Op 27-12-1780 stelt Herman Douven, canonic te Turnhout, zich borg voor 1/6 deel in een som van 1700 gulden die hij schuldig blijft aan de boedel.
Lot 1: 2 akkers bouwland in Beverveld, belast met 10 duiten in iedere bede en jaarlijks een half vat rogge aan de Kruisheren te Uden en een heiveld, belast met een duit in iedere bede en jaarlijks een kan wijn (of 10 stuivers) aan de kerk te Zeeland; is voor Antonetta Bongaers, gehuwd met Antonij van Lishoud en Joanna Bongaers, gehuwd met Joannis Muijtens.
Lot 3: een bouwland, genaamd den Treusel, belast met een stuiver en een oortje in iedere bede en een halve kapoen aan de pastorie te Zeeland; 2,5 morgen nieuw land; een kamp, genaamd den Duiffhuijsse Camp; Dit lot moet 100 gulden betalen aan lot 2; Dit lot is voor de 5 kinderen uit het 2e huwelijk van Jan Bongaers met Regina van Kilsdonk. De roerende goederen zullen worden verdeeld in 9 delen.
Lot 2 wordt toebedeeld aan de acht kinderen gezamenlijk: Den Keijser met alle toebehoren 1100 gulden; land genaamd de Steeg 246 gulden; 1,5 morgen nieuw land 214 gulden; Den Niwen Mergen 155 gulden; Den Dries 50 gulden; Totaal 1765 gulden.
Schulden bestaan uit een schuldbekentenis van 300 gulden ten laste van de Latijnse School te Ravenstein, waar ieder lot de helft in moet betalen. Er wordt afgesproken dat Jan Bongaers het vruchtgebruik van het aandeel van de kinderen houdt en de gehele inboedel. Uit het positieve saldo van de inboedel krijgen de kinderen de helft, ter waarde van 35 gulden, 6 stuivers en 6 penningen.