Notaris-, schepen- en andere akten

376 Wilm Jan Cornelisse, weduwnaar van Claeske Wilms, bruidegom en de jongedochter Antonetta Hendrik Coene bruid, geassisteerd door haar oom Jan Coene, aan de ene kant en Joannes Wilms als bloedoom van het minderjarige kind van Wilm Jan Cornelisse uit zijn eerste huwelijk met wijlen Claeske Wilms en Gerd Cornelisse als mede momber aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; Het voorkind krijgt 300 gulden uit het moederlijk versterf, zodra het meerderjarig zal worden of gaat trouwen; Als het voorkind nog zou erven van diens grootvader van moederszijde, dan krijgt zijn vader en stiefmoeder daarvan het vruchtgebruik. Verder zal het voorkind gelijk worden behandeld met eventuele kinderen uit dit tweede huwelijk. Als er geen nieuwe kinderen komen en de bruidegom overlijdt voor de bruid, dan erft het voorkind de helft van nalatenschap en de bruid de andere helft. Als de bruid als eerste komt te overlijden zonder kinderen na te laten, dan erft de bruidegom het vruchtgebruik van alle goederen, behalve de kleren, linnen, wol, goud en zilver en lijfsbehoren, die naar haar naaste vrienden zullen gaan.

347 Cornelis Abrahams meerderjarige jongeman en Maria Peeters weduwe van Lambertus van der Weijst, wonende te Zeeland, aanstaande bruidegom en bruid aan de ene kant; en Marte Rombouts en Hendrik Peeters, beiden wonende te Zeeland, bloedmombers van de twee onmondige kinderen, met namen Hendricus en Peeter van der Weijst, aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; De voorkinderen krijgen, zodra ze meerderjarig worden of gaan trouwen, uit hun vaderlijk versterf, de volgende onroerende goederen: Vier akkers bouwland, genaamd Ver Oventije, een zijde de edele heer Verbost en andere zijde de weduwe Jan Cornelisse, een eind de gemeente, andere eind op de weg, waarover het perceel geweegd is; Een grasveld, genaamd de Weijst, een zijde Lindt Gerits, andere zijde Abram Paters, een eind Hendrik Ansems, en het andere Abraham Paters; Een perceel aan den Graspeel, een zijde Abram Paters, andere zijde Peter Wilhelmisse, een eind den Kerkwegh, andere eind Peeter Wilmse; Vier akkers bouw- en weiland, genaamd den Nagtegaal, een zijde Jan Cornelissen, andere zijde Cornelis Peters, een einde Hendric Spirings, andere einde de Steeg, waardoor al deze percelen geweegd zijn. De voorkinderen krijgen verder 1500 gulden, ieder de helft. Wat deze twee kinderen eventueel zullen erven van hun grootvader Lindert Lamers wordt later bepaald.

345 Arnoldus Dirkx weduwnaar van Johanna Abraham Paters, alsmede de jonge meerderjarige dochter Maria van Bree, wonende te Zeeland, respectievelijk bruidegom en bruid aan de ene kant; en Mathijs van der Borgt en Arnoldus Versteegen als bloedooms en mombers van het onmondige kind van voornoemde Arnoldus Dirkx in zijn eerste huwelijk bij Johanna Abrahams Paeters aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; Het kind zal, zodra het gaat trouwen of meerderjarig wordt, uit het moederlijk versterf 350 gulden krijgen of naar keuze 250 gulden en een weiland te Reek ter waarde van 100 gulden.

259 Wilm Jansse van Boekel meerjarige jongeman en Cornelia Arnoldusse, weduwe van Hendric Gielens beiden wonende te Zeeland, bruidegom en bruid, aan de ene kant en Jan Arnoldus Derx en Peter Hermens, beiden wonende te Zeeland, als ooms van het minderjarige kind uit het eerste huwelijk van Cornelia, met name Arnoldus; maken een akte van eenkindschap; Arnoldus krijgt uit het erfdeel van zijn vader twee akkers bouwland, groot 6 vaatsel, gelegen in Scerpenberg tussen de kinderen Joannes Aerts en Hendric Peters, en nog 25 gulden, zodra hij meerderjarig wordt.