Mijn Studiezaal (inloggen)7040.420 Index schepenprotocol Cuijk (7040.420)
68 Landschrijver en griffier van de Hoofdbank van Cuyk op verzoek van Jan de Wilt, alhier ten protocolle geregistreerd zekere acte van vruchtgebruik door Jan de Wilt en Hendrina Peeters e.l. op de 22e augustus 1796 voor Rechter en schepenen van het Rijk van Nijmegen gepasseerd luidende als volgt: Compareerden voor de burger J.E.Sanders van Well, ambtsrechter en president van de dijkstoel van het rijk van Nijmegen en schepenen G.Rijcken en W.Libotte in aanwezigheid van de Land-dijk en gerechtsschrijver A.L. de Fockert, Jan de Wildt en Hendrina Peters e.l., die verklaren al hun roerende, onroerende, effecten en vorderingen in vruchtgebruik na te laten aan de langstlevende. Hiervan zijn 2 eensluidende acten geschreven door de Land-dijk en gerechtsschrijver en eigenhandig ondertekend heden 22 augustus 1796. In de marge: Geregistreerd in het Register der Testamenten en andere uiterste Willen des Rijks van Nijmegen d.d. 22 augustus 1796.
1 gedigitaliseerd
7040.420 Index schepenprotocol Cuijk (7040.420)
18 De 27e Juni 1737 compareerde voor mij Hendrik Bernts, notaris te Grave in tegenwoordigheid van getuigen Maria Heijnen wed. Jan Francis van Ewick, wonende alhier. Zij verklaart dat alle voorgaande testamenten niet zullen worden uitgevoerd. Zij wenst een christelijke begrafenis en disponeert al haar tijdelijke goederen aan haar kleinzoon Johannes Lambertus Grutter, zoon van Willem Grutter en de dochter van testatrice Elizabet van Ewijk. Genoemde Johannes Lambertus Grutter zal zijn universele erfgenaam met het volste recht met de nagelaten goederen te doen en te handelen als zijn eigen vrije goed, met dien verstande, dat ingeval testatrice mocht komen te overlijden tijdens de minderjarigheid van haar kleinzoon alle goederen zullen worden beheerd door Jan Grutter, oom van Johannes Lambertus Grutter. Opdat haar goederen gedurende minderjarigheid van haar kleinzoon op de juiste wijze zullen worden geadministreerd verklaart testatrice te benoemen tot toeziend voogd Johannes Versluijs met de macht om bij ziekte e.d. van Jan Grutter de administratie te voeren. Mocht Johannes Lambertus Grutter meerderjarige leeftijd bereiken of tot huwelijkse staat komen zullen de nagelaten goederen aan hem overgaan. Verder wenst testatrice dat haar kleinzoon na haar dood in het huis zal blijven wonen met een meid of met iemand, die hij bij hem zal willen hebben om hem te dienen naast zijn momboir en zullen de voogden verplicht zijn hem te geven wat hij nodig mocht hebben voor huishouding, kleding en zakgeld. Ook met het verzoek en de wens, dat bloedmomboir na haar dood in het sterfhuis zal wonen en bewind van haar nalatenschap zal hebben. Hij zal daarvoor genieten kost en huisvesting en 60 gulden jaarlijks zo lang zijn administratie zal duren. In geval, dat haar kleinzoon meerderjarig is en hij de aangestelde bloedmomber niet langer in kost- en huisvesting wil hebben,
Vervolg:
moet hij hem jaarlijks 75 gulden geven zonder kost en in het geval de bloedmomboir mocht trouwen en zo uit testatrices huis mocht geraken, dan zal haar kleinzoon hem jaarlijks betalen 60 gulden, welk pensioen in alle gevallen zo lang zal duren als hij de administratie van haar goederen zal hebben. Mocht Johannes Lambertus Grutter buiten huwelijk of zonder erven na te laten komen te overlijden dan en niet eerder zal testatrice in zijn plaats benoemen de volgende personen: haar neven en nichten, hoofd voor hoofd tot haar als tante of oudtante en wel: dochters van testatrices zusters: Maria Anna van Erp wed. van architect du Bois en Johanna de Cleijn vrouw van Joost Ceelen, Ester Anna Maria du Bois, dochter van Maria Anna van Erp, Hendrik de Kleijn, Johanna de Kleijn, Jan de Cleijn, Catharina de Cleijn, Fransis de Cleijn, Margarita de Cleijn, Willem van Nuijs, Engel van Nuijs, Mattijs van Nuijs en Jan van Nuijs, met dien verstande, dat indien enige van genoemde erfgenamen vóór Johannes Lambertus Grutter mochten overlijden de portie van hen zal toevallen aan overigen. Testatrice wil, dat in geval enige der aangewezen erfgenamen vóór haar kleinzoon mochten overlijden, de kinderen in de plaats van hun ouders treden door het recht van representatie zonder dat dit recht wordt uitgebreid als tot die kinderen. Alleen ten aanzien van testatrices 2 dochters van haar zusters: Maria Anna van Erp en Johanna de Cleijn wil testatrice, dat in geval van vooroverlijden kinderen na zouden laten, die kinderen en kindskinderen de porties van hun ouders zullen genieten, met last aan haar nicht Ester Anna Maria du Bois geen van der geërfde goederen te verkopen, gedurende het leven van haar moeder Maria Anna van Erp. Aldus gedaan en gepasseerd te Grave in aanwezigheid van David Ragaij secretaris der stad en Theodorus Fransis Versluijs als getuigen. Accordeert met de uitgegeven acte Grave 25 maart 1763.
Persoon in schepenakte:
Jan Francis van Ewick
Maria Anna van Erp
Johannes Lambertus Grutter
Ester Anna Maria
Theodorus Fransis Versluijs
Elizabet van Ewijk
Johanna de Cleijn
Hendrik de Kleijn
Johanna de Kleijn
Jan de Cleijn
Catharina de Cleijn
Fransis de Cleijn
Margarita de Cleijn
Willem van Nuijs
Engel van Nuijs
Mattijs van Nuijs
Jan van Nuijs
Hendrik Bernts
Maria Heijnen
Willem Grutter
Jan Grutter
Johannes Versluijs
Joost Ceelen
David Ragaij
Datering:
09-09-1793
Pagina:
49-58
Soort akte:
Registratie
Plaats:
Cuijk
Toegangsnummer:
7040
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7040.420 Index schepenprotocol Cuijk (7040.420)
9 Wijnandt Smits, openbaar notaris in den Haag en binnen het dorp Beers residerende in tegenwoordigheid van getuigen Jacobus Sneltjens te Cuyk, welke verklaart te willen disponeren over tijdelijke goederen en wel als volgt: 1. Comparant verklaart vóór deze datum geen testamentaire dispositie te hebben gemaakt 2. Aanvankelijk verklaart de comparant te legateren aan zijn neef Rutger Sneltjens, woonachtig bij testateur en zijn broer te Cuyk alle kleren, linnen en wollen, alsmede het gemaakte zilver met de wens, dat alles na zijn overlijden aan zijn neef zal worden uitgereikt 3. Vervolgens verklaart testateur tot universele erfgenaam te benoemen zijn broer Hermanus Sneltjens. 4. Bij vooroverlijden wenst testateur, dat zijn roerende, onroerende goederen in vruchtgebruik zullen blijven bij zijn vrouw Geertruy Draagsel, haar leven lang. Aldus gedaan en gepasseerd in tegenwoordigheid van Jan Carel Heinsius en Theodorus Antonius Postulart als getuigen, die deze minuut met de testateur en mij notaris hebben ondertekend te Cuyk d.d. 4 augustus 1788.
Persoon in schepenakte:
Jan Carel Heinsius
Theodorus Antonius Postulart
Wijnandt Smits
Jacobus Sneltjens
Rutger Sneltjens
Hermanus Sneltjens
Geertruy Draagsel
Datering:
27-05-1793
Pagina:
25-27
Soort akte:
Registratie
Plaats:
Cuijk
Toegangsnummer:
7040
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7040.339 Index schepenprotocol Sambeek (7040.339)
99 Een bouwhof genaamd den Hatendonk met de Warande, groot 70 kleine morgen met de oude Thiende, de Smalle Thiende en Graan- en Geld Renten, afkomstig van den Vorst van Hohen Sollern Sigmaringen op verzoek van Rendmeester J.A. Hengst. Authorisatie op den 22ste van de Lentemaand 1809 en geroyeert te Sambeek op den 19den van de Grasmaand 1809. Bovengemelde Thienden zijn ten allen tijden genoten, geïnt en geheven geworden door de Domeinen onder de beheering der Commissie van administratie te Breda resideerende.
1 gedigitaliseerd