Notaris-, schepen- en andere akten

42 Gerichtelicke vercooping dochters van Frants Arts contra Ott Wilbers tot Demen
Uijt craghte van pandinghe, slijtinge ende uijtricking, verleende coopdagh op gereet ende ongereet, presenteren de dochters ende erfgenaemen van Frants Arts saliger tot Demen, publiquelick vort alle man te vercoopen het pandt van Ott Willems , om daervan te verhaelen conform scabe** obligatie van 150 gulden, met verloopen interesse van dien à tempore morae De executanten leggen hierinne haer pretensie, metter costen van reght, ende is bij uitbrannende kersse aen deselve vercooper verbleven, alsoo dattet vonnis wijsde , dat men naer reghten, ende costuijme locale, sall mogen vortvaeren. Actum Ravensteijn 15 maart 1680 getekend Theod van Gheest scholtis, Peter Peters schepen, Jan Wolters schepen; Theod: Baum landschrijver
In hetvolge van dese gerichtelicke vercoopinge; presenteeren de doghters en erfgenamen van Frants Arts saliger, naer evictie reght, voor de erste reijse te verpachten , het onderpant van Ott Willems. Den aanvanck sall wesen nu aenstonts oft naerden stoppeltijt . De betaling sall geschieden naer verloop van ’t jaer. Pachter sall goed burge stellen. Ijder hoogen sall wesen eene daalder te keeren naer hoogen ende ponkreghten, enn vor den landscriver. Paghter sall de gerechtigheijt betaelen van Hr Scholtis, schepenen en Rightsboode. Dit landt te verlaten naar verloop vant jaer, oft stop peltijt. Vorts sal men sig
reguleren naer gemeen heere voorwaerden den verpaghten dierlick,ende anders niet.

34 Men laet een ijgelijck bij desen weten dat den advocaet Johan de Meijer in seijne qualiteit, uit crachte van gerichtelijcke vercooping, en naer gedane drije jarige gerichtelijcke verpachtinge , van meijning is mijtterlijck op voor de lose wijse erffelick te vercoopen seeckere drij perceelen lant hier naer genoemt. Eerstelijk anderhalve hondt ongeveijrlick gelegen binnen die parochie van Demen, waer van gebruijcker is geweest Aert Bernts. Alsnoch een halve mergen lants gelegen in de parochie voorschreven, sijde gebruickt door Aert Gielens. Ende ten leste noch een gerechte vierendeel van drij mergen lants, onder de voorschreven parochie int greven gelegen, genaamd den Deurscamp, gebruickt sijnde door de kinderen van Thomas Naes saliger.
De sulcx omme daer aen te verhaelen de somme in sijn verwin begrepen.
Hier toe sal men sitten binnen Ravensteijn, ten huise van Jan van Milsbeeck richterboode aldaer, , op saterdach den 21 junij 1681, des nach noens ten twee uijren. Soo daer iemant gadinge in heeft vervoege sich ten daege op plaetsse voorschreven. Aenhoore de voorwaerden ende doe sijn prouffijt . Segget voort. Dit bovenstaende gebuliceert ( bedoelt gepubliceert?) te hebben tot Demen den 15 junij ssm 1681 Onderteket: Claes Aweijnschen

13 Gerichtgelijke vercoopinge Jacob Jans Alessen ende Arnt Bernts ofte Bernt Segers: Naer gedaene slijtinge ende uitrickinge , oock verleende vercoopdagh presenteert Jacob Jans Alessen naer kerkelijke veijlinge, publiquelick te vercoopen aan Bernt Segers als burge voor sijnen soon Arnt Bernts, als sulck pandt als hij ter cause van resteerende , ende hem ter laste gelecht wordende onraet, Aert Peterken Voss heft betaelt, ende Jacob Jans daarin ingeleijt sijn verschot, gelt, ende costen van dijen, ende is aan vercooper executant verbleven. Alsoo dattet vonnis wijsde, bij soo verre binnen drij daegen niet en worden verplecht, dat alsdan sal vortgevaeren worden naar behoiren ende landrecht.

79 Ariaen Simons en de mombers van zijn voorkinderen, verwekt bij Jenneke Jan Gijsberts, gaan op 28 julij 1714 over tot een erfdeling. Lot 1 is voor Arien Simons: een huis en hof te Demen, groot 4 hont, hergekomen van Peter de Ruijter, belast met 6 stuivers of een half pond was aan de kerk van Demen. 4,75 hont land in ’t Kleijn Vorstent te Dieden. De Wielsen camp, groot 4 hont, te Langel, zijnde een Ravenstein leen. Lot 2 is voor de kinderen: De seven roien, groot een morgen en 4 hont, gelegen te Demen, bezwaard met 5 gulden jaarlijks aan de pastorie van Demen, losbaar met 100 gulden. Nog 4 a 5 stuivers aan de pastorie van Demen; een gulden en 8 stuivers aan de pastorie van Huisseling; nog de Cromvoir, groot een halve morgen. 5,5 hont land in den Pagt camp te Dieden. Het Emauske, groot 2 hont land te Demen. Alle gerede goederen bleven eigendom van Arien Sijmons, behalve enkele tinnen voorwerpen. Arien hield ook schulden ter waarde van 560 gulden, namelijk 375 gulden op het huis en hof, 160 gulden aan Bernt Londersloot en de helft van 50 gulden aan meester Jan van Gemert. Nog 70 gulden aan Derriske Janssen, die hij in 1713 alleen had opgenomen. De kapitale schulden voor de kinderen bedragen 664 gulden; 75 gulden aan Gerit van Helmont; 55 gulden aan Derriske Janssen; 175 gulden aan Zeger Claassen; 80 gulden aan Allegonda Gerits; 74 gulden aan de kerk van Demen; 80 gulden aan de Armen van Demen; 50 gulden aan meester Jan van Gemert; nog de helft van 50 gulden aan meester Jan van Gemert; 50 gulden aan de kerk van Ravenstein. Er ontstond onenigheid over een schuld van 100 gulden aan de pastorie van Demen. Deze schuld werd gekoppeld aan het perceel de seven roien, van de kinderen. Arien neemt van hen de schuld over van 50 gulden aan de kerk van Ravenstein.
Hierna volgt een smaldeling tussen de kinderen. Jenneke Janssen, de moeder van de minderjarigen, heeft zes kinderen nagelaten, waarvan een al is gestorven. Dat aandeel is overgegaan op Arien Simons.