Notaris-, schepen- en andere akten

74 Rekest van pastoor en kerkmeesters van de roomse kerkschuur binnen de heerlijkheid Drunen in kwartier Oisterwijk die verzoeken om de gevel van de kerkschuur aan de zuidzijde staande te mogen verhogen tot 25 voeten onder een afhangend dak en daarin te mogen aanbrengen een kozijn van 9 voeten in het vierkant verdeeld in drie ramen of lichten als ook het deurkozijn te mogen vergroten ter breedte van 6 en ter hoogte van 7 voeten en voor de deur te mogen brengen een portaal met een afhangend pannendak , 8 voeten zuidwaarts uitspringende en 16 voeten langs de geven en dat met planken te mogen afslaan en beschieten, voor de deur aan de westzijde , die van de straat kan gezien worden, toe te metselen en daarin alleen te brengen een kozijn of glasraam op dezelfde grootte en vorm als de andere zijn en ook een van de andere kozijnen en glasramen te mogen verplaatsen naar proportie en de vereiste van het werk; de kerkschuur van binnen met planken te mogen beschieten zoals dat reeds voor een deel is gebeurd en het dak van buiten gedeeltelijk van riet en gedeeltelijk van stro waar het nodig is te vernieuwen en ten slotte een nieuwe vloer te mogen leggen en voorts de preekstoel, biechtstoel, stoelen en banken te mogen vernieuwen; een kopie van dit rekest zal worden toegestuurd aan de kwartierschout van kwartier Oisterwijk om hierover te berichten aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 792 [reactie van de kwartierschout]

140 Rapport van thesaurier generaal Hop op een rekest van schepenen en regenten van Drunen gezonden aan de Raad om advies

78 Missive van rentmeester Johan van Leefdael inhoudende dat de pachter van ’s lands korenwindmolen te Drunen aan Francois Drabbe drossaard der genoemde heerlijkheid bij insinuatie van de vorster aldaar heeft bekend gemaakt dat vele vreemde personen en vooral de molenaar van Elshout in het land van Heusden zich niet ontziet dagelijks meel naar Drunen te brengen met hun karren en paarden zoals o.a. op 11 september jl. de genoemde molenaar dat via zijn knecht met paard en kar gedaan heeft; de pachter heeft paard en kar in verzekerde bewaring gesteld en daarvan terstond kennis gegeven aan de drossaard; de pachter ondervindt hier nadeel van en is niet in staat de uitgeloofde pachtpenningen te voldoen; voorts wordt verklaard dat de genoemde molen door hertogin Johanna van Brabant in 1383 als dwangmolen is aangemerkt met speciale last dat geen ingezetenen van Drunen hun granen niet op andere plaatsen mogen laten breken of gemalen koren mogen kopen of uitwisselen; de drossaard wordt geordonneerd Francois Drabbe in alles te handhaven o.a. op basis van artikel 3 van de ordonnantie op het gemaal en te procederen tegen de contraventeurs tenzij hij enige reden ter contrarie zou hebben

39 Rekest van de schepenen en regenten van Drunen in het kwartier van Oisterwijk met verzoek een bedrag van 1867:3:0 te mogen opnemen ter uitbetaling der voerlieden van karrendiensten en levering van losse paarden