Notaris-, schepen- en andere akten

36 Rekest van de regenten van Hilvarenbeek, Boxtel, Hoge en Lage Mierde en andere plaatsen in het kwartier van Oisterwijk verzoekende dat haar Ed: Mo: het executoriaal verleend aan Dirk de Greef cum suis gelieven te houden en surseance ter tijd en wijlen dat bij haar Ed: Mo: na ingenomen bericht van de Raad en rentmeester generaal der domeinen omtrent de begroting en repartitie der karrendiensten nader zal worden gedisponeerd

22 Extract ut register van Mierde.
Seeger wittich soone Adriaen Amsems met Catelijn sijnde huijsvrouwe kennen ende lijden dat sij ghelooft hebben ende ghelooven midts desen te geven ende deuchdelick te betalen lichtemisse toecomende vs. collateuren ende tot behoeff der selver beursieren die somme van tweentachtentich gl. gheloovende daer van behoorlicke intreste los vrij promissie gelt elcken gl. tot xx gemeijne stuijvers gereeckent hier voore ende tot voldoen van dien verbijnden sij ghelooveren bovengenoemt hennen respectieve persoone ende alle henne goederen nu hebbende ende naemaels vercrygende sonder eenige contradictien appellatien ofte weder seggen in eenigen manieren alles sine froude arch ofte liste ende begeert voor ons nabeschreven schepenen becont [becent?] te wesen des noot sijnde – datum date ende voor schepenen vs. – scepenen bovengenoemt gelooven Seegeren als collateur vande vs. briefgelt ende schrijven te houden costeloos ende schadeloos – actum date ende voor schepenen vs. – dese gecolationeert is bevonden te ackorderen – quod attestor, in absentij van den secretaris Abberdaen als substituit.

21 dese gecollationeert is bevonde te ackordseren, quod attestor, in absentij van den secretaris Abberdaen als substituit
Extract ut register van Mierde.
Jan wittich soone Mattijs Luijten gelooft te geeven ende deuchdelick te betalen alle jaren lichtmisse alsmen kersse brant Segeren wittich soone Adriaen Amsems ende Jan Adriaens als collateurs der fondatien wijlen Hr. Jacoppen Seegers ende tot behoeff der selver fondatien ses gl. erffelicke rente ende erffelick pachts elcken gl. tot xx stuijvers gereekent vallende den 1e pacht lichtemisse toecoomende vuijt ende van een stuck erff dries lant genoemt die Braecke ende Driese daer aen gheleegen groot ontrent acht loopensaet oost aen erve Jan Wouters ende meer anderen suijt aen des ghelovers erve west ende noort aen erve der erffgenaemen Jan Paridaens als sij seijden los en vrij sonder tserenchijns van den gronde ende ontrent meede pant wesende van twintich gl. jaerlicx ende heeft ghelooft hij Jan Tijs vs. deese vs. rente van ses gl. jaerlicx te houden voor goet vast ende van waerden alles op verbant van sijnen persoone ende goeden nu hebbende ende vercrijgende ende dese vs. rente staet te lossen met de somme van hondert gl. met vollen interesse van dien promissie gelt midts tselve een jaer te vooren op te seggen ende te vercondigen alles sonder argeliste – actum date ende schepenen vs. deese gelicht te Looven – dese gecolationeert is bevonde te ackorderen, quod attestor, in absentij van den secretaris Abberdaen als substituit.

20 Extract ut register der vrijheijt van Mierde.
Philips wittich soone Leenaert Laureyss. met Lisken sijner huijsvrouwe kennen ende lijden dat sij ghelooft hebben ende ghelooven alnoch midts desen Cornelis Mattijs Luijten cum uxore aff te draghen ende dragen aff midts desen een rente ofte beurse van ses gl. gefondeert bij Mr. Diericken Peelmans met den loopenden pacht – item vijftich reijns gl. cappitale penningen aende heijligeest tot Hoogemierde lichtemisse leestleden vervallende met drij pachte tot confirmatie ende verseeckereij vande vs. affdrachte van dien stelt tot cautionaris ende waerborge huijs hoffmet allen erffenisse daer aen gheleegen ende dat voor de helft ghelijck hen tselve bij erffdeijlinge is aengecomen oost aen erve Wouter Miertmanss. ende Goijaert Wouterss. Luijt aen erve Dionijs Huijbrechts Moonen west daert aff geerffdeijlt is ende aende vroonte noort Goijaert Wouterss. ende Wouter Antonis soos ij seijden los en vrij sonder tserenchijns van gronde wegen ende waterlaten te behouden hennen ouden rechte ende twee loopen rogge jaerlicx voor vuijt gaen ende hebbe gelooft Philips ende Lijsken vs. deese vs. vs. opdrachte van vs. twee rente alsoo te gelden geeven ende betalen dat die vs. Cornelis sijne huijsvrouw vs. nacomelinge ende alle henne goeden daeraff sullen sijn ende blijven los en vrij ende ongemollesteert ten euwigen dage alles op verbant van het vs. pant ende voorts van sijnen persoone alle sijne goeden nu hebben[de] ende vercrijgen[de] alles sonder argelist – actum date ende voor schepenen den 1e april 1620 – dese gecolationeert is bevonden te ackorderen, quod attestor, in absentij van den secretaris, Abberdaen als substituit.