Notaris-, schepen- en andere akten

144 Jacobus Huijberts uit kracht van procuratie van Sibilla Vos weduwe van Jacobus vander Borst in leven predikant te Lent voor het gericht der stad Nijmegen dd 6 maart 1715, vest krachtens magescheid tussen de erfgenamen van Henrijcus vander Borst en Anna Catharijna Cluijt e.l. dd 3 februari 1714 te Lent in de Overbetuwe, schepenen gebleken, Wiggert vander Plaat en Megdilt Welters e.l. het huis en erf toegevallen aan juffrouw Vos achter de Maarstall, aan de ene zijde het erf van de drie pijpen of Zeger Elias vander Borst, aan de andere zijde Peeter Kooser en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns zo die er is verkocht voor tweehonderdveertig gulden en twintig hogen volgens de koopvoorwaarde. Substituutscholtis, schepenen Jacob Adriaan Croeser en Jacob Linden. 16 april 1715. in de marge: de 40ste penning 8-5-0 dd 16 april 1715

143 Evert Smetser en Maria Vincent e.l. vesten Jacobus van Ooijen en Levijna Helena Seldenrijk e.l. het huis en erf in de grote Rogstraat genaamd Roomen, aan de ene zijde naast het erf van Jacobus vande Graaff, aan de andere zijde het huis en erf van de gezworen raadsvriend Thomas Vincent en voor aan de gemene straat, met alle lijdende en heersende lasten, alles conform de koopvoorwaarde dd 17 januari 1715, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns à vier stuivers, drie malder rogge aan de bagijnen te betalen met dertig stuivers het malder verkocht voor negenhonderdtwintig gulden en vijfentwintig hogen, de eerste termijn te betalen bij het uitbranden van de kaars ad vijfhonderd gulden aan Joannes Smetser, in mindering van zijn vordering wegens moederlijk goed, de tweede a.s. pasen,. Substituutscholtis, schepenen Arnold Cornelis Omelingh en Isaac du Feu. 1 februari 1715. in de marge: de 40ste penning 30-12-4 dd 1 februari 1715

142 Hendersken Wemmers weduwe Jan Peters, Catharijna Peters weduwe Buijs, Coenraadt Bodenstaff nomine uxoris als gehuwd met Maria Peters zich voor haar sterkmakend, de weduwen met de secretaris als momboir, Hendriksken Wemmers mede uit kracht van procuratie van Peter Levijn en Petronella Peters wonende of in garnizoen te Zutphen dd 18 november 1714 voor richter en schepenen te Zutphen en met toestemming van de weesmeesters bij apostille op een rekest dd 20 december 1714 i.v.m. haar jongste en onmondige dochter Joanna Peters, alles het gericht gebleken, vesten Alida van Diemen weduwe schepen Ribbius een rente van vijftig gulden, de eerste pacht te vervallen over een jaar a dato heden, uit het huis in de Maasstraat genaamd de Leeuw, aan de ene zijde naast het erf van het huis genaamd de swaan of juffrouw de weduwe van Eeuwijk, aan de andere zijde het erf van Jacob Croeser chirurgijn, achter schietend en met een gang en stalling uitgang hebbend op het straatje achter de kerk en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns à twee stuivers, zeventien gulden tien stuivers aan Willem Palsener en Allegonde Hermens zijnde het restant van een rente van vijfentwintig gulden losbaar met vijfhonderd gulden, waarvan afgelost op 30 augustus 1691 eenhonderd gulden, 3 november 1692 vijftig gulden dus het restant driehonderdvijftig gulden losbaar op de pachtdag met de volle pacht en eenduizend gulden. Wie wil lossen of laten lossen moet dat een kwartaal tevoren aanzeggen. Substituutscholtis, schepenen J. Linden en Pieter Vettekeuken. 20 december 1714. in de marge: de 40ste penning 27-10-0 dd 20 december 1714. doorgehaald; in de marge: dd 21 april 1730 getransporteerd zoals te zien in dit protocol f. 231v en 232, daar geroyeerd, dus hier eveneens, 21 juli 1757, P. Ragaij

141 Joannes vander Aarbrugge, Willem Smits en Francoijsa vander Aarbrugge e.l., Guiliam vander Aarbrugge, allen wonende te Grave vesten Willem Huijberts wonende op Zeeland in het land van Ravenstein de helft van de kamp hooi- of weiland in de Wijt jurisdictie van Grave groot in het geheel ca drie morgen, aan de ene zijde het erf van Helena Cluijt, aan de andere zijde de bagijnen, achter schietend op en tot aan de Maas en voor aan de gemene weg, verkocht voor vijftienhonderdvijftig gulden. Scholtis, schepenen Arnold Corn. Omelingh en Isaac du Feu. 12 december 1714. in de marge: de 40ste penning 42-19-0 dd 12 december 1714