Notaris-, schepen- en andere akten

46 Rekest van Henricus Vos kanunnik van de abdij van Tongerlo en pastoor te Drunen in kwartier Oisterwijk te kennen gevende dat hij bijna 62 jaar is en voortdurend kampt met graveel en opstopping van water zonder hoop van herstel zoals blijkt uit een attestatie van de medicine doctor de la Geneste in Grave en dat hij niet in staat is zijn functie uit te oefenen en dient een verzoek in om een assistent te mogen aanstellen; het rekest wordt doorgestuurd naar de kwartierschout van kwartier Oisterwijk en de genoemde attestatie wordt nog doorgestuurd naar een of twee experte doctoren uit ’s-Hertogenbosch en hun consideratie i.v.m. dit verzoek. – zie ook folio 268 reactie van Althoffer stadhouder van de kwartierschout van Oisterwijk met advies aan de pastoor om zich terug te trekken naar de abdij van Tongerlo en dat vervolgens een ander persoon wordt aangesteld om de pastorale functies waar te gaan nemen en ten slotte is bepaald dat alle verzoeken van kloosterlingen van dezelfde aard zullen worden afgeslagen en van de hand gewezen.

12 Een complete lijst van goederen die in het magazijn te ’s-Hertogenbosch te vinden zijn en die gesloopt, afgebroken of nader verzorgd dienen te worden en een staat van de affuiten op de werken en wallen te Grave bevinden, welke goederen met naam en toenaam staan geregistreerd. [ruim 2 tekstkolommen].

77 Conferentie waarin is besproken het rekest van de stadhouders der vier kwartieren van de Meierij van ’s-Hertogenbosch verzoekende dat haar Ho: Mo: disdanige voorzorgsmaatregelen zouden willen nemen dat de goede ingezetenen van de Meierij tegen alle vijandelijke invasies, plunderingen en brandstichtingen mogen worden beveiligd en in geval vanwege de Koning van Frankrijk aan die van de Meierij tot betaling van contributies of levering van foerage of andere levensmiddelen, ten behoeve van diens troepen, aanschrijving werd gedaan, als dan een zodanige permissie en autorisatie te verlenen dat dien aangaande, door en vanwege de Meierij een zodanige conventie mag worden opgesteld als bij de aanvang van de oorlog in 1702 is geschied, om bij redemptie [= verlossing, vrijkoop, aflossing] die contributies aan de vijand te mogen betalen en dat haar Ho: Mo: op dezelfde voet als via de resolutie van 5 mei 1702 is geschied, de ministers aan de buitenlandse hoven en daar het verder van vrucht zal kunnen zijn, gelieven aan te schrijven, om de zaken daarheen te dirigeren ten einde op de beste en prompste wijze een zodanige conventie mag worden opgemaakt of dat haar Ho: Mo: een zodanige verdere voorziening gelieven te treffen als tot beveiliging van de op- en ingezetenen van de Meierij zullen oordelen te behoren; en daarnaast in gevolge en ter voldoening van haar Ho: Mo: resolutie van 3 juni daaraan volgens geëxamineerd hebbende, de rekesten van de regenten der stad Helmond en der heerlijkheden en plaatsen Deurne, Liessel, Vlierden , Asten, Someren, Mierlo, Lierop en Stiphout, alle gelegen in Peelland op de uiterste grenzen van de Meierij en nog geëxamineerd zijnde een missive van de resident Van Kinschot geschreven te Eindhoven op de 9e, hebbende als bijlage een order uit het Franse leger ook daarop gehoord en ingenomen hebbende het hoog wijs advies van Z.H. de Prins van Oranje & Nassau, welke de voorschreven conferentie heeft bijgewoond,

109 Missive van generaal majoor De Guy commandeur van ’s-Hertogenbosch met een bericht over de uitmars van de Engelse regimenten van Crafford en Howard naast brigadier Houghton alsmede van het eskadron van het regiment Van Rechtere naar Grave