tusschen Johann Hubert Heijs, Bartholomeus Antonius Heijs, Antonius Bartholomeus Heijs, Arnoldus Aloijsius Moors en Willem Joseph Cornelis Verstraaten, allen te Mill van huis en erf te Mill, G no. 705, groot 4,15 aren
Tusschen 1. Antoon van Vorst te Ledeacker, 2. Christianus van Vorst te Mill, 3. Wilhelmus van Vorst, weduwnaar van Hendrina Kempen, voor zich en als voogd over zijne uit gemeld huwelijk geboren nog minderjarige kinderen genaamd: Johannes Hendricus - Gerardus Wilhelmus - Wilhelmina Christina - en Johanna Antonia van Vorst, 4. Johannes Kempen als toeziend voogd over de genoemde minderjarigen, 5. Geertruda de Wit en 6. Helena de Wit wonende die sub 3,4,5 en 6 allen te Ledeacker, der huwelijksgemeenschap die bestond in eerste huwelijk tusschen wijlen de echtelieden Johannes Hendrikus van Vorst en Wilhelmina Martens en hunner nalatenschappen en der gemeenschap van winst en verlies die bestond tusschen wijlen de echtelieden Wilhelmina Martens voornoemd en Johannes de Wit in tweede huwelijk en hunner nalatenschappen waarbij is toebedeeld aan Helena de Wit: a. Huis, schuur, erf, stal, tuin, weiland, dennenbosch, hakhout en dennen Sectie A. no's 200, 201,202, 203, 204, 205, 213, 232, 347, 480 en 665 gtoot 7.11.60 Hectaren en b. tuin, bouwland, weiland, heide, dennenbosch en hakhout Sectie A. no's 174a, 191, 734, 507, 1050 en Sectie C. no 2323 groot 3.87.90 Hectaren voor f 5500, gelegen in de gemeente Oploo.
Tusschen Cornelis Willems en Wilhelmus Verbruggen beiden te St. Hubert waarbij is toebedeeld aan Wilhelmus Verbruggen voornoemd molen met erf gelegen te St. Hubert sectie C no. 841 groot 11 aren 90 centiaren voor Æ’ 10.000.
tusschen Martinus de Louw te Mill en anderen van onroerende en roerende goederen, welke worden toegedeeld als: de onroerende goederen aan Johannes Arnoldus de Louw en anderen en de roerende goederen aan Johanna Maria de Louw te Mill