Notaris-, schepen- en andere akten

62 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen Wevering van Holij op een rekest van de de officie en gereformeerde magistraatspersonen als ook van de predikant en de leden van de kerkenraad van de stad verzoekende dat haar Ed: Mo: boven de permissie van 20 januari 1735 waarbij aan de supplianten is geaccordeerd bij het begraven van doden van het groot gelui 2 gl. en voor het klein gelui 12 st. tot reparatie van hun kerk en orgels te genieten en of ze ook willen accorderen om te mogen vorderen voor het gebruik van de doodsbaar die door 4 personen wordt gedragen een bedrag van 2 gl. en voor een die door 6 personen wordt gedragen 2 gl. en 10 st. en mocht de baar door meer personen worden gedragen een som van 3 gl., alsmede om voor degene die niet van de publieke aalmoezen leven en op het kerkhof begraven worden te genieten 1 gl. 10 st. en verder te gelasten dat de doodsbaren van de kerk van Eindhoven en geen andere tot het begraven der doden aldaar zullen mogen worden gebruikt of dat haar Ed: Mo: zodanige andere orders gelieven te geven als zij vinden te behoren

62 Rekest van Johannes Willems rooms werelds priester en kapelaan te Loon op Zand die zijn missie heeft ontvangen als kapelaan in het kerkenhuis achter de Tolbrug te ’s-Hertogenbosch in plaats en vermits de vrijwillige afstand van F.Pigge die geadmitteerd is geweest tot kapelaan in de kerk van de Kruisstraat te ’s-Hertogenbosch, doch door het instorten van die kerk naderhand de dienst heeft gedaan in het voorschreven kerkenhuis achter de Tolbrug; voorts wordt genoemd Hubertus de Haas geboren te Eindhoven priester van de Duitse Orde en pastoor te Beek bij Maastricht die zijn zending heeft ontvangen als pastoor te Geldrop in kwartier Peelland in plaats en vermits het overlijden van Hendricus Bardoull in leven medepriester van de Duitse Orde; idem N.Beekmans rooms werelds priester te Nuenen die zijn zending heeft ontvangen als kapelaan te Schijndel in plaats en vermits de overplaatsing van A.Aerts, nazoekende de nodige akten van admissie

16 Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch inhoudende dat de pachter van de 5e barrière staande op de straatweg van ’s-Hertogenbosch naar Eindhoven ingevolge haar Ho: Mo: octrooi van 3 februari 1741 aan de stad verleend, aangeeft dat verscheiden karren en voitures gebruik maakten van een bepaalde bijweg waardoor ze de betaling van straat- of barrièregeld konden omzeilen en ze verzoeken de Ed: Mo: te verklaren dat allen die deze bijweg nemen of er uit komen straat- of barrièregeld moeten betalen en de magistraat mag deze bijweg afsluiten met een ketting, maar de pachter moet dan wel altijd iemand bij de hand hebben om dat geld te innen.

92 Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch over de betaling van barrièregelden op de straatweg naar Eindhoven.