Notaris-, schepen- en andere akten

32 Joanna Dorothea van Willigen, geassisteerd door Johan Hendrik Sagittarius, der beide rechten doctor, als haar gekozen momber, maakt haar testament. Ze legateert aan haar zus Helena Esdaij als speelpenning het levenslange vruchtgebruik van een kapitaal van 500 gulden, dat ze op 29-09-1701 gemaakt heeft. Erfgenaam van dat bedrag is haar neef Alouisius Maria van Willigen. Ze legateert 700 gulden aan het huijs Sint Joseph te Emmerich, als zij daar zal sterven. Dit bedrag staat nu ten laste van Marie Onsteen, weduwe Gijsberth van Krugten. Ze heeft al 100 gulden gegeven aan het genoemde huis, want ze moest 800 gulden betalen. Ze benoemt haar neef Alouisius Maria van Willigen tot haar enige erfgenaam en bij vooroverlijden haar neef Johan Frans van Willigen.
Op 27 juni 1726 is bovenstaand gesloten testament geopend op verzoek van Louis van Willigen, borgemeester en schepen van Ravenstein en van de advocaat fiscaal Johan Frans van Willigen, voor zichzelf en als lasthebber van Maria Elisabeth Coge, eerst weduwe van de heer vice-drost van Willigen, laatst weduwe van de heer vice-drost van Duren, als moeder en voogdesse van de kinderen verwekt bij vice-drost van Willigen. Procuratie te Ravenstein op 19-06-1726.

43 Johannes Jansen te Emmerik.

89 Voor J.W. Goossens, notaris te Emmerik verschijnt Derk Amsing, als gelaste van zijn vrouw Catharina Cael, om haar 1/4e part van zekere woonbehuizing in Vierlingsbeek te verkopen.

270 Rekest van Johannes VAN GELDROP deken van het kapittel der KRUISBROEDERS te EMMERICH die verlof vraagt om wat hem verleend is, om voor drie maanden in de meierij van ’s-Hertogenbosch te mogen vertoeven om er de nodige zaken te regelen.