Notaris-, schepen- en andere akten

344 wiemede gegoet, ende geerfft sijn. Declaratum Uden ad instantiam als bove, hodie den 19 januarij 1779.
(getekend) Henricus Daendels, president schepe; Tijs Martinse Pitte, schepe.
04-05-1778Ravenstein218R bekendmaking
Copie
Daar word mits deesen van s’heeren weegen, bekent gemaakt dat er op aanstaande vrijdagh in agt daegen sullende weesen op den 8ste meij deses jaars 1778 gehouden zal worden, concursis creditorum over de penningen geprovenieert van de verkogte meubilaire goederen van J.D. Douglas. Ten dien eijnde worden op daegen voorschreven ingeboden alle de crediteuren, die vermeenen, ‘t zij bij praeferentie off andersints, eenig regt op die penningen te hebben, om haar behoorlijk bewijs in te brengen ten huijse van rigterbode te Ravestein s’morgens de klokken tien uuren op paene van eeuwig stilswijgen sullende als dan daer over gedisponeert worden als na regten. Rigterbode van Ravestein sal dit twee eerstcomende sondage publiceeren en ter behoorlijke plaatze affigeeren alles onder relaas. Signatum Ravesteijn den 25 april 1778 (was geteekent) Charles Hengst vice-scholtus.
Volgt het relaas. Het bovenstaande behoorlijk 2 zondaegen gepubliceert, en de copie daar van geaffigeert. Ravesteijn den 4de meij 1778 (was geteekent) W. Bodenstaff, rigterbode.

343 Ad instantiam van Maria van Boxtell wedue van wijlen Hendrik Paulisse, alhier ohnlangst tot Uden overleeden. Soo declarere wij ondergescrevene schepene ten versoeke van deselve dat de bijde requeste vorgestelde momboirs over t soontje van wijlen affgestorve Hendrik Paulisse in huwelijck verweckt bij Maria van Boxtell seer capabell sijn, qua momboirs over ‘t selve te fungeeren en desselffs competerende goedre naer te sien. Mitsgaders dat deselve omme te doen behoorlijck bewijs, rekening et reliqua darvoor seer in staet N. Hendrik van der Heijde, en Peter Jan Paulisse.

339 Soo attesten als declaratoiren voogden betreffende.
Attestatie voor Johanna Vermeulen Uden 1779 adjunctum sub litt A.

338 Wij ondergescrevene praesident en schepene des dorps Uden, versogt sijnde van Johanna Vermeule, wohnagt alhier binnen Uden, omme testimonium veritatis wegens de absentie desselffs man nomine Antoon Vermeulen te geven. Soo is, dat wij ondergescrevene ad instantiam van haer requirante betuijge en certificere bij deese, dat opgemelden Antoon Vermeulen sig reets hiervan dan voor eenige jare buijtenlandts heefft begeve, sondre oijtt tijding van denselve, waer hij sig voor vast soude op houde gehoort te hebbe, als alleen dat hij sig ter zee all vor 5 jaere herwaertz sou hebbe begeve sonder dat jemand hier weet, waer dat hij, (naer sijne vrou en kindere stillswijgend verlaete te hebbe), tans vorseker is, veelweniger ofte hij doet offte in ‘t leeven is. Attestatum Uden ter instantie van haer requirante hodie, den 7te januarij 1779.
(getekend) Henricus Daendels, president schepe; Tijs Martinse Pitte, schepe; Anthonij Geurts Verkuijle, schepe.