Notaris-, schepen- en andere akten

242 Voor schepenen is verschenen Maria Tonis laatstelijk als weduwe van Paulus Hendrick Jan Willems, inwoonster van Dinther en doet afstand van haar recht van vruchtgebruik van het bezit dat wijlen haar man Paulus als weduwnaar had gekocht. Ze doet afstand ten behoeve van Jan Teeuwis Hanegraaff en Peter Tonis van Straten als voogden van en ten behoeve van de minderjarige kinderen van Paulus Henrick Jan Willems verwekt bij Maria Hendrix van Thuijl. (426) Actum Dinther 20 oktober 1730, getekend Jan Adriaens, Adriaan Wilbers, mij present J. van Oerle, secretaris.

241 Dirk Janse Dortmans als inwoner van Dinther verkoopt aan Peter Janssen van Veghel als inwoner van Dinther 4 stukjes teulland groot ca. 4 lopenzaad, alhier te Dinther aan het Beugt, belendend Jacob Thomasse, de verkoper zelf, Tonij Frenssen, de straat. Nog 3 stukken land samen groot ca. 3 lopenzaad, ter zelfder plaatse, belendend Jacob Tomasse, Jan Tomasse, Tonij Franssen, (423) de heer van Heeswijk cum suis, zoals hij heeft geerfd van zijn ouders volgens deling met zijn broers. De verkoper belooft alle lasten af te handelen, behalve uit het eerste perceel een gulden een stuiver aan (424) de parochiekerk hier, nog een zester rogge per jaar aan de armen van Dinther, nog 5 stuivers 4 penningen als grondchijns aan de heer van Berlicum in het boek van Middelrode, nog de dorpslasten. Datum 11 oktober 1730, getuigen Herman van Broeckhuijsen, Jan Adriaens, mij present J. van Oerle, secretaris

240 Voor schepenen van Dinther verscheen Marike Peeters van Elswijk als weduwe va Peeter Huijberts inwoonster alhier, die verklaart afstand te doen van haar recht van vruchtgebruik
(421) inzake bezit dat de comparante is nagelaten na dood van haar man, zulks ten behoeve van haar kinderen Huijbert en Jenneken, met alle lasten die erop drukken, welke kinderen daarmee naar eigen goeddunken mogen handelen. Datum 8 (422) september 1730, getuigen Paulus Hendricx, Corstaien Claessen, mij present J. van Oerle, secretaris.

239 Schepenen van het dorp Heesch hebben het verzoek bekomen vanwege Jenneke Jacobs als weduwe van Arnolt van den Hooge waarin ze vermeld dat ze voor de rest van haar leven in de kost gaat bij Joost Costers inwoner alhier, onder voorwaarde dat zij in plaats van kostgeld aan hem een perceel weiland zou overdragen gelegen te Dinther. Zij heeft als langstlevende alleen het vruchtghebruik van dat bezit waarvan haar zoon Jacobus van den Hoogen daarvan het erfrecht heeft die ermee instemt om dat perceel aan Joost Costers over te dragen, maar Jacop is nog slechts 17 jaar oud. Ze vraagt om toestemming om afstand van haar vruchtgebruik te mogen doen en daarna het perceel te mogen overdragen etc. (418) middels een curator. Schepenen hebben het verzoek bezien en er is een appointement opgemaakt d.d. 13 maart 1730 dat in handen vande naaste familie is gesteld. Er is een schrftelijk antwoord bekomen van Jan Els de oude als inwoner van Sambeek als man van Jenneke van den Hooge, welke Jenneke de tante is van Jacobus als zoon van Arnoldus van den Hooge, en verder van meester Joost Costers inwoner van Heesch als neef van Jenneke weduwe van Arnoudt van den Hooge. Het advies daarin is dat het beter en dienstig is om (419) het perceeltje land eigendom zijnde van deze Jenneken van den Hooge, aan deze meester Joost Costers over te dragen, dan te behouden, mits dat Joost Jansse Costers de requirante haar verder haar leven lang zal onderhouden in alles volgens advies van Gerit van Vlijmen en van de naaste familie. Daarom geven wij schepenen toestemming aan Gerit van Vlijmen als curator voor deze Jenneken Jacobs als weduwe van Arnoudt van den Hooge, dat de suppliante afstand van haar recht van vruchtgebruik mag doen, ten beheoev van haar zoon Jacobus van den Hooge, mits dat zal dienen voor het onderhoud van haar.