Notaris-, schepen- en andere akten

49 Uitvoerig relaas van luitenant kolonel Van Tuijll met een rapport over de levering van stro, rogge etc. door aannemer Ross voor zowel ’s-Hertogenbosch als Geetruidenberg met vermelding van de hoeveelheden.

82 Rekesten van Martinus van Gorcum rooms werelds priester en kapelaan te Erp in kwartier Peelland en van Philippus Heijs rooms werelds priester geboortig van Geertruidenberg; de 1e suppliant vanwege zijn zending als pastoor te Erp vermits het overlijden van Johannes van den Broek en de 2e suppliant vanwege de kapelaansplaats te Erp vermits de promotie van Martinus van Gorcum; beiden krijgen een akte van admissie conform het vastgesteld in de resolutie van 19 juli 1730.

57 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant De Schmeling van de 19e met een bericht op een rekest van verschillende kooplieden en viskopers binnen de stad Geertruidenberg die van tijd tot tijd in de stad komen en ook in de baronie van Breda als ook in Oostenrijks Brabant die dan ook verplicht zijn zich te conformeren aan de ordonnantie van de grote Brabantse zwijgende landtol; de supplianten verzoeken dat tot voorkoming der inconvenienten in het rekest gedetailleerd, dat haar Ed: Mo: gelieven aan de pachter van de tol Anthony van Hanswijk te permitteren dat hij Augustijn van Dalen sluiswachter op de dam even buiten de stad mag autoriseren aan de supplianten en alle anderen de voorschreven dam passerende behoorlijke tolbiljetten uit te reiken van hun goederen en koopmanschap conform die ordonnantie, mits daarvoor van ieder biljet dat bij hem zal worden gelicht, voor salaris buiten kosten van de pachter mag genieten een stuiver – zie ook folio 511

50 Rekest van Wilhelmus Aerts rooms werelds priester en kapelaan te Lommel in kwartier Kempenland die zijn zending heeft ontvangen als pastoor te Bladel vermits het vertrek van pastoor Carolus Hachtins naar Geertruidenberg, verzoekende om een akte van consent en admissie die hem wordt verleend omdat hij voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in de resolutie van 19 juli 1730 en rest hem nog een handtekening te zetten onder de verklaring die in een speciaal register ter secretarie wordt bewaard