Notaris-, schepen- en andere akten

29 Martinus Bouwmans, koning; Hendricus Gerrits Ebben, capiteijn; Hendricus Smits, leuijtenant; Theodorus Reijnders, vendrig; Willem Coelen, adjudant; Hendrikus Martens, Leendert Claassen, Jan Beuming, Francis Verheijen en Hermanus Beuming, stemmen, van de St. Anthonie en St. Marten Broederschap te Cuijk dragen namens de Roomschen Armen van Cuijk in vaste erfpacht over aan Hendricus Verhaagen en Johanna Simons, echtelieden, twee percelen land op den Kleijnen Braandonk, grenzend aan o.a. Marte Verhaagen en Johannes Aben. De akte is mede ondertekend door Pieter Dreux.

15 Hendriek Verhoeven, als koninck, Peter van Lottum, als cappetijn, Dirk Driessen, als luijtenant, Andries de Groen, als venderik en Hendricus Rutten, Jan Kuikens en Peter Rutten als stemmen van de St. Anthonius Broederschap te Cuijk, optredend namens de Armen van Cuijk, verklaren dat zij aan Cornelis Cornelissen, schepen te Beers, en zijn vrouw Johanna Gijsbers een perceel land gelegen bij den Branendonck te Beers gelegen, grenzend aan zijn eigen erf en de Armen van Cuijk, in erfpacht hebben overgedragen.

1 Matthijs Lovendael als koning, Hendrik Wollenberg als kapitein, Cornelis Thijssen als luitenant, Peter van Lottum als vaandrig, verder Derk van Kempen, Peter Martens, Peter Lovendael en Theodorus Jacobs als stemmen van de St. Anthonij Broederschap te Cuijk en als representanten van de Roomsche Armen te Cuijk, geven in erfpacht uit aan Procureur C. van der Lee een perceel bouwland, groot ½ mergen te Cuijk. Oost en west de gemeene straten, zuid stadhouder Brouwer, noord Derk Driessen.

84 Martinus Bouwmans, Hendricus Gerrits Ebben, Hendricus Smits, Theodorus Johannes Reijnders, Willem Coelen, respectievelijk Koning, kapitein, lieutenant, vendrig en adjudant van St. Antony Broederschap te Cuijk; verder nog Peter Rutten, Hendricus Martens en Leenderd Claassen als stemmen van bovenvermeld Broederschap ter ene zijde en Johannes Willem Weldebest voor zich en voor zijn vrouw Cornelia Beurskens ter andere zijde. De comparanten ter ene zijde verklaren uit naam en vanwege het bovenvermelde Broederschap in een vaste en onverbrekelijke erfpacht bij deze over te geven en uit te doen gaan t.b.v. comparanten ter andere zijde en hun erven: een kamp hooi of weiland,van ouds de Gildewaard genaamd te Cuijk aan de Maas, onder condities genoemd in het contract van erfpacht. De erfpacht bedraagt 83 guldens, jaarlijks aan de tijdelijke gildemeester van de Broederschap te voldoen op Kerstmis te beginnen Kerstmis 1804. Comparanten ter andere zijde verbinden tot nakoming van deze verplichting hun personen, alle in hun bezit als nog te verkrijgen goederen.