Notaris-, schepen- en andere akten

274 Jan zoon wijlen Vranck Peters verwekt door deze Vranck bij diens vrouw Goelken, verder Peter Aerts van Tuijl als man van Hendriksken, verder Jan Rijckaerts van de Brant als man van Heijltien, nog Maijken, zijnde allen dochters van genoemde Vrank Peters en van Goelken, verklaren een deling te hebben gemaakt van het bezit afkomstig van wijlen Peter Gerits zijnde hun grootvader. Genoemde Jan zoon van Vranck Peter Gerits krijgt een stuk akkerland genoemd het Hopveldje, gelegen te Boxtel onder Munsel, belendend Peter Wouters, N.N. van Breugel, Goijaert Martens van Hees. Nog krijgt hij een heiveld groot ca. 7 lopenzaad ter zelfder plaatse gelegen, belendend Wouter Jaspers de Bresser en meer anderen, de weduwe van Hendrick Peter Gerits, de erfgenamen van Jan Jaspers, de gemeijnte daar. Nog krijgt hij een stuk weiland gelegen in herdgang Lennesheuvel, belendend jonker Franchois Beijhaerts, de weduwe van Jacob Gerit Franssen, de gemeijnte daar. Uit dit bezit jaarlijks de chijns te betalen. Genoemde Peter Aerts (van Tuijl) krijhgt een stuk akkerland gelegen te Boxtel ter plaatse genoemd op Hoog Munsel, belendend de weduwe van Hendrick Peter Gerits, de gemeenschappelijke mestweg, Jan Martens, de erfgenamen van meester Jan van Affoorden. Genoemde Jan Rijckaerts van den Brant krijgt een stuk akkerland genoemd de Wouwendonck, gelegen te Boxtel onder Lennesheuvel, belendend Jan Peter Gerits, de gemeijnte daar. Daaruit de helft te betalen van 16 stuivers en 14 penningen per jaar als grondchijns aan de heer van Boxtel. Genoemde Maijeken krijgt een stuk akkerland genoemd de Hofstadt gelegen te Boxtel onder Lennesheuvel, belendend Willem Hens Joordens, de gemeenschappelijke straat, Jacob Dirck Goijaerts, Joost Maurus Slegers. Hieruit de helft van de grondchijns te betalen zoals het vorige erfdeel. De delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling gestand te doen.

246a [VERVOLG AKTE] Huijbert Aerts dat ervan is afgedeeld, Cornelis Wijnants, de weduwe van Wouter Jansssen. Nog krijgt hij een stuk land onder Cleijnder Lijempde gelegen, groot ca. een lopenzaad belendend Michiel Dirck Gielen, Antonis Aerts waarvan is afgedeeld, de weduwe van Ariaen Janssen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Michiel Dierck Michiels, Anthonis Aerts waarvan is afgedeeld, de erfgenamen van Goijaert Jan Segers, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk weiland groot ca. 5 lopenzaad en 23 roedes, gelegen in herdgang Hall, belendend Antonis Aerts waarvan is afgedeeld, de erfgenamen van Marten Claessen, de weduwe van Jan Gerits, de rivier de Dommel. Uit dit erfdeel de zelfde lasten te betalen als in het eerste erfdeel. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars bezit en beloven de deling gestand te doen. Als er op iemands erfdeel meer lasten blijken te drukken dan nu bekend is, zullen ze die samen betalen, ieder voor een vierde part. Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat de andere erfdelen daarvoor zijn gevrijwaard. Datum 10 juni 1666, getuigen Peter Ariens van Dijck en Jacob Hardy als schepenen.

246 Antonis en Huijbert, broers en zoons van wijlen Aert Jan Adriaens door deze Aert verwekt bij diens vrouw wijlen Heijltien verder Cornelis Lamberts als man van Geertien, Peter Janssen de Leeuw als man van wijlen zijn eerste vrouw Aeltien, beiden dochters van Aert Jan Ariens en van Heijltien, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd. Genoemde Antonis krijgt een stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad gelegen te Boxtel onder Hall, belendend Peter Janssen de Leeuw waarvan is afgedeeld, Cornelis Lamberts, de gemeenschappelijke straat, de gemeijnte van Zelissel, Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. een lopenzaad en 5 roedes, ter zelfder plaatse gelegen aldaar genoemd den Start, belendend Peter de Leeuwe waarvan is afgedeeld, Wouter Janssen, Cornelis Wijnants. Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. een lopenzaad,gelegen onder Cleijnder Lijemde, belendend Huijbert Aerts, Peter Janssen de Leeuw waarvan is afgedeeld, de weduwe van Adriaen Janssen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk akkerland groot ca. een lopenzaad en 31 roedes, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Peter Janssen de Leeuw waarvan is afgedeeld, Cornelis Lamberts, Goijaert Jan Segers, de gemeenschappelijke straat daar. Nog krijgt hij een perceel weiland groot ca. 5 lopenzaad en 20 roedes, gelegen in herdgang Hall, belendend Peter de Leeuw waarvan is afgedeeld, Jenneken Hendrick Janssen, Eijken weduwe van Jan Geerts, de rivier de Dommel. Hieruit jaarlijks 2 stuivers grondchijns te betalen aan de heer van Boxtel, nog het vierde deel van een derde part van 2 vastenavondhennen en het vierde part van een blank grondchijns aan de heer van Gestel (attentie), nog het derde part van 6 stuivers een oort als gebuurchijns aan de heer van Boxtel, nog het vierde part van een blank als gebuurchijns aan de heer van Boxtel, nog 3 zesters rogge aan de rentmeester van de geestelijke goederen in Den Bosch, nog het vierde part van 22 stuivers 8 penningen aan

238 Adam zoon van Coenraet Adams van Geffen verwekt door deze Coenraet bij diens vrouw Lijsken Hendrick Dirck Heesmans, verder Jan Willems van de Leen als man van Henricken, Henrick van Beeck als man van Cathelijn zijnde beiden dochters van genoemde Coenraet en van Lijsken, hebben verklaard een deling te hebben gemaakt van het bezit dat ze van hun vader hebben geerfd. Genoemde Adam krijgt het huis, hofstad en aanliggend erf etc. met tuin, schuur, boomgaard etc. gelegen te Boxtel onder Lennesheuvel, belendend Hendrick Hendricks van Beeck als deler, waarvan is afgedeeld, Vranck Janssen en meer anderen, de erfgenamen van Luijttien Antonissen, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een een stuk land zijnde akkerland en groesland genoemd het Heijvelt, ter zelfder plaatse gelegen, belendend de erfgenamen van Marten Huijberts, Adriaen Peters en meer anderen, Adriaen Janssen van de Ven. Nog krijgt hij een stuk weiland ter zelfder plaatse gelegen, belendend Jenneken Peters, de tafel van de H. Geest te Boxtel, Hendrick Adriaen Hoevenaers. Nog krijgt hij een stuk groesland genoemd den Bunten, ter zelfder plaatse gelegen, belendend de Grooten Pinxtelaer, Adriaen Meeusssen, de genoemde H. Geest. Nog krijgt hij een stuk hooi- of weiland genoemd het Coevoort, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Jan Peters en meer anderen, Adam Peters, Jan Ariens de Bresser cum suis, de gemeijnte van Baernisvelt. Nog krijgt hij twee derde delen van de rechten in een hooi- en houtveld genoemd de Hedinge gelegen onder Oirschot, ter plaatse genoemd de Scheij-eik. Uit dit erfdeel een rente betalen aflosbaar met 500 gulden, verder een obligatie van 100 gulden, beide te betalen aan Jan van Ekaert, nog een obligatie van 50 gulden aan de Broederschap van O.L. Vrouw en de helft van ca. 5 stuivers chijns aan de heer van Boxtel en 10 penningen aan de zelfde heer, verder 50 gulden aan hun zwager Hendrick, na dood van hun moeder Lijsken te voldoen.