Notaris-, schepen- en andere akten

305 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen de volgende personen. Enerzijds Willem Adriaens, toekomstige bruidegom geassisteerd met zijn broer Handrick en zijn vrienden Michiel Goijart Hulsen en Handrick Michielsen van Hal. Anderzijds Heijlken Petersen Loeff, toekomstige bruid, geassisteerd met haar vader Peter Loeff en haar neef Handrick Cornelis Francken. Zij hebben samen huwelijkse voorwaarden opgemaakt. Daarbij brengt ieder 100 gulden in voor het gezamenlijk budget en hun meubels. Verder worden enige details geregeld. Belangrijk is nog dat de twee voorkinderen van de bruidegom gelijk gesteld worden met de kinderen die in dit huwelijk worden geboren.

114 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen Jonkheer Isaack van Hoorn toekomstige bruidegom ter ene zijde en Joffrouw Geertruijt van Maeren weduwe van Jonkheer Peter de Baast?, ter andere zijde. Zij maken huwelijkse voorwaarden. De bruidegom brengt al zijn roerende en onroerende goederen in. Indien bruidegom eerder overlijdt dan bruid, zal zij al zijn goederen erven ook de goederen die hij alsnog zal erven van zijn ouders. De bruid brengt het huis met toebehoren genaamd Leeuwenborgh in, alsmede nog 2 percelen genaamd de Langenacker en de Vliert. Wanneer de bruid als eerste overlijdt zal de bruidegom dit bezit erven. De bruid zal al deze bezittingen mogen beheren zonder inmenging van de bruidegom. De langstlevende erft dus alle gezamenlijke bezittingen. Deze akte is ondertekend door Isaac van Hoorn en Geertruijt van Maeren.

112 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen op 21-01-1637 Willem de zoon van wijlen Anthonis Willemsen ter ene zijde en Maria nagelaten weduwe van Willem Willemsen Servaesen en dochter van Jan Jansen de Jonge, ter andere zijde. Zij wordt geassisteerd door haar broer Marten Jansen. Zij zijn toekomstige bruid en bruidegom. Ook is verschenen Goijaert Goijaertsen, man van Ariken de dochter van wijlen Jan Janssen voornoemd. Tevens is verschenen Adriaen de zoon van wijlen Evert Handricx als momboor naast Marten Jansen over Jenneken de dochter van wijlen Willem Willemsen Servasen en van de toekomstige bruid Maria. Zij stellen huwelijkse voorwaarden op. Beide brengen hun roerende en onroerende goederen in. Wanneer een van beide komt te overlijden krijgt de langstlevende alle goederen die door de overledene zijn ingebracht. Het geld dat de toekomstige bruid bezit zal ten goede komen aan Jenneken de dochter van wijlen Willem Vaesen ( Servaesen) en van de toekomstige bruid. De momboren zullen dit geld voor de onmondige Jenneken beheren. De akte is ondertekend door o.a. Willem Antonisen.

47 Geeraerdt Peeters Smidts, laatst weduwnaar van Anna van Altforst en Heijlten van der Heijden, laatst weduwe van Claes Teuwens, geassisteerd met Adriaen van der Heijden, haar broer en gekoren momber zijn van plan met elkaar te trouwen. Al hun bezittingen zullen geërfd worden door de langstlevende partner. In de marge is op 29-10-1701 aangetekend dat Gerit Peeters Smidts en Heijltjen van der Heijden afstand doen van de door hen gemaakte huwelijkse voorwaarden.