Notaris-, schepen- en andere akten

56 Rekest van Cornelis Hendrik Zegers, Pieter Hendrik Zegers, Pieter Gysbert Everts en Hendrik Peter Geerts ingezetenen van Nistelrode in kwartier Maasland over schriftelijke stukken die te maken hadden met de verdeling van stukken gemeentegrond; idem de restitutie aan de suppliantern en aan Jenneken van Hintem weduwe van Johannes Hanenberg van een bepaald bedrag van 3612 gl. wegens en ter zake van seditieuze bewegingen en samenrottingen op 6 en 8 september 1791
Missive vanuit de generaliteitsrekenkamer als advies op een missive van P.D.Santvoort substituut van Theussinck op een rekest van Wynand Ente wonende te Boxtel in kwartier Oisterwijk inhoudende dat Johannes Goossens uit Boxtel, collator der beurzen gesticht door wijlen Sibert van Collenburg vermits de vacature van de beurs gedaan hebbende ten name van Leonarus van Berten om daarop behoorlijk ter schole te gaan had geconfereerd aan des suppliants zoon Cornelis Ente 14 jaar oud eveneens te Boxtel zoals blijkt uit de akte van collatie, met verzoek om approbatie van die collatie door de Ho: Mo:.

43 Rekest van Willem Ruttens wonende te Wamel in het ambt tussen Maas en Waal zijnde van de gereformeerde religie inhoudende dat de suppliant door Johan van Meeuwen eigenaar van het vorsters- en schuttersambt te Nistelrode in kwartier Maasland heeft aangesteld om het vorsters- en schuttersambt provisioneel ad interim waar te nemen gedurende de absentie van Willem Verheyen ; een kopie wordt doorgestuurd naar de hoogschout. – zie ook folio 942

6 Rekest van Thomas van Kemenade, Adriaan Westendorp, de vrouw van Thomas van Kemenade, Elisabeth Daniels van de Ven, Maria van Nuenen, Geertruij van Rooij, Piet van Buul en Johannes van Buul allen ingezetenen van het dorp Son onder kwartier Peelland in welke akte sprake was, zoals ook destijds in Nistelrode, van de volksdwaling over het zgn. vooroordeel en de tegenzin tegen het verkopen graven en in cultuur brengen van gemene gronden omdat men bang was dat er onvoldoende heidegrond zou overblijven voor de huidige maar vooral de toekomstige generatie, met gevolg dat actie werd gevoerd met de nodige ongeregeldheden toen landmeter Coppens de meting moest verrichten van aan particulieren toegestane gemeentegronden, waarna een crimineel proces werd gevoerd tegen de onruststokers. – zie ook folio 221 waar zowel de kwestie van Nistelrode als van Son wordt herhaald, zie ook folio 575 over de tumultuaire beweging te Son en Nistelrode in ruim 2 tekstkolommen, zie ook folio 770

74 Rekest van Cornelis Hendrik Zeegers, Antony Peter Geers, Jenneken van Hentham weduwe van Johannes Hanenberg, Peter Hendrik Zeegers, Peter Gysbert Evers en Hendrik Peter Geers inwoners van Nistelrode in kwartier Maasland die een groot vooroordeel hebben en tegenzin tegen het verkopen graven en in cultuur brengen van gemeentegronden omdat ze bang waren als dit aan iedereen geoorloofd werd dat er dan onvoldoende heigrond zou overblijven waarbij men niet alleen dacht aan de huidige inwoners maar ook aan hen die in de toekomst in Nistelrode zullen wonen; daarom zijn diverse protesten geuit tegen het verlenen van octrooi aan diverse ingezetenen wat leidde tot spanningen en op 6 en 8 september 1791 was dit geëscaleerd via seditieuze [= oproerige] bewegingen en samenrottingen toen landmeter Johan Camp in opdracht van het kantoor der domeinen om bepaalde gemeentegronden te komen af- en inmeten die aan particulieren waren vrijgegeven, wat een grote toeloop van ingezetenen veroorzaakte en de meting werd dusdanig verstoord dat Camp onverrichter zaken terugkeerde; zulks kwam het hoog officie van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch ter ore die gelastte tot een breedvoerig onderzoek en uiteindelijk werd t.a.v. de zes supplianten een decreet van apprehensie uitgevaardigd waarvan de drie eerste supplianten werden opgesloten en tegen de drie laatsten werd een crimineel proces begonnen; dat de supplianten tot hun bitter leedwezen niet konden ontkennen dat ze zich hadden geschaard onder de samengerotte menigte en zich, de een meer dan de ander, in ongeregeldheden te buiten waren gegaan; de hoogschout Bigot eiste van de supplianten een verklaring dat ze de mening waren toegedaan dat deze criminele procedure composibel zou zijn m.a.w. op te lossen zou zijn; een kopie werd doorgestuurd naar de gedeputeerden in Den Haag belast met de Meierijse zaken met het verzoek deze zaak nader te onderzoeken en daarover te rapporteren wat hun visie was in deze en in die tussentijd,