Notaris-, schepen- en andere akten

80 Voor schepenen Dirick Jan Smits, Jan Aerts en Peter Claessen te Someren in Peelland onder de Meierij van ’s-Hertogenbsoch zijn verschenen Willem Henricx van Horrick en Jan Janssen Horckmans met een verwijzing naar het plakkaat dd. 4 augustus 1651 geparafeerd H. (?) van Kaesvelt en getekend door N.Ruijsch en gepubliceerd op 27 augustus jl. als collateurs der beurzen gefundeerd t.b.v. arme studenten van zijnen bloede door Jacob van den Eijnde dd. 19 februari 1506 verklarende dat aan Florentius Schuijl is overgeleverd een extract met de namen van de studenten nl. Michiel zoon van Anthonis Lamberts, Jan zoon van Jan Henricx van den Berckven, Peter zoon van Jan Peter Goyaerts, Jan zoon van Corstiaen Diricx, Jan zoon van Willem Dirick Gielen, waarvan de gelders hierna volgen: Jan Jan Weynen 16 vaten rogge uit huis hof en hofstad ‘aenden Speulhuevel’ met als belendingen de ‘Waterlaet’ en ‘de Kerckwech’ betaald met 6 gl.; Anthonis Janssen Verbarset 8 vaten uit uit een akker naast genoemd huis 2 ½ lopensen betaald met 3 gl.; Jan Janssen Verschaut 5 vaten uit huis en hofstad ‘omtrent de Capelle’; Claes Marten Willem Sanders 6 vaten; Dirick Peter THeeuws tot Asten 1 vat 1 cop; Jan Gerart ……kinderen te weten Ansum Arts cum suis 6 vat 3 cop; Ardt Symon Symonssen van den Boomen met Marie zijn zuster omtrent 13 vaten roggen ‘daer van sij de sekerheijt nyet en weeten mits sij onmundich syn geweest, oock nyet wetende offs beneven d’onderpanden off oock nyet hoe veel deselve betaelt syn geweest ergo alhier 13 vaten.

58 Extract – Alsoo de Eerw. ende voorsienige Hr. Jan van Oeckel geboortig uit de vrijheit van Oisterwijck can[onick] der kercke van St.Lebuin tot Deventer ende van St.Jan Evangelist binnen ‘sHertogenbossche hadde gefondeert in fraterhuise van St.Gregorius inde stadt van den Bossch 2 beursen voor 2 scholieren van sijnen naesten bloede weesende, die die int vorschreven fraterhuis den vrijen mont kost souden hebben, gelijck & de andere rijcke fraters die haeren montkost daer waeren kopende ende betaelende ter tijdt toe sij achtien jaeren souden oudt syn op conditie soo wanneer eenige vande twee beursen ledigh waeren dat als dan de oudste kerckmr. ende de oudste H.Geestmeester der voors. vrijheit van Oisterwijck souden praesenteeren den pater van ’t fraterhuijs eenen anderen scholier tot de ledige beurse bequaem wesende van den bloede ende geslachte der voors. Hr. Jans van Oeckel tot ieder van elcke beurse de voors. Heer Jan aende Broeder vanden fraterhuis hadde gegeven tweehondert en vijftich goude rhijnsgl. maeckende voor beijde de voors. beursen vijf hondert goude guldens, gelijck men verklaerden, die alle in een openbaer instrument daer af gemaeckt volcomelijck te sijn begrepen – dat oock door den Eerwaerden Heer Johan Moors prelaet der Godtshuis van Bern als possesseur van vs. fraterhuyse inden erffelyckheyt heeft afgelost ende gequeten deene vande vs. twee burssen ende dat met gelycke somme van twee hondert en vyfftich goude rijnssche gul[den] oft de weerde daer voor in andere gelde, scheldende oversulcx daer van vrij ende loos vs. heere prelaet met alle syne nacomelingen ende successeuren de vs. eene burse aengaende – datum 25 septemb[ris] 1625 – Ruijs – dat dit extract voor soo veel desen aengaet met de protocolle der stadt sHertogenbossche is accoderende attestere ick als clercq der selver secretarye – oirconde W.Schuijl notarius publicus.

56 Dat inhouden vander fundatiën der beursen inden fraterhuijs tot ‘sHertogenbossche – int corte – Anno 1513 den vii en dach julij heeft Heer Jan van Oeckel deken van Wesel ende canonick der kercke van St.Marien t’Utrecht St. Lebuyns tot Deventher ende St.Jans Evangeliste tsHertogenbosch gefundeert inden fraterhuijs van Ste Georgius tot sHertogenbosch twee beursen voor twee studentern oft scholieren van sijnen naesten bloede die int voors. fraterhuijs den vrijen montcost hebben sullen, gelijck die andere rijcke fraters, die heuren vrijen montcost daer coopen ende betaelen – item die scholieren die in eenige van die twee voors. beursen willen comen sullen soo veel geleert moeten hebben, dat sij ten Bosch in sexto loco oft inde seste plaetse sullen moeten comen – item in deze twee beursen sullen die van den bloede moghen woonen ter tyt toe sij achtien jaeren out syn en als sy nu die nyet (?) geworden sijn, sullen sij noch daer mogen blijven een oft twee jaeren, soo verre dat ….. desselffs convents goetduncken – item als eenige van desen twee voorgeschreven beursen ledick wordt soo sullen die outste kerckmr. ende outste heijliggeestmr. der vryheyt van Oisterwyck costen hielden, als geseyt is te voren vander iersten beurze soos oude die jongen oft scholier die den leste beurse beurse hebben ende besitten sal gaen eten metten rectoir van de arme fraters, welcken jongen sij daer montcost leveren sullen in allen manieren als sij den rijcken fraters die haeren montcost cochten ende betaelden te leveren plegen – ick verklaere dese vorenstaende ontfangen te hebben uit eijgen handen van den secretaris van Oisterwijck dewelcke verklaerde voorgeschreven fundatie alsoo te sijn - ondertekend door F.Schuijl

15 Voor de Bossche schepenen Cock en Tulden zijn verschenen meester Jan en Peterken zijn zuster, kinderen van wijlen Lambert Anthonissen van der Aa verwekt bij Maryken , gemachtigd door Adriaen Anthonissen van der Aa zich fort en sterk makende voor genoemde Adriaen tot het funderen van twee buerssen int seminarium des bisdoms deser stadt tegen 105 gl. te betalen op het hoogfeest van Sint Jacob apostel en te vergelden door tGemeijn Corpus der vryheyt van Oirschot. Hier worden genoemd: Goyaert Peeter van der Hoeven schepen, Nyclaes Adriaenss. van Nistelroij geswoiren ende Jan Herberts van Wintelroij raadsman, een octrooi van de Hertog van Brabant verwijzend naar een brief van 28 juli 1614.
Voorts worden genoemd Lambert Anthonissen van der Molen, een huis grond hof boomgaard akkerland en dries 2 lopensen te Leende, nog diverse stukken land aldaar o.a. de Brekeleijck, den Vollekendonck [Vellekendonck ?].
Idem huis erf schuur hof boomgaard dries- en heijlant te Mierlo met als belendingen Aert Willems, een hooiland in Vairschut, Doijenbroeck, Gielis Adriaenss. van Hese, Lambertken Peeters dochter van der Lijnden. Mr. Jan Lambert van der Aa. brief dd. 30 juli 1618.
Idem de helft van een huis hof en erf te ’s-Hertogenbosch opt Orteneynde met als belendingen Willen van Berse, Egbert genoemd Corner, Christiaen Stevens Henricxss. van Bucstel, Peeter Keelbreker zoon van Henric Keelbreker uit huis etc. in de Ortenstraet over de Steensche Brugge naast Antonet van Oetern (?), Dierick zoon van Albert Jan Hermans, idem huis etc. in de ….straet, naast Jacob Harden [dubieus], erfgenamen van Alart geheten ….., Philips de Leeuw zoon van Dierix de Leeuw, Ghysbert Tolinck zoon van Jan Tolinck, een huis in de stad in de Straet van ’t midden van de Vuchterstraet naer de Vischmerckt met als belendingen Jan van Achel, een straetken aldaer.
Idem een huis etc. opten den Ouden Huls naast Lambert van Bersch Hendriks zoon, Willem Mathyssen van Weert [Wart?];