Notaris-, schepen- en andere akten

108 Anna van Steenvort, weduwe van den Hoogen, wil het pand verkopen, gehaald aan de goederen van Gerit Tonisen en zijn vrouw Erke Fransen en van Willemke Tonisen, om daaraan een schuld van 150 gulden te verhalen. (Obligatie van 12-08-1709). Tevens wil zij het pand verkopen, gehaald aan de goederen van Jan van Dinter en zijn vrouw, om daaraan een bedrag van 100 gulden te verhalen. (Obligatie van 01-07-1718). De schepenen geven toestemming om de procedure voort te zetten.

105 Advocaat Johan van Willigen, lasthebber van Cathlijn Wilms de Haen, wil het pand verkopen gehaald aan de goederen van Bastiaen Hendricks, om daaraan te verhalen een opgezegde obligatie van 50 gulden, de dato 3 juni 1714, met de rente. De procedure mag doorgaan. In de kantlijn: gerestitueerd.

104 Weduwe Vermeulen, geassisteerd door procureur Wijenbergh, wil het pand verkopen gehaald aan de goederen van Gerit Tonen en Willemijn Verstegen, om daaraan een bedrag van 27 gulden 17 stuivers te verhalen, wegens een jaar huishuur. (contract dd 12-12-1721). De procedure kan doorgaan.

98 Anna van Steenvort, weduwe van den Hoogen, wil gerechtelijk het pand verkopen, gehaald aan de goederen van Helena Ariens van Woesik, weduwe van Hendr. Verstegen en van haar kinderen, wegens een schuld van 100 gulden met de achterstallige rente, (schepen obligatie van 16-07-1711). Weduwe Boeraker protesteert tegen de pandhaling aan 1,5 akker land, die zij al op 11-11-1718 van weduwe Verstegen heeft gekocht. De obligatie staat niet aangetekend op het Thijns protocol. Weduwe Lamert Vermeulen protesteert tegen de pandhaling aan haar huis, dat zij op 5-3-1721 heeft gekocht van weduwe Verstegen ofwel de mombers van de voorkinderen van Francis van den Hoogen. Schepenen geven toestemming om de procedure voort te zetten.
Op 21 april 1725 worden bij evictie verhuurd, de goederen van Helena Verstegen, bestaande uit ¼ in een weikamp, waarvan de andere ¾ toebehoort aan de kinderen van wijlen Francis van den Hoogen. Gehuurd door de heer fiscaal voor 1 gulden 10 stuivers en 3 hogen.