Notaris-, schepen- en andere akten

155 Bericht vanuit de leen- en tolkamer op de remonstrantie en de kaart van de HEER van DRUNEN betreffende het recht van de heer en de Drunense ingezetenen op een stuk grond genaamd ‘de Druenensche weijde’.

141 Rekest van die van DRUNEN en NIEUWCUIJK klagende over schade veroorzaakt ‘door den inbraeck van den Maesdijck slants van Heusden op den 11e februari lestleden’.

34 ONSENOORT en DRUNEN die van een hoekje gemeynt enige percelen willen verkopen. Het bericht en advies van rentmeester PIECK in deze is verloren geraakt en ze verzoeken om een duplicaat ervan.

44 Voor schout en schepenen van Drunen verschijnt Cornelis Kouwens, secretaris der gemeente aldaar. Hij verklaart dat hij bij akte van 13 december 1803 door hen is aangesteld tot curator in de verworpen nalatenschap van wijlen Martinus van Loon, die leefde en stierf te Drunen. Hij kreeg daarbij de opdracht de boedel publiekelijk te verkopen. Vervolgens werd hij op 1 januari 1804 bij schepenakte gemachtigd om gebruik te maken van het recht van substitutie om Antonij Franciscus van Eijk, gehuwd met Maria Brigitta van Loon, enigste nagelaten dochter door Martinus verwekt bij zijn tweede vrouw Maria Elisabeth van der Meir, te machtigen om diens belangen in de nalatenschap te behartigen. Daartoe is het hem toegestaan goederen te verkopen, te transporteren, vorderingen en schulden te vereffenen, enz. Verder substitueert hij Pieter Kuijpers, beëdigd klerk op het secretarie van de gemeente, om deze goederen via een openbare veiling te verkopen in de plaatsen waarin zij zijn gelegen. Het gaat hierbij om: - een stuk bouwland onder Uden en een weiland onder Velp (beide percelen werden indertijd door Maria Elisabeth bij haar huwelijk met Martinus ingebracht) - een “koornpacht”, jaarlijks geheven op in Grave gelegen onderpanden. De helft daarvan behoorde aanvankelijk toe aan de broer van Maria Elisabeth m.n. Stephanus van der Meir, maar werd door hem op 14 juni 1786 aan zijn vader verkocht. Tenslotte moet Kuipers toezien op de finale afwikkeling van alle nog lopende zaken. Opgemaakt t.o.v. Abraham van der Belt, schout, Anthonij Hend. van Hulten en Gerard van Beijnen, schepen, en J. Steijnbuch, schepen en secretaris. Geregistreerd te Velp op 15.11.1804 door E.J. van Rooij, beëd. klerk.