Notaris-, schepen- en andere akten

132 deurwaarder Joan van Aarssen uit kracht van verpleging door de procureur Joan Therportten dd 5 juli 1713 namens de erfgenamen Pierlingh gedaan aan het comptoir van de domeinen en krachtens executoriaal van de rentmeester Joan Ruijl en aan hem verleende acte van cessie van de domeinen vest de erfgenamen Pierlingh het huis en erf in de grote Rogstraat, aan de ene zijde het erf van Jenneke van Urmont weduwe Coebergh, aan de andere zijde het erf van Anthonij Bakker en voor aan de gemene straat toebehorend aan Maijken Dircx weduwe van de secretaris de Cocq tegenwoordig bewoond door Jan Francoth met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, vier gulden tien stuivers aan het comptoir voornoemd, drie gulden zeventien stuiver acht denier aan het Catharina gasthuis verkocht voor vijfhonderd gulden en vijfentwintig hogen. Substituutscholtis, schepenen Elbert Verhorst en Isaacq du Feu. 4 augustus 1714. in de marge: de 80ste penning 10-17-4 dd 4 augustus 1714

131 Thomas Vincent raadsvriend vest Jacomijna de Quaij weduwe van Paulus Berins een rente van tien gulden, de eerste pacht te vervallen over een jaar a dato heden, uit het huis en erf in de grote Rogstraat genaamd de drie vijsels, aan de ene zijde het erf genaamd den swarten ruijter, aan de andere zijde de erfgenamen van de weduwe Jan van Holt, achter schietend aan het erf van de erfgenamen Joost de Goeij en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, zes enkele gouden rijnse gulden te betalen met acht gulden acht stuivers aan Willem de Decquere en Helena Cecilia van Kessel e.l. zolang Vincent leeft zal de weduwe Berins geen rente vorderen als de weduwe het kapitaal opeist mogen de erfgenamen volstaan met vijfenwtintig gulden met de volle pacht op de pachtdag, maar overigens op de pachtdag met de volle pacht en tweehonderd gulden, maar dan met een opzegtermijn van drie maanden. Substituutscholtis, schepenen Elbert Verhorst en Isaac du Feu. 31 juli 1714. in de marge: de 40ste penning 5-10-0

130 Christiaan Camerlingh en Elisabeth Peters e.l. vesten Anthonij de la Genette MD en Anna Maria de Meijer e.l. een rente van vijfentwintig gulden, de eerste pacht te vervallen over een jaar a dato heden, uit het huis, grutmolen, achterhuis en erf in de Hoofschestraat omtrent de wal, aan de ene zijde naast het erf van Jacob van Maseijk, aan de andere zijde schietend op de uitweg van het oude geesthuis en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns à vier stuivers, zeven gulden vijftien stuivers geestelijke pacht, het achterhuis met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, een gulden achttien stuivers negen denier, een malder tarwe te betalen met drie gulden, vier vat tarwe te betalen met een gulden tien stuivers, een malder rogge te betalen met twee gulden ten comptoire van de domeinen, tien stuivers aan het Catharina gasthuis losbaar op de pachtdag met de volle pacht en vijfhonderd gulden. Wie wil lossen of laten lossen moet dat een kwartaal tevoren aanzeggen. Substituutscholtis, schepenen Elbert Verhorst en Isaac du Feu. 31 juli 1714. in de marge: de 40ste penning 13-15-0. doorgehaald; in de marge: bij kwitantie van A.C. de La Genette MD en van G.C. de Lagenette gebleken dat dit aan hen als kinderen van Anthoni de Lagenette en Anna Maria de Meijer dd 25 september 1725 is afgelost,dus geroyeerd 4 oktober 1725, D. Ragaij

129 Jan Porters en Catharijna Clomp e.l. wonende te Schendel in de meierij, Jacobus Vermeer en Anna Maria Holle e.l. wonende te Gennep in het land van Kleef vesten Willem Bloemerts en Hendrijna van Elderum het huis en erf in de Oliestraat, aan de ene zijde de weduwe Gillis Coebergh, aan de andere zijde de kinderen van Jan van Es, achter de uitgang op de wal en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, een gulden 9 denier geestelijke pacht aan het comptoir van ZM verkocht voor driehonderdzestig gulden en daar volgens de koopbrief dd 29 juli voor Harmanus Swart het achterhuis aan de wal vroeger een brouwerij is geweest zijn comparanten met de weduwe Gillis Coebergh die bij het maken van de koopbrief is gecompareerd overeengekomen dat als de tegenwoordige eigenaar er weer een brouwerij in wil maken de weduwe de goot weer op haar kosten zal maken zoals die vroeger is geweest. Substituutscholtis, schepenen Elbert Verhorst en Isaac du Feu. 30 juli 1714. in de marge: de 40ste penning 10-13-0