Notaris-, schepen- en andere akten

91 Jacobus Philippus Le Heu en Dirk van Nimwegen, regerend schepenen van municipaliteit der stede en vrijheid Oss en Willem Petrus Glaviman, substituut secretaris verklaren dat zij op 13-5-1796, geassisteerd door de onderschout der stad en meierij van ’s-Hertogenbosch, J. Schouten naar het huis van Lindert Geert Gijsbers zijn gegaan. Ze hebben Johannes Dominicus de Louw, doctor en Francis Ulijn, chirurgijn het dode lichaam van Lindert Geert Gijsbers laten visiteren. De dode had een fractuur in het bekken, waarvan de scherpe uitstekende randen van binnen te zien waren. De dura mater tunica arachnoidea en pia mater waren ‘geledeert’. Onder en tussen deze vliezen bevonden zich etterende stoffen die het voorste en bovenste deel van het linker halfrond (hemisphaerium) bedekten. Dit was in hun ogen de doodsoorzaak. Als de nodige medicijnen op tijd waren toegediend, had de lijder wellicht aan de dood kunnen ontsnappen.

86 Johannes Dominicus de Louw, doctor en Francis Ulijn, chirurgijn, beiden inwoners alhier verklaren op verzoek van het Hoog Officie der stad en meierij van ’s-Bosch, dat zij gisteren 13-5-1796 nauwkeurig hebben gevisiteerd het dode lichaam van Lindert Geert Gijsbers, die alhier gewoond heeft. Ze vonden een fractuur in het bekken (‘bekkeneel’), waarvan de scherpe uitstekende randen binnenin zichtbaar waren. De dura mater tunica arachnoidea en de pia mater waren ‘geledeert’. Onder en tussen deze vliezen bevonden zich etterende stoffen, die het voorste en bovenste gedeelte van het linker halfrond (hemisphaerium) bedekten. Zij beschouwen dat als de doodsoorzaak. Als hem op tijd medicijnen waren toegediend, had de patient mogelijk gered kunnen worden.

77 Gijsbertus Ruijs, president, Dirk van Nimwegen en Jan Hendrik Joris, schepenen, en Willem Petrus Glaviman, secretaris der stede en vrijheid Oss verklaren dat zij op verzoek van Maria van Haren vrouw van Francis van Stralen naar haar huis zijn gegaan om het te inspecteren naar aanleiding van het feit dat gisteravond de glazen zijn ingeslagen. Ze constateren dat er elf ruiten met spijlen kapot zijn in het glasraam boven de vensters in de keuken. De glasscherven lagen nog onder het venster op de grond. Maria van Haaren vrouw van Francis van Stralen heeft verklaard dat dit feit gepleegd is door haar man Francis van Stralen, die thans van haar af is en zich ophoudt in een ander huis. Hij heeft dat gedaan gisteravond tussen 8 en 9 uur. Haar dochter, knecht en arbeiders waren toen bij haar in huis. Haar man heeft tijdens het voorval zware dreigementen geuit en zelfs gedreigd haar te vermoorden en het huis in brand te steken.

75 Nicolaas van Hoorn en Hendrik van Bergen, meester timmerlieden, inwoners alhier, verklaren op verzoek van Cornelis Bajens, inwoner alhier, dat zij heden op verzoek van de requirant naar diens huis zijn gegaan om een oculaire inspectie uit te voeren en te bezien of de zolder bekwaam is om er granen op te ‘schudden’ [bewaren]. Na inspectie constateren zij dat de zolder niet geschikt is, omdat deze bestaat uit losse planken die niet vastgespijkerd zijn, met uitzondering van een hoekje, dat gedeeltelijk met haver en rog was gevuld, boven het voorhuis.