Notaris-, schepen- en andere akten

100 Reinder Reinders weduwnaar van Willemijn Peters bruidegom en Agnes Hendrix van Roi, jongedochter wonende te Escharen bruid, geadsisteerd met haar bruidegom ter eenre en Gerardus Peters en Peter Peters, inwoners van Herpen als ooms en bloedmomboirs van onmondig kind van haar zwager Reinder Reinders in eerste huwelijk bij wijlen Willemijn Peters verwekt ter andere zijde dewelke comparante tot conservatie van vriendschap onder elkaar goed gevonden hebben een akte van eenkindschap op te richten tussen voorschreven kind en die dewelke uit aanstaande huwelijk staan verwekt te worden. En alzo bij examinatie des boedels door voorschreven Rein Reinders als weduwnaar van Willemijn Peters bezeten is bevonden. Ten gevolge van het overlijden van zijn moeder, krijgt het kind een gouden kruis en gouden knip.

70 Wij Jan Wilm van Duere, president en Jan Francis Olijmeule schepen van Herpen verklaren, dat voor ons zijn gecompareerd H. de Groot Landschrijver en Maria Anna van den Broek echtelieden, wonende te Uden welke ons te kennen geven, dat hun zoon Johannes Hendrik de Groot, thans theologant binnen de stad Luik in zijn studie zo ver is, dat hij in staat is de geestelijke staat te ontvangen. Zij hebben voor hem enige ongerede goederen toegewezen, te weten: Een transportbrief voor schepenen van Megen, waaruit blijkt, dat aan gemelde echtelieden is verkocht 1½ mergen uiterwaard onder Megen gelegen genaamd den Inschiet, alsmede ten behoeve van voorschreven theologant voor gerecht opgedragen. Zijnde vrij- en onbezwaard, dan alleenlijk van de Zeer Eerwaarde Heer J. B. Rijdt pastoor van Megen. Een weicamp gelegen onder Herpen naast W.Ruijs uitschietend met een eind op erve van Hendrik van den Berg, het andere de gemene wettering. Perceel hiephout gelegen op de Dorte onder Herpen, ter ene zijde de ….. Camp. D’andere zijde erve Ariean Voss, een eind opt Heere land; Perceel een halve mergen hooiland onder Herpen gelegen int Broek ter eenre neffens de Dortsteeg.

515 Op verzoek van Leonardt van Duren, beider rechten licentiaat en landschrijver, gaan de gerichtspersonen naar de Coolwijck en vragen Thomas Claes Lorskens wegens zijn hoge ouderdom informatie over een grens. Het betreft de limietscheiding van een stuk land, genaamd het Schapsdrijsken, een zijde Aert den Poter, andere zijde Jan Hendrik Sonnenbergh en meer erven, een eind Jan Jacob Drommers. Thomas verklaart dat de bomen van de Schaapsdrijs naast het erf van Jan Jacob Drommers op het erf stonden van Leonard van Duren. De gerichtspersonen hebben toen aan Jan Jacob Drommers gevraagd of hij zich eigenaar van de bomen achtte en die ontkende dat. Geprotocolleerd op 27-08-1748. Ondertekend door schepenen Jan van den Acker en Jan van Well.

4 Johanna Cathrina Gottho, wonende te Herpen, meerderjarige dochter, geassisteerd door de notaris, verklaart dat ze al geruime tijd aan een gevaarlijke ziekte lijdt en onder behandeling is. Om verder te herstellen wil ze gaan verhuizen, maar ze wil eerst de rekeningen betalen van dokter Willem Buss en chirurgijn Steeve van der Bild, en van haar huisverhuurder. Ze is echter niet in staat om nu te betalen. De beide crediteuren (dokter en chirurgijn) stellen zich borg. Als zij onverhoopt komt te overlijden, dan zullen de rekeningen uit haar erfenis worden betaald. Opgemaakt voor Pieter van der Heijde, openbaar notaris te Ravenstein en de getuigen Leendert Kling en Petrus van den Bergh.