skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

Notaris-, schepen- en andere akten

Notaris-, schepen- en andere akten

Met "Notaris-, schepen- en andere akten" zoek je in een groeiend aantal samenvattingen van akten van notarissen en schepenbanken in het noordoosten van Brabant. En bovendien in de akten van diverse andere instellingen met betrekking tot Brabant (Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen, Leen- en Tolkamer, Raad van State en Staten-Generaal). Alle akten betreffen de periode van de 15e t/m de 19e eeuw.

Van veel akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je meestal gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

Wil je weten welke bronnen al beschikbaar zijn, nieuw of in bewerking? Bekijk dan het complete overzicht. Wat zit er in? >

Veel samenvattingen zijn gemaakt door onderzoekers en vrijwilligers, die hun bestanden ook aan ons hebben gegeven. Zo zijn deze voor veel mensen makkelijk te vinden. Heb je ook bestanden die je via onze website wilt delen? Leuk! Neem dan contact met ons op: info@bhic.nl

> Meer info over notariële archieven

> Algemene hulp en zoektips

Filter: Batenburgx
beacon
18  notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
 
 
 
 
Schepenakte
207 J.P. van den Coolwijk, r.k. priester te Megen geeft volmacht aan advocaat Jacob Poelman om de verkoop af te handelen van percelen land aan Evert van Altforst voor f 1.300,--.
Persoon in schepenakte:
Evert van Altforst  
Jacob Poelman  
J.P. van den Coolwijk  
Datering:
12-11-1796
Pagina:
356-357
Soort akte:
Machtiging
Plaats:
Batenburg
Toegangsnummer:
7390
Inventarisnummer:
13
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
163 Verzoek van Josina Krol weduwe van schepen N.T. Jachtenburg aan gerecht van Batenburg, gedaan op 18-01-1793. Het betreft een perceel land genaamd de Zes Roeden dat zij kan verkopen aan Cornelis Boerboom voor f 400,--. Zij heeft hiervoor toestemming nodig van de oppervoogden van haar twee minderjarige kinderen.
Persoon in schepenakte:
Josina Krol  
Cornelis Boerboom  
N.T. Jachtenburg  
Datering:
02-04-1793
Pagina:
279
Soort akte:
Verzoek
Plaats:
Batenburg
Toegangsnummer:
7390
Inventarisnummer:
13
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
25c [VERVOLG AKTE 3] hier niet vernoembt eenen iegelijcken een memorie uijtreijcken sal als ick hun schriftelijck van mijnder handt van meijningh sij toe te scheijden, off soo ick mijnen executoirs dat belast ende bevolen sal hebben, vooirts soo laet ick die renten van mijnen patrimonium te weeten 12 gll. erfflyck op die vrijheint van Oosterwijck, met noc heen erffrent van 12 gll. sjaers op Anthonis de Louwer tot Eerll [zeer dubieus] mett noch een beempt genoemt den Leegen Beemt geleegen tot Biesen op die Haeghorst, met noch een erffrent van ses gll. sjaers op de erffg[enamenen] Peter Reijnders tot Ghestel voor Eijndthoven met noch een rent van ses gll. sjaers op de erffg[enaemen] Jan Claessen tot Netersell ende vorts die heel rest van alle mijn have ende erve mijnen broeder ter tochten ende alle sijn kijnderen ten erve om daer eeven diep in te deijlen, die dode handt metter leevender [F of ick onwettens eenige achterliet], salvo dat sij int gemeijn alle wettige schult eerst ende voor all daeruijt bethalen sullen ende op dat die voors. kijnder nergents in verkorten worden, soo wil lick dat mijn executoirs sonder iemanden aen te sien terstobt als alle voors. lageten beschut ende volbragt sullen weesen, het geheel overschot van mijnen gereeden t’sij penningen, greijnen, geleent gelt, gevallen renten off andere wettige schult bij een sommeeren ende vergaderen sullen ende de selve somme tot een twee oft meer renten ten behoeff van mijnen broeder ter tochten … alle sijn [39r] kijnderen las booven int gemeijn ten erve, teegen den penninck 16 beleggen sullen, welverstaende dat ick bij die dode hant daer boven aff verhaelt is, niet ende verstae eenige van mijns broeders kijnderen die in eenige cloosters oft religien hun begeeven hebben, die met het geen dat haer kn haer professie vergunnen is, te vreeden sullen weesen, mer alleen die geen van mijns broeders kijnderen gestorven souden mogen sijn, ende kijnderen achtergelaten souden mogen hebben, die en wil ick niet, dat door den
Vervolg:
doot van haere alders ergents in verkort sullen worden – Noch wil ick dat mijn executoirs van alle mijn haeffelijcke goederen, als sijn boecken, huijsraet, lijnwaet, clee, bedden die terstont nae mijn doot eenen inventaris maecken sullem om van dieselve goederen [off mijn executoirs oock quamen te sterven] die kijnderen van mijnen broeder niet te berooven, welken inventaris met den testamente ick tot dien eijnde ende oock om allen twist te mogen schouwen van den Eerw: plebaen van Tongeren off indien het mijne executoirs geraen dunckt van den Eerw: pastoir van Oosterwijck bewaert begeer te worden, mer want heeft [dubieus] mijnen broeder met den kijnderen ende executoirs geradender docht alsulcken haeffelijcken goederen, als verhaelt sijn terstont minnelijcken onder een te deijlen dat soude ij om veel reeden wil veel aengenaemer sijn, - Oock wil ick datmen der scherp regardt op neemen sall off er iemants van mijnen broeders kijnderen van het heijligh roomsch catholijck gelooff affgheweecken waeren, want die en wil ick nie, dat eenen stuijver van alle mijn achtergelaten goederen genieten sullen aengesien dat ick alsulx voor geen neeven off nichten en reecken - Oock wil ick dat dit testament ende mijnen uijtersten wil van mijn erffgenamen alsoo minnelijck, danckbaerlijck ende vriendelijck tot stichtinge van alle menschen ontfangen sal worden, als ick t’hun uijt minnelijcker herten vergunnen heb ende nae mijn beste kennis geordineert heb, daerbij vuegende [40] indien datter iemandt waer [dat Godt verhueen moet] die met sijnen legaet soo ick hem dat geordineert heb, niet te vreeden en soude willen weesen ende eenige caluminien voirts begonst te stellen ofte eenige warringe woude maecken oft d’een den anderen proces aen woude doen, dat die selve alsdan van sijnen legaet gants ende geheel berooft sal sijn, sonder eenige scepsis (?), hiermeede alle mijns broeders kijnderen int gemeijn mijn oprechte erffgenamen institueerende als boven, te weeten mijnen broeder ter tochten
Vervolg 2:
ende de kijnderen ten erve, ende op dat dit mijn testament tot behoirlijcker executie gestelt mach worden, so heb ick geropen, genaemt, kiese ende neeme mits deesen voir executoirs van deesen mijnen testament de eersame ende vrome mannen, Jannen ende Joseph Beijhardts gebroeders mijn neeven, elcken van hun daervoor toebescheijdende eenen dobbelden rosenobel van Engelandt, die want mijn meijninge, uijtterste will ende intentie alsulcx is, als voors. staet, soo heb ick dit mijn testament met mijn eijgen handt geschreeven ende met mijnen naeme onderteijckent, den neegenentweintighsten dagh der maent van october, in het jaer ons Heeren duijsent sesshondert ende sestien ende was onderteijckent Joes Beijhardts presbyter – onderstondt gecolaltioneert teegens sijns origineel, is daermede van woorde tot woorde bevonden te accodeeren , aldus gedaen tot Velp, ten huijse van Jan Voss richterbode, des sesden decembris sesthien hondert neegen ende vijftich Caspar de Quaeij not. publ. 1659 – naer gedane collatie is voors. copia met de geautentiseerde copia geschreven byde handt van Caspar de Quaij notaris tot proove van woort tot woort bevonden te accordeeren sulcx betuyg ick onders: Jacob Tuenissen Janss. tot Batenburg 1660.
Persoon in schepenakte:
Anthonis de Louwer  
Caspar de Quaeij  
Caspar de Quaij  
Peter Reijnders  
Jan Claessen  
Joseph Beijhardts  
Joes Beijhardts  
Datering:
6.12.1659
Pagina:
35-40
Soort akte:
Testament
Plaats:
Luik / Tongeren / Oisterwijk / Diest / Berg / Meir / Leuven / Douwaij / Maastricht / [Zalt]bommel / Driel / 's-Hertogenbosch / Antwerpen / Biest op Haaghorst / Gestel voor Eindhoven / Netersel / Velp / Batenburg
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen
 
 
 
 
 
Schepenakte
25b [VERVOLG AKTE 2] dat deselve rent alsdan van mijn erffg. [erffgenaemen] weederom vereijst ende beseeten sal moogen worden, ter tijt toe datmem alsulcke faut gebeetert sal hebben als voir; noch verklaer ick dat ick Jannen Beijhardts mijnen neeve donatie intervivos eertijts een huijs en hoff gegeeven heb geleegen tot Oosterwijck recht achter de kerck om t’selve terstondt aen te veerden ende te besitten. t’samen met alle profijten ende lasten ende den huijsraet daerin weesende, zoo hij t’voors. huijs diertijdt vont ende dat tot een vergeldinge van sommige diensten, die hij mij mijnen leeven lanck beloofden te doen, in mijn rechten en schuldenin te maene, sonder daervoir van mij voir eenige sijn moijten oft reijsen etc. iedt te willen eijssen oft reeckeninge te brengen, dan alleen dat hij in costen van recht soude mogen verschooten hebben, met soo hij hen t’sinder verklaert heeft, het selve huijs over sommige jaere weederom te verkoopen ende daerdoor mogelijck niet en soude houden, dat hij mij belooft heeeft, wille indien hij ijt alsulcx voirstelt dat hij dan soo langh in die deijlingh sal moeten stil staen tot dat die donatie verlijght is, maer want hij in sijn belofte getrouw blijft als ick hem betrauw, wille dat hem die donatie dienen sall sonder in die deijlimge still te derven blijven saten – Noch belijde ick, Franssen den soon van den selven Jan Beijharts [38] toegeseijt te hebben, dat ick hem een rentken van drij gulden erffelijck voor uijt laten soude om dat ick hem geheeven had, maer is te weeten dat ick deesen selven in die plaets van der renten anno 1604 ter begeerte van sijnen vader ende moeder vijftigh gl. bb: gereets gelt gegeeven hen, soo dat die belofte bij mijnen leeven voldaen is – noch soo laet ick Franskenen mijnes broeders oudste dochter oock mijn vunt peet voor vuijt een memorie van drij gl. iii st. erffelijck staende op de erffgenamen van Arien Ghyb Zegers op die Houtschestraet; noch verklaer ick dat ick mijns broeders leste huijsvrouwe die
Vervolg:
geheel erffenis gepresenteert heb, daer mij van den guesen op affgebrant waeren ende dat tot den behoeff van mijnen peeteren, die mijnen broeder aen haer verweckt had mer zoo hij mij verklaerden, dat die selve de presentatie niet en behoeffden, om dat hij er alree gestorven was ende dat hij met den gouden rick die ick haer doen ter liefde geschoncken had, meer dan ghenoegh in de plaets van een memorie voldaen was, soude wel begeeren dat mijnen broeder deese weijgeringh zoo laet ende de erffenis in de deijlingh int gelijck liet komen, ten behoeff van alle sijn kinderen – Noch soo laet ick den Clooster tot Oosterwijck hondert gl. eens uijt mijnen gereede tot een memorie ende om voor mij te bidden ; noch laet ick den clooster van St. Gertruijden binnen sHertogenbossch, daer mijns broeders dochter is geprofeijst, tot eender memorie gelijcke hondert gl. uijt mijnen gereede, om voor mijn ziel te bidden, Oock bekenne ick den clooster van Ulenborg binnen den Bosch een goede memorie toegeschickt te hebben, om veel trouwigheijts die sij van mijn dingen te bewaeren t’sijnder mijn vertreck mij beweesen hebben, mer hebbe Jannen mijnen neeve een memorie dit selve jaer meede gegeeven, van derthien Spaensche dobbel ducaten, die ick hoir, dat sij totten ligt van den Eerw: H.Sacrament van meijningh sijn te schicken zoo dat dat legaet bij mijnen bede voldaen is – Noch verklaer ick jaerlijx een lijfpensie te hebben. op die fortrificatie [38r] camer tot Antwerpen, van vijff ende twintigh gl. sjaers, die zij zelve over sommige jaren gereduceert hebben op 20 gl. van deeser renten wil ick dat all den achterstel, die nae mijn doot bevonden sal worden, bij een vergadertt sall worden, om daervoir eenich ciraedt oft taeffereel te laten maecken in die kerck van Oisterwijck ende tselve te stellen op St.Catharina oft St.Margriten altaer off elders, daervan mijn executoirs meest tot ciraet der kerkcen van noden sal duncken wesen, mij ende mijn alders tot eender memorie – Noch verklaer ick dat tot
Vervolg 2:
Oosterwijck een jaerlijxe rent heb, op Wouter Gommers van ses gll. sjaers die de erffg, affgeleijt hebben ende heb Joseph mijnen neve toegelaten die hooftpenningen metten achterstel te mogen ontfangen, om dat hij se die nu timmerde van doen had, dees heeft hij mij tot mijnen vermaen in aldertrouwen belooft wederom te doen hebben, off indien ick daertusschen afflijvich quame te worden, in die deijlingh soo langh still te staen, tot dat deesen ontfanck inde ander erffg: verlijct sal weesen – noch verklaer ick een rent te hebben van 25 gll. erffelick, gekoft eertijts met 400 gll. swaer gelts, op huijs ende hoff ende erffenisse daeraen liggende tegen die hoffstadt tot Oosterwijck, waervan die huijsingh eertijts van die Geusen affgebrant is ende van Joseph mijnen neeve alwijlen opgetimmert is van deeser renten ende wil ick niett dat van denselven Josepho eenighe betalinghe vereijcht sal worden, soo langh als ick in den leeven geweest sall sijn, mer begeer wel datmen in die deijlingh van mijnen goederen nae mijn doot deese rent meede t’voorschijn sal brengen, om dat hij wel genoegh veronderpandt is ende datnen met derselver in alder billickheijt handelen sal, soo recht ende reeden wijsen sullen onder gebroeders ende gesusters te behoiren, dar hun het oversien van mijnen swarten manuael seer toehelpen sal – noch soo laet ick mijnen silveren vergulden kelck met mijn beste corporaell dess met den corporael [39] den iersten die van mijn broeders kinderen off kintskinderen werlijck priester sal worden tot welcken tijdt toe, ick het gebruijck vanden voors. kerlck laet der kercken van onsen beghijnhoff off der kercken van Oosterwijck soo mijn executoirs dat ordineeren sullen – noch laet ick Adolpho mijnen neeve, religieuse weesende in het Clooster der Baseldonck uijt mijner libreije off pert Krijsostomi oft Hieronimi soo hij die kiesen sall, tot een memorie van mij, noch wil ick datmen mijn beste kennis,
Persoon in schepenakte:
Arien Zegers  
Jannen Beijhardts  
Jan Beijharts  
Wouter Gommers  
Datering:
6.12.1659
Pagina:
35-40
Soort akte:
Testament
Plaats:
Luik / Tongeren / Oisterwijk / Diest / Berg / Meir / Leuven / Douwaij / Maastricht / [Zalt]bommel / Driel / 's-Hertogenbosch / Antwerpen / Biest op Haaghorst / Gestel voor Eindhoven / Netersel / Velp / Batenburg
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
38
Bron:
Beurzenstichtingen