Notaris-, schepen- en andere akten

20 Opmaken van de inventaris op verzoek van Marianna van de Schans, na het overlijden van haar man Kersten Gerardussen. Er zijn geen onroerende goederen. Dan volgt een uitgebreide beschrijving van de inboedel en meubels. Er is een paard, vier koeien, twee varkens en een schaap. Er is een schuldbekentenis van 175 gulden.

16 Inventaris van Adriaan van den Bogard, weduwnaar van Christina Ariaans, bruidegom aan de ene kant en van Hendrika van Dijk, weduwe van Hendrik van Melis, bruid aan de andere kant. Adriaan brengt in: bed, kast en kist (50 gulden); kleding en lijfsieraden van zijn overleden vrouw (60 gulden); keukengereedschap (12 gulden); obligatie van 50 gulden ten laste van Francis van Schijndel te Uden; Een vordering op Johannes Abraham Paters, herkomende van het erfdeel dat zijn overleden vrouw geërfd had van Jan van Dongen te Zeeland (125 gulden); Een vordering op zijn broer Cornelus van den Bogard (40 gulden); Een vordering op zijn broer Hermanus van den Bogard (13 gulden). Samen 350 gulden. Hendrika brengt in: huis en erf in de Helstraat te Reek (E 118), groot circa een en een derde morgen, oost en noord J.F. van der Meulen, west Michiel Siebers, zuid de gemene straat (800 gulden); Grasdries gelegen te Reek in de Bus, groot circa 2/3 morgen, oost S.J. Boeracker, west Jacobus van Dijk, zuid H. Vermulst, noord Gabriel Gelden (400 gulden); bouwland te Reek, groot circa 0,25 morgen, noord Jacobus van Dijk, verder H. van Amstel (150 gulden); twee percelen heide te Schaijk, groot 4 morgen, een zijde Mathijs van Dijk, andere zijde J.H. van der Meulen (150 gulden); twee bedden (35 gulden); huishorlogie en 2 koperen ketels (20 gulden); kast en kist (20 gulden); korte kar en gereedschap (20 gulden); een koe en 2 varkens (80 gulden); hooi, stro, rogge, aardappelen (125 gulden). Totaal 1798 gulden. Ze brengt ook schulden in: obligatie van 300 gulden aan het fonds der Latijnse school in Ravenstein; obligatie van 150 gulden aan Armen van Reek; obligatie van 150 gulden aan kinderen Jan Bennebroek en Maria Anna Boeracker; 100 gulden aan weduwe Geurd van Dinther; 100 gulden aan weduwe N.L. Boeracker; 200 gulden aan Marcelis Schraven; 100 gulden aan Martinus Willems; 50 gulden aan Jan Martinussen. Totale schulden 1150 gulden.

56 Francis Smits landbouwer wonende te Reek voor zich en als vader en voogd over de zeven minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met wijlen Maria Anna van Dommelen en genaamd Willem, Peter, Martinus, Johannes, Willemina, Hendricus en Johanna Catharina Smits en in tegenwoordigheid van Johannes van Dommelen landbouwer wonende te Rijkevoort als toeziend voogd gaan over tot inventarisatie van de boedel. Tot de boedel behoort het navolgende onroerend goed: een bouwhoeve genaamd “De Bus” met stal en schuur bakhuis, erf tuin bossen bouw- en weiland deels te Reek en deels te Escharen sectie B 312 tot en met 325 en gemeente Escharen onder sectie F 2, 3, 4, 5, 9, 30, 31, 36, 37 en 38.

138 Jan Daamen, metselaar te Mill voor zich en als gevolmachtigde namens zijn broers Hendrikus en Martinus Daamen, beiden metselaars te Mill; Gerrit Goossens, landbouwer te Mook; Jan Linsen, landbouwer te Haarlemmermeer laten inventaris opmaken van wijlen Jan Linsen, overleden te Berghem op 12-9-1860, maar wonende te Reek. De aanwijzing in het sterfhuis geschiedt door Johanna Hendriks, dienstmeid te Reek en Hendrik Blondé, veldwachter te Reek. Naast een huis met erf sectie B 94, alsmede een huis en erf sectie B 340 worden veel percelen land genoemd; alsmede diverse koopakten van wijlen de overledene en ook van wijlen diens vader Hendrik Linsen.