(getekend) Gijsbert Peeters; Henricus van Dijck, schepen; Thomas Janse, schepen.
Hoogh welgeboren hoogEdele gestrenge heer, de heer A. van Bree R.R. en erff landt drossardt der heerlijkheijdt Ravenstein etc.
Aen u hoogwelgeboren hoogedele gestrenge verschoonen reverentelijk Gijsbert Peeters, woonagtigh tot Velp, lande van Ravenstein, hoedat des suppliants ongereede goederen bestaande alleen in huijs en hoff, en 4 ackers bouwlant onder andere bezwaert sijn met 100 daelders, tot onderhout van de Latijnse schoolen binnen de stadt Ravenstein door sijne Cheurvorstelijke Doorluchtigheid onsen genadigsten Lants heer allergenadighst gefundeert. Dat hij suppliant immidels buijten staet is geraekt de jaerlijxe interessen van gemeld capitaal te konne betaelen, waerop reets 6 jaeren aen interessen sijn veragtert, waerom voorschreven capitael hem is gedenuntieert, om met de veragterde interessen te restitueren. Den suppliant niet in staet sijnde dit capitael cum interesse te voldoen, sonder sijne voorschreven goederen alvorens te verkoopen, heeft die goederen ter voldoeninge van dien publijcq voor alle man laete verkoopen, bij welke verkoopinge deselve niet meer hebbe konne gelden als 281 guldens. En overmits den suppliant met den momboir sijner onmondige kinderen, te weeten twee, namentlijk Martinus en Derris in eersten huwelijk aen Marie Jochums, en eenen namentlijk Wilm in tweede huwelijk aen Jennemarie Spierinx egtelijk verweckt, geoordeelt hebben, die goederen tot hoogeren prijs uijt de hant te sulle konne verkoopen, is dese verkoopinge niet doorgegaen, maer hebben die voorschreven goederen op ratificatie van u hooghwelgeboren hoogedele gestrenge uijt de hant verkogt voor 310 gulden en dat noch daerenboven hij suppliant met sijne huijshoudinge een jaar vrije wooninge sal moeten hebbe.
Geheimrath herrschaft Ravenstein.
Praesentatum 9? april 1781