Notaris-, schepen- en andere akten

132 Marijken dochter van Cornelis Janssen Olijslagers begijn op het Groot Begijnhof te ’s-Hertogenbosch heeft betaald een erfcijns van 8 Carilusguldens op het hoogfeest van Allerheiligen vrij van alle hertogenbeden etc. uit een huis erf hof akkerland en aanliggende gronden omtrent 9 lopensen in de parochie van loon ter plaatse opte Vaert tussen het erf genaamd Millincxhoeve aan de oostzijde, de gemeijnt van Loon aan de westzijde, welke erfcijns Marijken had verkregen tegen Peter zoon van Goyaert Janss. de Wilde op 22 oktober 1618 en heeft die opgedragen aan Symon van Bethmar t.b.v. de fundatie van Herman Coenen welke cijns Jan Joosten Geerits de Cuyper te Vlierden aan de fundatie placht af te lossen – de getuigen zijn Borchgraeff en Cock in het boek van vd Velde [lib. Velde] – accordeert met het origineel W.Schuijl notarius publicus.

106 De oud-president van Lierop legt een verklaring af dat hij destijds als president van het dorp gifter is geweest van de beurzen gesticht door de Heer Peter van den Eijnde pastoor te St.Quintijn en preses collegii vigilii, kanunnik van St.Peters te Leuven en St.Mariae te Antwerpen, welke fundatie niet onder mij berustende is maar onder de pastoor van St.Quintijn te Leuven en belooft zijn best te doen om de fundatie over te geven aan Florens Schuijl professor te ’s-Hertogenbosch binnen 6 weken door te sturen, maar verklaart dat het om een fundatie gaat van 4 studenten en het inkomen 2160 gl. betreft staande op het dorp Mierlo en nog 1600 gl. op verschillende onderpanden gelegen omtrent Leuven waarvan hij heeft beloofd een staat te zullen opstellen; verklaart bovendien dat het hem kennelijk is dat de pastoor van St.Quintijn en de pastoor en president van Lierop en een van de naaste bloede tegenwoordig Haeseldonck te Vlierden gifters en collateur der genoemde beurzen zijn; dat het ook des fundateurs wil is geweest dat de 4 studenten eerst in ’s-Hertogenbosch studeren en daarna te Leuven, doch zo Den Bosch veroverd zou worden dan op een andere plaats die door de collateurs wordt goed bevonden, ondertekend door Aerdt Symons van den Ynde; daarna worden nog een aantal personen genoemd o.a. Peerken de weduwe van Jan Baudewijns, Heer en Meester Peter van den Eijnde doctor in de thelogie [godheid] aan de universiteit te Leuven, een beurs van 30 gl. aan Gerard Jans te Heuchten, studeren te Weert bij de Paters der Regulieren, gedateerd 14 october 1649 met een onderschrift van de hand van Willem Verhaseldonck collateur en de naaste vrienden van de fundateur en lager stond: ita testor Jois. Martini Santlants in Lierop in absentia van de pastoor – concordat cum suo originali quod attestor W.Schuijl notarius publicus.

40 In aansluiting op het vorige document volgt hier een akte waarbij Goort zn.v.w. Peter Bruijstens als collateur der voorschreven fundatie als naaste van de vrienden die verklaart in zijn genoemde kwaliteit dat hij dezelfde beurs heeft geconfereerd aan Godefridus van Bussel zijn neef als naaste van den bloede die de leste possesseur is geweest, bekennende mede dat Willem Dirck Gielen [dubieus] als man van Margriet zijn huisvrouw dr.v. Mathijs van den Hove en Berben [dubieus] dr.v. Willemken Bonaventure van der Weyden suster van de fundateur door dien die voorschreven Godefridus van Bussel dezelfde brief heeft gepresenteerd aan Dierick zijn zoon als wesende broeder van de voorschreven Godefridus en ook naaste van den bloede; Peter Bruijstens wordt genoemd secretaris te Vlierden die mede heeft ondertekend waarna volgen de handtekeningen van Goort Peter Bruijstens en Joost Roefs schepen en secretaris Volders

48 Rekest van P. de Jong drossaard der heerlijkheid Vlierden in kwartier Peelland met een bericht over een zekere A.D. Welten een gehuwd man en inwoners van Vlierden die zich op 11 mei van dit jaar had schuldig gemaakt aan verregaande violentie en verkrachting van de persoon van Josina Hendrika van Eijk woonachtig bij haar ouders te Lierop en in het rekest stond ook dat enige dagen nadat dit geval te Lierop als gerucht de ronde deed, de schoonvader van A.D.Welten met name H.Vinken uit Asten zich had begeven naar het huis van de onteerde en beledigde Josina Hendrika van Eijk haar beklagende over het voorval en zoekende om het met geld goed te maken, maar Josina daar niet naar had willen luisteren maar wel enig geld van hem had ontvangen en dan vervolgt de akte: ‘dat hij [de Jong] dit alles vernomen hebbende zig vervolgens ratione officii verpligt hadde gevonden om exactelijk op het voors. Delict te moeten inquireeren, dat hij voorts gerechtelijke depositien van getuijgen en andere attestatien voorzien, uit welke de schuldpligtigheid van den voor. A.D.Welten aan het gem. fait provisioneel genoegsaam consteerde, aan scheepenen van Vlierden verzogt hadde, dat zij ter zaake voors. Ten lasten van voornoemden A.D.Welten wilden verleenen decreet van apprehensie in cas van fugitiefschap, met de clausule van edictie, dog dat dezelve in het voors. verzoek voor als nog hadden gedifficulteert uijtwijsens copie van hun dispositieff bij de requeste overlegt, versoekende hij drossaard mitsdien haar Hoog Mog: voorziening en ordres op gem: scheepenen der heerlijkheid Vlierden voornoemt, waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan, te versoeken en te committeeren de heren Changuion, Stavenisse Pous, thesaurier generaal van den Hoop en secretarius Mollerius, tot het waarneemen der conferentie, bij gem: haar Hoog Mog: resolutie gedecerneert, zullende dezelve dien onvermindert met de requeste en bijlaage gezonden worden aan scheepenen der heerlijkheid Vlierden met last,