Notaris-, schepen- en andere akten

455 Joanna de Klein, weduwe Wilm van der Weist, wonende te Zeeland, geassisteerd door Cornelis Tibos, wonende te Zeeland en Augustinus Jansse, wonende te Langel, aan de ene kant en Derc van de Weist en Joannes van den Bogart als mombers van de minderjarige kinderen van Wilm van de Weist, in zijn eerste huwelijk bij Elijsbet Tonisse verwekt, aan de andere kant; sluiten een akkoord over de nagelaten boedel van Wilm van de Weist. Bij notaris de Groot is een testament opgericht. De gehele boedel, inclusief huis, hof en landerijen wordt geschat op 3100 gulden en diverse schulden, waaronder een bedrag van 780 gulden, dat volgens afspraak voor schepenen op 15-02-1783 betaald moet worden als moederlijk erfdeel aan het voorkind. De weduwe neemt de gehele boedel met alle rechten en schulden op zich.

175 Joannes Luijcasse wonende te Zeeland, verklaart om binnen 14 dagen een bedrag van 200 gulden te betalen aan Jacob van der Marc gehuwd met Ariaentie Luijcasse, volgens het akkoord dat hij op 31-12-1781 met zijn broer en zus heeft gesloten voor de schepenen van Zeeland.

174 Luijcas Ermers, weduwnaar, sluit een akkoord met zijn vier kinderen, Aelbert, Joannes, Adriaentje en Hermine Luijcasse, over de erfenis. Albert Luijcasse krijgt de schuur en twee halve morgens land gelegen aan het Voederheijls Hoogh, en nog een morgen voor de Duijffhuijse Camp. Na de dood van zijn vader zal hij nog 40 gulden krijgen van zijn broer Joannes. Joannes Luijcasse krijgt het huis, hof en alle landerijen en weiland op voorwaarde dat hij zijn vader voor de rest van diens leven verzorging, onderdak, kleding en tabak geeft. Na zijn vaders dood dient Joannes voor een eerlijke begrafenis te zorgen en dan zal hij ook aan zijn broer Aelbert een bedrag van 40 gulden moeten betalen. Aan zijn zussen Hermina en Ariaentje moet hij jaarlijks ieder 3 gulden betalen zolang als zijn vader leeft en na diens dood eenmalig 200 gulden.

838 Adriaen van Beusecom, voorheen inwoner van Zeeland, en in zijn eerste huwelijk getrouwd geweest met Wilhelmina Peters en daarbij vier kinderen hebbende, is hertrouwd met de jongedochter Maria Wouter Clous, zonder een inventaris te laten opmaken. Zijn tweede vrouw is overleden zonder kinderen na te laten. Daarna is Adriaen voor de derde keer getrouwd met de meerderjarige jongedochter Catharina Peters Diependael. Daarna is ook Adriaen overleden en zijn weduwe is hertrouwd met Joannes van der Wiele. Catharina Peters Diependael en haar man Joannes van der Wiele aan de ene kant en Wouter van Stipend wonende in Reek als oom en Cornelis Jan Peters wonende te Zeeland als mombers van de minderjarige kinderen van Adriaen van Beusecom in zijn eerste huwelijk bij Wilhelmina Peters verwekt, aan de andere kant; sluiten een akkoord over de de gehele boedel van Adriaen van Beusecom. De boedel wordt vastgesteld op 148 gulden, 16 stuivers en 8 penningen, dat in 2 loten wordt verdeeld. De helft is voor de minderjarige kinderen en de andere helft is voor Catharina Peters Diependael.