Notaris-, schepen- en andere akten

138 Voor schepenen van Helvoirt Daniël Franchois van Dompzelaar en Johannes Mastenbroek is verschenen Jacoba Mastenbroek, ca. 43 jaren oud, die op uitdrukkelijk verzoek van Johan van Hanswijck als pachter van de Grote Brabantse Zwijgende Land Tol onder ede heeft verklaard dat Arnoldus van der Flaas en Johan Weeber, beide commiezen van Grooten Brabantse Swijgende Landtol in maand mei 1755, zonder exacte dag te hebben onthouden, zijn aangekomen bij den Engel in Helvoirt, woning en herberg van haar moeder weduwe Pieter van Ginkel. Direct daarop is bij herberg rijtuig gearriveerd met een man en vrouw waarvoor comparante de deur heeft opengedaan. De vrouw zei vervolgens tegen haar: “Ik ben door commiezen van de Tol aangehouden en ik had al mijn [canten] die in ’t koffer achter op het rijtuig staan, juist aangegeven maar wie denkt nu dat zij iemand [in den sack] zouden visiteren”. Hierop is comparante woning binnengegaan. Zij kan zich goed herinneren dat voornoemde commiezen, na opgelegde aanslag, haar nog verscheidene keren hebben gesproken over gemelde woordenwisseling. Na voorlezing volhardt comparante in verklaring en heeft zij met voornoemde schepenen deze verklaring ondertekend.

87 Daniël Francois van Dompzelaar en Johannes Mastenbroek, schepenen van Helvoirt bevestigen dat zij op verzoek van Jan Jansen Timmermans, koper van woning met erf in rechtsgebied van Helvoirt ter plaatse genaamd ‘In de Raam’ en gekocht van Jan Francis Hoeffnagels, naar deze woning zijn gegaan en aldaar op aanwijzingen van koper visuele inspectie hebben uitgevoerd met volgende bevindingen. Voortuin is maar voor klein deel beplant met elzenhakhout en berkenheesters hetgeen niet voldoet aan beplantingsreglement zoals voorgeschreven door deze Meierij. Daartoe dient deze voortuin nog dit seizoen geëgaliseerd en beplant te worden met zoveel berken of andere planten als nodig is. Deze bevindingen hebben bovengenoemde schepenen naar waarheid ondertekend.

34 Johannes Mastenbroek en Daniël Franchois van Dompzelaar verklaren dat zij als schepenen van Helvoirt en op verzoek van Aelbertus Barckemeijer, koper van kasteel genaamd Zwijnsbergen met aanhorigheden en toebehoren in parochie en rechtsgebied van Helvoirt aan de Dorpstraat door hem gekocht van Johan Alexander Koningsmarck naar dit kasteel zijn gegaan. Op aanwijzingen van Francis van Esch, meestertimmerman alhier hebben zij het kasteel geïnspecteerd met volgende bevindingen: leuningen aan brug voor de poort moeten met nieuwe latten beslagen worden; pomp in benedenhuis is kapot en moet dus worden gerepareerd; hek van tuin is geheel vervallen en moet worden vernieuwd; hek aan de bolgraft moet worden gerepareerd; Alle deuren, vensters en vensterkozijnen zowel boven als beneden zijn in slechte staat en moeten dus vernieuwd of gerepareerd worden; goten onder dak zijn zeer vervallen en kapot zijn en dus nodig deels vernieuwd en alle geteerd behoren te worden; dak is op verscheidene plaatsen zeer lek en slecht en moet dus worden gerepareerd en gedicht; Veel vloeren en muren zijn kapot door afbrokkelende stenen en moeten dus gerepareerd en opgemetseld worden; Verder dienen er nog verschillende andere reparaties uitgevoerd te worden. Met betrekking tot deze inspectie en bevindingen zoals hiervóór omschreven hebben voornoemde schepenen dit rapport in naam der waarheid ondertekend.

27 Johannes Mastenbroek, Daniël Franchois van Dompzelaar en Jan Paulus van de Kleijbergh, schepenen van Helvoirt verklaren dat zij op verzoek van Jan Cornelis Wittelocx als koper van huis met aanhorigheden in parochie en rechtsgebied van Helvoirt bij parochiekerk, gekocht van Catharina van den Berghe naar dit huis zijn gegaan en aldaar na inspectie en op aanwijzingen van koper en van Peter Jansen van Tongeren, meester-timmerman alhier tot volgende bevindingen zijn gekomen: Dat op huis nieuwe kap geplaatst moet worden met nieuwe grenen latten vanwege bouwval van de huidige kap; de kap en bakoven voorzien moet worden van zoveel nieuwe pannen of stro als nodig is; de zolder helemaal is vervallen en daartoe nieuwe planken rond 10 nieuwe ribben nodig zijn en ook ca. 70 voeten vloeren; alle ruiten van kelderkamer gebroken zijn; kozijnen en ruiten in benedenste kamer kapot zijn waardoor er nieuwe deur en deur- en raamkozijn voorzien van glas geplaatst moet worden; muur langs de straat veel te laag is en met 2 voeten verhoogd moet worden; in diezelfde muur geen goede deur en raam zit waardoor er nieuwe deur met bovenlicht en nieuw raamkozijn daarnaast met glas geplaatst moet worden; er geen muur of goede afscheiding is tussen keuken en straat waardoor er muur zo hoog als zolder met deur en deurkozijn opgetrokken moet worden en tussen keukenzolder en bevestiging van dak en tot aan kap van nieuwe planken voorzien moet worden; zuidelijke buitenmuur van benedenkamer en deel van muur langs straat geheel is vermolmd en vergaan is zodat beide noodzakelijk vernieuw moeten worden; deel van stalmuur omgevallen is en nodig vernieuwd moeten als ook een nieuwe paal onder bevestiging van dak; staldeuren geheel kapot zijn en dat 2 paren nieuwe deuren met kozijnen gemaakt moeten worden en ander deurkozijn van nieuwe sokken voorzien moet worden; goede bedsteden ontbreken waardoor er in keuken en benedenkamer 2 nieuwe gemaakt moeten worden;