Notaris-, schepen- en andere akten

42 Voor schout en schepenen van Boxmeer compareren Willem de Raet, drossaard van Boxmeer, Sint Anthonis, Sambeek en Haps, met zijn vrouw Cornelia Margaretha Sam en hebben voornoemde comparanten vermits dat de twee beneficiën en vicariën van Sancti Mathias en Sancti Nicolaas in de kerk van Sint Anthonis bij zijn excellentie Frans Willem, graaf van den Bergh, Hohenzollern en Sigmaringen aan de zoon van de comparanten, te weten voor Josephus Rutgerus de Raet, gevest hebben een rente van 50 rijksdaalders jaars, zo lang hij zal leven, uit hun huis genaamd de Weijer, met schuur, hof, visserij en land op den Winckelpat en achterhuis van de heer Sam zaliger.

183 Hierbij verklaar ik ondergetekende dat ik heb gehoord en gelezen in een afschrift van een akte van magescheid dat ons huis en het huis wat thans bewoond wordt door de Heer Raab eertijds één goed is geweest en dus dat deze huizen met daarachter de moeshoven aan één man hebben toebehoord en dat zij zijn verdeeld zoals zij nu nog zijn en verklaren dat onze ouders zaliger en wij al het water wat nodig is in een huishouding hebben moeten laten afwateren op onze eigen grond en in een zinken put moesten laten smoren. Dit is de waarheid die ik van de Heer Arnoldus Lemmens moest getuigen.

163 Leopold Frans de Raet drossard en schout en schepenen van Boxmeer verklaren dat voor ons verschenen zijn kapitein van Weijssenborgh en C.H. Koffer echtelieden welke verklaren zich gewonnen te geven om verdere onkosten te voorkomen zoals Augustinus Giesen, president Strick, de weduwe C. van Zeelant en de weduwe Hermen Sweeren op hun goederen en effecten hadden gedaan. Voornoemde crediteuren en mede de weduwe van Peeter Geurts, de schepen Hermen Jacops worden bij deze gecedeerd en alle goederen worden overgegeven, voornamelijk om de jaarlijkse rente van Fl. 220,-- voor een kapitaal van 5500 gulden ten laste van ’t Hoog Grafelijk Huijs Bergh te ontvangen. Naschrift: Alsnog hebben zwager en zwagerin van Weijssenburgh aan enige van de crediteuren hun jaarlijkse rente van 220 gulden tot laste van ’t Hoog Grafelijk Huijs Bergh verkocht, waarbij zij mij verzocht hebben de rente te betalen. Ondertekend door rentmeester P. Hengst

161 Leopold Frans de Raet drossard en schout en schepenen verklaren dat voor ons verschenen is de weduwe Stephen Beckers ten dele geassisteerd door haar broer Willem Alders welke heeft verklaard van gezamenlijke erfgenamen van Willem van Densen te hebben ontvangen een kapitaal van 200 gulden waarbij door deze betaling deze obligatie is teniet gedaan.