(getekend) L. van Duren, landschrijver.
Verthoont reverentelijk L. van Duren, in qualitijt als landschrijver van deese lande, hoe dat ingevolge Churvorstelijk genadigste beveele niet alleen, maer ook soo, ingevolge ordonnante van zaliger hoogedel gestrenge heer erffdrost de Lauwre, als van U Hooghwelgeboren is worden bevoole onder poenaliteiten, als daerbij, dat alle acte, van minderjaerige, kerke en arme concerneerende, in comuni formae, onder U Hooghwelgeboren examinatie off octroi, zoude geexpedieret worden, zijnde mede het principale intentum van dien, op dat tot praejudicie van onmondige etc gheene fraude off leesie zoude mooge kome te geschieden. Het is nu soo hoogh welgeboorner heer, datter illusie van dusdaenige salutaire ordonnanties de momboire neffens den oft de langstlevende van de conthoraelen, onder elkandere het zije mit off sonder bijsijn van
(Kantlijn:) Van s’heere wegen zij geinsinueert aen de weduwe zaliger W. Smits, tans hertrouwt met N. Schutselaers te conficieren binnen 14 dagen ab insinuatione hujus op poene van thien gout gulden eenen wettigen inventaris ten overstaen van M. Smits en A. Paters op gelijke poenen als aengestelde mombars over de onmundige van W. Smits voorscreven. Voorts de goederen, so gereede als ongereede, getaxeert alles coram schepenen en landscrijver omme een en ander gestelt te worden in handen van den ondergetekende conform s’heere ordonnantie en s’lands wetten. Vervolgens geprocedeert tot schijdinge en lotinge coram als voor onder s’heere approbatie. Relas signatum Ravenstein den 31 dec 1777. (getekend) van Bree, erflanddrost.
Het bovenstaande behoorlijk geinsinueert betuijge, Ravenstijn den 5 januari 1778. (getekend) W. Bodenstaff, rigterbode.