Notaris-, schepen- en andere akten

12 Jan van de Poel en Willem Petrus Glaviman, beiden wonend te Oss. Jan van de Poel is houder van een schepenschuldbrief, groot f 600,-- ten laste van Willem Petrus Glaviman voornoemd, volgens akte dd. 13-11-1807 voor deze notaris, welke laatste nu gedagvaard wordt om te betalen. Willem Petrus Glaviman is niet in staat om de f 600,-- met rente te betalen. Er wordt alsnog uitstel van 6 weken verleend, waarbij ook huidige dagvaardingskosten moeten worden betaald. Is er dan nog niet betaald, dan zal worden overgegaan tot verkoop van diens huis en hof te Oss aan de Oyensche Barrière.

138 Schepenen dezer stad en vrijheid Oss hebben op verzoek van Hendrik van Schaik, inwoner alhier, de volgende personen in de Raadkamer gedagvaard: Otto van Berchem; Jan van Lent; Claas Bosmans; Frans Peeters van Lieshout; Dirk van Berchem; Willem van Veggel; Steeven van der Pas; Jacob van Veggel; Dielis van Ravestijn; Dielis van Berchem; Thomas Adrianus Bosilie en Joris Kuijpers, allen inwonende borgers en kooplieden alhier. Zij hebben hen gevraagd of zij in hun winkels voor heden grit of grittemeel hebben verkocht en waar zij dat vandaan gehaald hebben. Zij hebben geantwoord dat zij sinds lange jaren herwaarts , sommigen alleen grit en anderen meel en grit hebben verkocht en dat zij dat hebben betrokken van de paardegritmolen in de Heerlijkheid Groot Lith en uit de stad ’s Bosch. Zij hebben het verkocht aan de inwoners en mensen van buiten. Johanna van Heeswijk vrouw van Dirk van den Elsen, brouwer en mede inwoner alhier verklaart dat toen zijn in het molenhuis in Rosmalen woonde, zij meer dan 100 zakken grit en meel heeft verkocht aan de inwoners van Oss.

146 Op verzoek van Hendricus Boumans, timmerman te Maashees, dagvaarding uitgereikt aan Carl Edling, rentenier alhier in verband met de betaling van een wissel, getekend Vierlingsbeek 13-10-1820. Hij weigert te betalen.

109 Op verzoek van schoolmeester Peeter Vos een dagvaarding overhandigd aan L. de Sturler, gepensioneerd capitein, heer tot Hatert onder Vierlingsbeek. Het betreft de betaling van een wissel, groot f 300,-- van 9-8-1820 t.b.v. de dames C. en A. Meijer.