Notaris-, schepen- en andere akten

174 Melchior MATHEIJ jongeman en student vertoont in een rekest dat Baron VAN CORTENBACH als Heer van HELMOND na het overlijden van Gerard HORCKMANS als rector en beneficiaat van de SINT ANTHONISKAPEL te MILHEEZE onder Bakel ‘het selve recktoraet ende beneficie op hem heeft geconfereert, volgens de acte van collatie aen dese request gevoucht. Ende dewijle hij suppliant is van den ware gereformeerde religie, volgens attestatie van den ontfanger Cornelis KUCHLINUS mede annex, ende mitsdien gequalificeert om soodanige benefitie te genieten, soo versouckt hij suppliant de approbatie van haer Ed: Mo: ende dat den rentmeester PIETERSON werde geordonneert hem het provenu van het selve jaerlijcx ut te keeren’.
De Raad geeft Pieterson inderdaad opdracht dit te doen.

122 Rapport op een bericht van rentmeester Martinus des Tombes op een rekest van de regenten van Bakel en Milheeze welk bericht in handen wordt gesteld van de heren Burmania en Wassenaer die op de verpachting der tienden zullen komen om vervolgens de partijen te horen, want het vergieten der klokken en het repareren van het ‘choor’ van de kerk komt ten laste van de tienden van de abt van Echternach en van de commandeur van Gemert, gevolgd op folio 1337 door een andere rekest van de regenten van Bakel en Milheeze gezonden aan de raad om advies verband houdende met de noodzakelijkheid en de kosten voor het timmeren van een predikantshuis in deze lastige tijd

112 Missive van rentmeester Martinus des Tombes als bericht op een rekest van de regenten van Bakel en Milheeze in kwartier Peelland gezonden aan de Raad om advies

66 Missive vanuit de leen- en tolkamer te ’s-Hertogenbosch op een rekest van Petrus van Stralen Heer van Milheeze en verschillende inwoners van de stad Eindhoven in kwartier Kempenland te kennen gevende dat van alle oude tijden door de Hertogen van Brabant was geordonneerd, dat de eigenaars van de Stratumse watermolen [zijnde nu van de Prins van Nassau als Heer van Eindhoven] onderhouden een voor- of overslag corresponderende met de pegel van die watermolen en dienende tot ontlasting van de wateren boven de pegel opstijgende en preservatie van de supplianten en de huizen en landerijen van anderen; het nochtans aan Jan de Lare molenaar op genoemde molen gelust had, sedert 2 à 3 jaren, contrarie dat oud gebruik, te stellen een nieuwe pegel omtrent 16 duimen hoger dan de oude pegel geweest is en daarna de genoemde overslag geheel met aarde en zoden te stoppen, zodanig, dat daarover niet het minste water kon ontlossen, waardoor de huizen en landerijen der supplianten kwamen te inunderen, verzoekende dat haar Ed: Mo: de voorschreven molenaar en alle anderen die het aangaat, gelieven te ordonneren de toegedamde overslag aanstonds te ontdammen en te openen, mitsgaders de raad en rentmeester der domeinen te autoriseren genoemde molenaar en alle anderen die het aangaat, daartoe te houden ofwel een dusdanige voorziening te treffen zoals haar Ed: Mo: zullen bevinden te behoren – zie ook folio 346 verso