Notaris-, schepen- en andere akten

105 Erfdeling gepasseerd voor de Bossche schepenbank op 29 november 1657 tussen de kinderen en erfgenamen van Evert Lamberts van Schijndel en Peterken dochter van Geraert Peter Eijkenmans zijn vrouw in Den Dungen; Catharina hun dochter ontving 15 gulden om die te betalen aan de drie kinderen van Cornelis Lamberts verwekt bij Geraertken Evert Lamberts; aan Adriaen Evert Lamberts 25 gulden ook te betalen aan de kinderen van Cornelis voorschreven. “Hoewel nochtans Catharina Evers ende met haer Meriken Jan Laurenssen wittige nagelaten weduwe van Arien Everts sustineerden voldaen ende betaelt te wesen, maer door onversichticheijt ofte simpelheijt versuijmt den protocolle te doen casseren ende dat Peter Cornelis Lamberts ende Geraertken voornoempt sustineerde contrarie, soo sijn op heijden date deses voor miju notaris ende geloofwerdighe getuijgen ondergenoempt in eijgen persoone verschenen ende gecompareert Meriken Jan Laurenssen wittige nagelaten weduwe van Arie Everts geassisteert met Handrik Aertssen als haren momboir in dese hier te vercooren soo voor haer eijgen als mede uijt de naem ende van wegen Catharina Everts haere schoonsustere ter eenre ende Peter soone Cornelis Lamberts verweckt bij Geraertken Everts meergenoempt adelborst onder den Grave van Hoorn ten dienste van haere ?? guarnisoen houdende binnen de stadt Ravesteijn soo voor hem selve als mede voor Wouter sijnen broeder buijtens landts sijnde daer voor hij hem mits dese fort ende sterck maeckt (verclaerende Willem sijnen andere broeder overleden te sijn) ter andere. Ende hebben bekendt ende beleden gelijck sij kennen ende belijden mits dese over deselve pretensie als oock mede over alle andere pretensien die noch naermaels soo wijt crachte dese voorschreven erffdeijlinghe als mede ter saecke van affcoop van erffgoederen ende betaelinghe van dijen bijde kinderen ofte erffgenamen van Cornelis Lamberts in eenigerleij manieten soude mogen ofte connen geeijscht ofte gepretendeert worden absolutelijck

104 Huijbert Frenssen te Den Dungen getrouwd geweest met Hendricxken Jan Peter Eijkenmans voorheen weduwe van Jan Huijberts en simpele tochteresse van haar goederen; zo is voor de notaris verschenen Huijbert Frenssen aan de ene kant en Jan de bejaarde zoon van Jan Huijberts 1e man van Hendricxken en die hebben samen een accord gesloten (met in de marge een notitie van 19-12-1682) waarbij het volgende is bepaald: Huijbert Frenssen mag zo lang hij ongetrouwd is blijven wonen in de kamer van het huis en mede gebruik maken van de nieuwe zolder naast de schoorsteen, de schare kan hij leggen in het achterhuis, en zijn bijen mag hij midden in den hof zetten en Jan de voorzoon en eigenaar van het huis zal wat Huijbert gebruikt dakdicht moeten houden etcetera. Getuigen: Jan Janssen van den Biechelaer en Jan Ariens van den Biechelaer.

98 De propriëtarissen en gebruikers van “seeckere camp hoijlants genoempt den Eckerom binnen de parochie Gemonde onder Boxtel deen eijnde zuijtwaerts aen seeckere voorgelegen dries eertijts toebehoort hebbende d’erffgenamen Peter Papen ende toebehorende d’ onmondige kinderen van Rudt Aert Michielssen bij Dinghen dochter van Aert Arien Rijckerts van den Oetelaer nu tot landt gemaeckt ende vorts rontsomme aen de Dommele, van alle oude tijden, sonder eenich beledt, hadden gevaren ende gedreven over den selven voorgelegen dries ende dat nu onlancx inde voorsomer dese tegenwoordigen jaers van 1669 die voorschreven Rudt Aertssen off sijn kinderen, sustinerende eijgenaers ende gebruijckers van den Eckerom geen recht te hebben den voorschreven wech hadden opgegraven, over welcke attentaet Jan Jan Evert Scellekens als ten dele proprietaris ende mede neffens Jan Mathijssen van der Merendock als kerkmeester en van wegens tgedeelt der kercke van Gemonde ende met hun de besitters van seeckere beneficie genoempt den Clerckeneckerom (hun funderende op henne immemoriaele geruste processie) vanden Edele Rade van Brabant in ’s Granhaeghe hadden gelicht opene brieven van maintenue, met clausule van daechsele voir de voorschreven Rade gelijck in sulcx stijl ende gewoonten dat ick den voorschreven Jan Jan Evert Scellekens cum suis deselve brieven van maintenue alrede door den deurwerder Antonie Tobij hadde doen exploicteren ende den voorschreven Rudt Aertssen als vaderlijck momboir van de voorschreven onmundighen tegens den 28e augusti 1669 hadde geagvaert op de rolle van de voorschreven Rade om te seggen hun belanghen et cetera, allet blijckende bij deselve brieven ende relaese van den voorschreven deurwerder. Sulcx dat parijen siende dese saeke gedisponeert tot een swaer proces waeruijt niet allen groote onlusten ende mogelijckheijtmaer oock groote oncosten soo tot last van deen als dander ende insonderheijt voor den onmundigen ende kercke waeren geschapente gerijsen

75 Laurens Jacob Rutten hopkoper te Den Dungen weduwnaar van Henricxken Huijbert Broeren en laatst getrouwd met Hendricxken dochter van Arien Willems zijn 2e vrouw op 21 januari 1669 is overleden nalatende zijn sterfhuis belast met de nodige schulden en zijn weduwe was niet in staat “tselve sterfhuijs te beslichten” Daarom zijn heden voor de notaris verschenen Delis Huijbert Broeren en Dirck Jacob Rutten voogden over de minderjarige kinderen van Laurens Jacobs verwekt bij Hendricxken Huijbert Broeren zijn 1e vrouw aan de ene kant en Hendricxken dochter van Arien Willems en weduwe van Laurens Jacobs met Handrick Handrick Delissen en door tussenspreken van goede mannen is tussen partijen een accoord bereikt met betrekking toy de goederen uit genoemd sterfhuis. Getuigen: Jan Jan Arien Spierincx en Handrick Peter Daniels poorters van ’s Hertogenbosch.