Notaris-, schepen- en andere akten

65 Memorie van ingenieur Pierlink geschreven in Den Haag inhoudende dat hij ter kennis moet brengen van de Ed: Mo: dat hij de kaart van Staats Brabant met de inundatie tussen de Maas en de Schelde in de jaren 1747 en 1748 geformeerd in gevolge van de speciale order van 8 maart 1749 van wijlen Zijne Hoogheid glorieuzer gedachtenis voltrokken hebbende in de laatst afgelopen week de eer heeft gehad die kaart te ’s-Hertogenbosch onder het oog te brengen van de Heer veldmaarschalk Hertog van Brunswijk en die heeft hem verzocht dat hij uit die kaart zou trekken voor diens eigen gebruik te formeren een kaart van ’s-Hertogenbosch met de onderhorige forten en inundaties die zich uitstrekken van Sprang in de Langstraat tot Oss in kwartier Maasland en van St.Michielsgestel tot de Maas tegen de Bommelerwaard; hij is reeds begonnen aan het vervaardigen ervan, maar hij geeft aan dat hij wel enige maanden nodig zal hebben vanwege de grote extensie en menigvuldige arbeid en vraagt advies aan de Ed: Mo:; voorts volgens allerlei details met plaatsnamen etc.

7 De heren Devrij Temmink en secretaris Van der Hoop als ook Verelst en de thesaurier generaal De la Bassecour zijn present geweest bij de besoignes maar bij het rapport absent zijnde, hebben gerapporteerd dat zij op basis van de resolutie van 24 januari, zich hebben gebogen over verschillende projecten die door de directeur der fortificaties Draack zijn opgesteld i.v.m. de inundatie van de stad ’s-Hertogenbosch en Heusden en het continueren van de inundatie van Geertruidenberg tot aan Breda of liever het occuperen of retrancheren van het terrein wat tussen Geertruidenberg en Breda niet kan worden geïnundeerd; daarop hebben ze ingenomen de schriftelijke consideraties van brigadier en directeur der fortificaties De Roij als ook van de ingenieur Prevost controleur van de Hollandse fortificaties die bijzondere kennis heeft van hetgeen de Hollandse inundatie aangaat; daarna zijn ze in conferentie gegaan met diverse heren gecommitteerden van de Raden van Holland en dat in die conferentie is overwogen tot het connecteren [= samenknopen, samenhechten] van de Bossche inundatie met die van Heusden en Geertruidenberg tweeërlei middelen zijn voorgesteld, voor eerst, het water van de Bossche inundatie te brengen tot aan de Melkdijk en van daar het hoge terrein tot aan de s’-Gravenmoerse moeren te occuperen door een retranchement en ten andere, door het leggen van een dijk in de vorm van een retranchement voor het hoog land bij Bokhoven tot aan den dijk bij Hedikhuizen, waardoor ’t water van de Bossche inundatie zou worden gebracht tot aan de Hedikhuizerdijk, in welk geval de hoogte bij Sprang aan een vijand geabandonneerd [verlaten] en alleen de posten die acces geven aan de Hedikhuizer- en andere daar bij liggende dijken, zouden moeten worden geoccupeerd; dat vervolgens in overleg is genomen welke van deze twee middelen behoren te worden geamplecteerd [= de voorkeur verdienen, gekozen dienen te worden] dan of men behoort zodanige mesures [= maatregelen] te nemen,

94 Missive van rentmeester Tengnagel over de publieke aanbesteding van het repareren van ’s lands molens te Oostelbeers, Hoogeloon, Drunen en Rosmalen waarbij die van Oostelbeers is aangenomen door Francois de Croon (?) uit Oirschot voor 1000 gl., die van Hoogeloon door Marcus van Bornbergen uit Bergeijk voor 290 gl., de molen van Drunen door Jan de Jong uit Sprang voor 980 gl. en die van Rosmalen door Arnoldus van Luemen/Luimen (?) voor 350 gl. en de bestekken stuurt hij door

8 Rekest van Nicolaas van der Duijn Heer van Rijswijk kolonel te paard in staatse dienst en Charles van Wissenkercke Baron van Pellenbergh Heer van Sprang en ritmeester inhoudende dat de 1e suppliant graag van Gorcum naar ’s-Hertogenbosch 12 paarden wilde transporteren en de 2e suppliant 30 paarden van Gorcum naar Geertruidenberg tot oprichting van diens compagnie onder het regiment van de Heer van ’s-Gravenmoer voor welke 42 paarden paspoorten worden aangevraagd.