Notaris-, schepen- en andere akten

6 Claes Hanrick Vossch heft ontvangen van de ‘swoen’ penningen uit handen van Hanrick Loijen 12 gulden, van Jan Gerits, nog van Claes Dirix 12 gulden. Daarvan betaald: - aan de rentmeester van Megen 10 gulden en 3 oort - aan de geestmeesters te Megen 4 gulden - aan Jan Ghisselen te ‘s-Bosch 6 gulden - aan Hanrick Loijen van de brief 30 stuivers - aan Claes Vossch met hem genomen van de gilde de somme van 3 gulden en 2 oort - aan mij ‘van d informative te scrijven vande schout’ 6 stuivers en 1 oort.

54 Memorie van aangifte van de goederen te Cuijk en Klein Linden aan de heer ontvanger van Tuerenhout door de erfgenamen van Ludolphus Ernestus Arnoldus de Quaij, overleden op het Huis de Barendonk te Beers op 17-8-1803 voor het betalen van de 20e penning: Te Cuijk: de helft van 3 thijns hoenderen cijns uit de erven van Roelof Jans; de helft van 2 thijns hoenderen cijns uit de erven van Marten Willems genaamd de Kendt; de helft van 2 smal hoenderen thijns uit de erven van Jen van Cuijk genaamd het Conijnbosken; de helft van 2 thijns hoenderen cijns uit de oude hoef en 2 capuijnen cijns uit de erfenis van Peter Derx van Ippen; de helft van 1 ½ capuijn, 1 thijns hoen en 12 meeuwen uit het Hof te Heeswijk van Mevr. Weeselinkhooven. Te Klein Linden: de helft van ½ malder gerst en een thijns hoen cijns uit de …kamp; de helft van 4 thijns hoenderen cijns uit 4 hond land genaamd Platte Camp; de helft van 2 thijns hoenderen cijns uit de Platte Camp; de helft van 1 ½ capuijn cijns uit huis en hof; de helft van 1 ½ capuijn cijns uit huis en hof met 2 mergen land; de helft van 6 vat gerst uit 1 ½ morgen weiland; de helft van ½ malder gerst en een thijns hoen cijns uit de Nieuwcamp, later genoemd de Stijlen; de helft van ½ malder gerst en een thijns hoen cijns uit een stuk bouwland op de Stijlen; de helft van een schepel garst en ½ thijns hoen cijns uit de Nieuwcamp; de helft van een vat gerst en ¼ part van een thijns hoen cijns uit de Nieuwcamp; de helft van een vat gerst en ¼ part van een thijns hoen cijns uit de Nieuwcamp; de helft van ½ vat gerst en een thijns hoen cijns uit de Looijkamp. Totale taxatie F 216-5-0. Getaxeerd door Cornelis van Druijnen, president schepen loco schout, Johan Fransis Strick en Rut Cuijpers, schepenen. N.B. de blz 145, 146 en 147 geven dezelfde opsomming.

47 Memorie van het overlijden te St. Agatha 14-3-1801 van Elisabeth Aarts voor het betalen van de 20e penning: een obligatie, groot F 1000,-- ten laste van Klein en Groot Linden. Eed gedaan door Gerardus van Kempen, neef van de overledene ten overstaan van Willem van der Wielen en Andries de Groen, schepenen.

4 Memorie van de nagelaten vaste goederen door Alida Adriana Rummerink, geboren Prelat, overleden te Dordrecht 2-5-1794 en gedevolveerd op Meesterr Gerard van Minningen en Matthia Huberta van Minningen en Meester Hendricus Mattheus de Lille, ieder voor 1/3 en in tocht bij haar man Martinus Rummerink, predikant te Dordrecht: Te Escharen: 1/6 part in een huis, achterhuis, bakoven, schop, boomgaard, moeshof en houtgewas, groot 3 hond, enerzijds en een eind W. Bastiaans, anderzijds eigen erf onder het Land van Ravenstein, het laatste eind de Boltsestraat; 1/6 part in een perceel wei- en heiland, groot 1 ¼ mergen, enerzijds en een eind de Boltsestraat, anderzijds W. Bastiaans, het andere eind de gemeente; 1/6 part in een huis, genaamd de Middelbolt, achterhuis, schuur, ongeveer voor de helft op het Land van Ravenstein, een moeshof, achter- en voorschuur, enerzijds de Boltsestraat, anderzijds en een eind eigen erf, het andere eind de dijk; 1/6 part in een stuk land, groot 3 hond bij de Oosterbolt op het Ravensteinse, enerzijds de Boltsestraat, anderzijds en met een eind eigen erf, het andere eind W. Bastiaans; 1/6 part in een houtgewas, groot 1 mergen, enerzijds de erfgenamen van mevr. Ruijl, voorts de gemene straat; 1/6 part in een hooi- of weikamp, genaamd de Horst, enerzijds de Raam, voorts de gemeente. Te Mill en St. Hubert: de helft van een erfpacht van 2 malder rogge uit goederen van Jan Antonij Nabers te St. Hubert. Kantlijn: eed gedaan door de Heer de Lee, gelaste van Martinus Rummerink, predikant te Dordrecht.