerheiligste moeder en Maagd Maria, de heilige apostelen Sint Petrus en Paulus en Anthonis en Wouters abten tot welke fundatie hj enige goederen laat volgens nl. huis en hof en 6 lopensen land met een beemd genaamd Veltbenpt, een beemd van 3 bunders achter Dunge, een stuk land genaamd den Rij….[jammer dat hier een deel wegvalt vanwege de vouw in het blad], en stuk land van 6 lopensen genaamd den Pars…, een stuk land van 2 lopensen genaamd den Kerckacker, twee stukken erf bij den Laer, 1 mud rogge in de parochie Aerle, 1 mud rogge in de parochie Beeck op Rijtvoirt te betalen aan Ghijsbrecht Vrenssen erfgenamen en dit altaar zal belast zijn met vier missen aldaar te celebreren