Door door didt tegenwoordicht openbaer instrument sij aen eenen ieghelijck cennelijc dadt inden jaere onser heere 1603 den 13 october indictione prima in het twalfde jaer van het pausdom van onse alderheicheijt vader ende heere Clemens den achsten in mijne notaris ende getuijgen ondergeschreven daer toe persooneerlyc gestelt tegenwoordicheit den eerwerd: Heer ende M. Joannes Havens presbyter s.j. licenciaelt ende inde cathedrale kercke van S. Jan todt tsHertogenbosch canonick ende plebaen naer den lichaeme kranc ende te bedde liggende dies nochtans niet te min sijn verstant ende sinnen in alles wel gebruickende ghelijc aen eenen ieghelijc hem siende ofte horende blijckt welcke Heer ende Mr. Jan Havens bemerckende dadt onsen heer onsen schepper ende verlosser niet en heeft begert dadt aen ons bekent soude wesen de vere [dubieus] van sijnen coomste ende van onsen doot begeerende deese onseeckerheijt door de gracie Godts meedt een testament ofte uiterste dispositie te voorcomen ende ten ghebruicken de macht van te testeren ofte testament te maecken van alle sij[n] goederen ende saecken hem van Godt almachtich op deeser aerden verleent ende ghegeven welcke macht hem soo medt recht als door previlegie van sij[n] capittel is competeerende soo heeft hij sijn testament gemackt ofte geordineert ende sijnen lasten willen te cennen ghegeven, welck testament ofte wille herroepende alle de voorgaende ende hij begeert ende gebiet bestandich te wesen ende kracht te hebben volgende de devote ende wettelijcke stateten [lees: statuten] ende costuimen van het caputtel van ‘sHertogenbosch ofte door recht van testamenten legaten ofte giften ter oorsaecken des doots ofte door eenich anderen recht ofte maniere op de welcke het beeter soude mogen wesen niet tegenstaende dat achter gelaeten soude mogen wesen de solemniteiten daer toe van noode weesende ende ten eersten soo heeft den voorgenoemde testateur sijne sondare ziele nu
Inden eersten soo heeft hij het derde deel van dieen aen Gheraert ende aende hardrijcken (?) cinderen van Peter sijnen broeder, het anderen deel aen de wettelijcken cinderen van Dierck sijn broederte weten aen Elisabeth Catelijn Janneken ende Barber, het laste deel aen de wettelijcke cinderen van Joachim sijnen broeder te weten Joost Janneken Isabeel Gheraert Jan ende Peter ende eest saecke dadt iemant van de voors. cinderen te sterven coompt sonder eerfgenamen ofte cinderen soo heeft hij begeert dadt coomen sal aen sijne [n]u leevende ende wettelijcke broeders en susters in den selven stam ofte aen haer lieden wettelijcke cinderen dan ut voorschreven goederen soo heeft hij dadt betaelt souden worden ten iersten tien gulden jaerlijcx aen Antoniken sijne suster voor haer leven lanc ende niet langer
[72] Pontificaat van paus Clementius viii, Dominus en Magister Johannes Havens presbyter verbonden aan de kathedrale kerk van de Sint Jan te ’s-Hertogenbosch, [73] testament en uiterste wil, het Bossche kapittel, parochiekerk van Sint Jacob, [74] Berlicum, kerkfabriek van St. Johannis te ’s-Hertogenbosch, in Den Dungen uit goederen van M. Henrici ab Hermalen, Johanna dr.v. Nicolai Berlicum, kerkfabriek van St. Jacob, kerkfabriek van St. Agatha te Baekel, Johannis zn.v. Gerardus [nepotis sui = zijn neef] [74r] en broer Peter, goederen van zijn ouders te Erp, de wettige kinderen van Theodoricus zijn broer nl. Elizabeth, Catharina, Johanna en barbars, Joachim zijn broer Judocus. Johannea, Isabella, Gerardus, Johannis en Petrus [75] Elizabeth Arnoldi, Guilhelma zijn zuster, M.Henrico ab Hermalen licdnciaat en advocaat te Brussel, in domo Standonica [bekend uit Leuven], [75r] universiteit van Leuven, theologie en baccalaureaat, Berlicum, Den Dungen, [76] Johanna en Arnolda van der Meer zussen, Ida zus van M. Henrici Huberti, Domina de Helvoirt, Societeit van Jezus, Isabella dr.v. Theodoricus Johannis Avanculi [dubieus] [76r] Dominus en Magister Paulus Havens [77] Eerwaarde Heer en Magister Godefridus Vlierdenum [77r[ Andreas ab Hoesselt, [78] Dominus Guilhelmo Horsio en Godefridus Jois ab Aquisgrano getuigen, Johannes Havens presbyter, Guilhelmus Horsius presbyter, Govert Janssen van Aken, Gerardus Kempen notaris, Raad van Brabant – zie de volgende akte waarin de vertaling volgt!
Op de plycke stont geschreven Byden Coninck in syne Raede onderte: P.Berthem ende was daeraen hangende den voors. zegel in roden wassche etc. ende in dorso van den selven brieff stont: die president ende luyden van den camere van reeckeninghe in Brabant gesien hebbende den inhoude van desen wette ende hierop gehadt d’advys van Marten Fierlants raedt ende rentmeester generael der domeijnen van Brabant int quartier van sHertogenbossche hebben inden naeme ende van wegen henne hoocheden getaxeert ende taxeren by desen dat voor recognitie ende consente van desen tegenwoordigen octroije de Heer Henrick Holtrop Duyts Ordens Ridderen ende Commandeur tot Gemert eeuwelyck ende erffelyck sal betalen tot behoeff van haer vs. hoocheden acht ponden arthois in handen van den voors. [60r] Rentmeester ende sijne nacomelingen hen in officie ende tot dien eynde paesseren voor Leenmannen van sHertogenbossche syne verbantbrieven, verbindende tot dien eynde de erffgoederen die hy sal hebben gecocht totter fondatie op d’ander zijde vermelt, dien volgende soo syn dese tegenwoordighe brieven van octroij inder voors. camere geregistreert in ’t register boven geintituleert ‘registre de litteris dad vertissements et nouveau acquastet commancent Lan xvi c huict fol. xxxi et sequentibus – Actum tot Brussele etc. bovere (?) vande voors. camere den xviii februari 1614 ondertekent A. de Zoete – Soo ist dat op heden datum deses is gecompareert geweest voor den voors. Marten Fierlants raedr ende rentmeester generael van haere voors. hoocheden ende domeijnen int quartier van sHertogenbossche ten overstaen ende int bywesen van Heeren Leenmannen naergenoemt d’Eersame Hendrick van Soerendonck notaris openbaer ende inwonende borger deser voors. Stadt van s’Hertogenbossche als tot tgene
maar eerst de tussentekst:
De Gemertse Beursen boven fol.381 gementioneert te hebben seeckere thienden tot haer profijt gelegen tot Doorne welckers opdrachte ende octroij ende fundatie alhier tegenwoordigh is – siet fol.381 – de thiende is van oudts het ende noch ter tijdt verhuirt voor 25 mudde rogge ende 20 mudde boeckweijt – de commandeur heeft heeft mij geschreven dat de schoolmr. van Gemert 40 gl. soude toekomen uit de hoeve f. 381 ende dese thiende, te weeten ’t samen 40 gl. jaerlijx
[57] dien volgende bij opene brieven van octroije waere geconsenteert dat hij in plaetse van de voors. xii mille gulden ten behoeve ende ten sijne vs. soude mogen emploijeren ende aenleggen alleenlijck thien duysent rynsgulden eens, onder conditie als inde voors. opene brieven ende oock op den laste van in recognitie der selver gratien consent ende octroije t’eeuwigen daeghe jaerlicx ende altyt ten behoeve van wylen syn voors. majesteyt ende nacomelingen desselfs als Hertoghe
Aldus byder gratien Godts Coninck van Castilien van Arragon etc. Allen den geenen die dese onse tegenwoordigen brieven sullen sien ofte horen lesen saluijt – Doen te weten dat wy ontfangen hebben die supplicatie van onsen lieven ende beminde Heer Henrick van Ruijsschenberch Riddere Lantcommandeur vander Balien Biessen duijts ordens binnen onser Stadt van Maestricht ende met hem den Com [58] mandeur van Gemert, daerbij vertonende hoe dat die voors. Lantcommandeur tot meeder vorderinghe van onsen catolycken appostolycken roomschen gelove ende religie ende tot behulp vande arme catolycke studenten in synen dorpe ende heerlickheyt van Gemert voors. gelegen in onsen lande van Brabant heeft geerigeert ende gefondeert eene schole van arme catolycke studenten maer alsoo tot onderhout